Brussel en Leuven verbieden een reclamecampagne van het Noorse bedrijf Rich meet beautiful, dat tegen betaling studenten wil koppelen aan oudere, rijke mannen. De datingsite richt haar pijlen ook op Nederland.
Op grote verplaatsbare billboards worden studenten aangemoedigd hun studielening af te lossen door een sugardaddy te daten. De doelgroep is tussen de 18 en 26 jaar oud, en kan volgens de website een “luxueus leven” tegemoet zien met “geld en geschenken”.
Daarvoor hoeven de vrouwen enkel mooi en lief te zijn en zich flexibel op te stellen, want de mannen in kwestie hebben het druk. Dat ze vaak al een vrouw hebben, is volgens de website overigens geen bezwaar: een sugarbaby is voor erbij.
‘Ontoelaatbaar’
Het schoot een aantal Belgische gemeenten in het verkeerde keelgat. De Brusselse burgemeester noemde de billboards op Twitter “ontoelaatbaar” te vinden en kondigde aan dat justitie er tegen zal optreden.
Ook het stadsbestuur van Leuven liet weten dat de billboards niet welkom zijn, en Gent onderzoekt een vergelijkbaar verbod. Bovendien werd er een klacht ingediend bij de Jury voor ethische praktijken, een onafhankelijk instituut in België dat reclames onderzoekt.
Volgens een persbericht van Rich meet beautiful is het oog nu ook op Nederland gevallen. Een drie maanden durende campagne en vijf billboards moeten toekomstige sugarbaby’s en sugardaddy’s naar de site lokken. De verwachtingen zijn niet mis: de komende maanden verwacht de site naar eigen zeggen vijftigduizend Nederlandse studenten als sugarbaby te verwelkomen.
Grijs gebied
Coördinatiecentrum tegen mensenhandel CoMensha vindt dat de organisatie meer op een escortbureau lijkt dan op een datingsite. “Ze gebruiken stereotyperingen die hinten op seksuele dienstverlening”, zegt woordvoerder Brian Oedayrajsingh Varma. “In veel gemeenten moeten escortbureaus een vergunning hebben en datingbureaus niet. Het bedrijf begeeft zich daarmee in een grijs gebied dat slecht gereguleerd en niet gemonitord wordt.”
Een woordvoerder van universiteitenvereniging VSNU “voelt geen behoefte om namens de Nederlandse universiteiten te reageren”.
HOP, Irene Schoenmacker
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.