Campus

SpongeBob

,,Ah, kijk nou, d’r luikjes zijn al bijna dicht”, zegt er één vertederd over de baby van een pas bevallen collega.,,Ja, mijn luikjes zitten ook al bijna dicht”, antwoordt haar onderuitgezakte buurman.

br />
,,Ahahaha”, gaat het in de pauzerende kring.

Samen koffiedrinken zou tot geweldige vondsten moeten leiden – tot vakgebiedoverschrijdende ideeën, en een hecht stamgevoel. Maar onze afdeling keert naar de werkplek terug met de hartkloppingen van een maximum stress endurance test.

Er is iets met koffiepauze in een grote groep. Je zit daar met een volle mok voor je – je hebt allang genoeg koffie gehad, maar zo’n mok biedt houvast – en er daalt een Stilte. Iemand schraapt onwillekeurig zijn keel. Alle ogen gaan die richting uit. De schraper kijkt paniekerig naar boven, links-rechts-links, duidelijk op zoek naar iets te zeggen. De tafel met mensen lijkt tot de horizon te strekken. De ogen van de schraper richten zich op iemand aan de overkant.

,,Ben jij al op de foto geweest met SpongeBob?” vraagt de schraper.
,,Nee, hoezo?”

,,Nou, dan ben jij zeker niet zo’n stripper.”

,,Ahahaha”, hinnik je.

,,Ahahaha”, mitrailleurt de rest van de kamer mee.

Er valt weer een stilte. Je wilt zeggen: ‘Ja, zo lacht SpongeBob ook.’ – Je houdt net op tijd je mond.

,,Weet je dat je na twee wiegendoodbaby’s de gevangenis in draait?”

De stilte wordt nu pijnlijk. Wat zou SpongeBob doen in zo’n geval, denk je. Zich opsplitsen in honderden mini-sponsjes die gillend uit z’n Squarepants wegrennen.

,,Maar jij ziet er heel gezond uit hè, kielekiele, wat een lieverd!”

Je pakt de bos sleutels alvast van de tafel. Simultaan staat iedereen op: de bel heeft geklonken. Buiten de koffiekamer sta je daarna een halfuur oergezellig te leuteren. Met één collega.

,,Ah, kijk nou, d’r luikjes zijn al bijna dicht”, zegt er één vertederd over de baby van een pas bevallen collega.

,,Ja, mijn luikjes zitten ook al bijna dicht”, antwoordt haar onderuitgezakte buurman.

,,Ahahaha”, gaat het in de pauzerende kring.

Samen koffiedrinken zou tot geweldige vondsten moeten leiden – tot vakgebiedoverschrijdende ideeën, en een hecht stamgevoel. Maar onze afdeling keert naar de werkplek terug met de hartkloppingen van een maximum stress endurance test.

Er is iets met koffiepauze in een grote groep. Je zit daar met een volle mok voor je – je hebt allang genoeg koffie gehad, maar zo’n mok biedt houvast – en er daalt een Stilte. Iemand schraapt onwillekeurig zijn keel. Alle ogen gaan die richting uit. De schraper kijkt paniekerig naar boven, links-rechts-links, duidelijk op zoek naar iets te zeggen. De tafel met mensen lijkt tot de horizon te strekken. De ogen van de schraper richten zich op iemand aan de overkant.

,,Ben jij al op de foto geweest met SpongeBob?” vraagt de schraper.
,,Nee, hoezo?”

,,Nou, dan ben jij zeker niet zo’n stripper.”

,,Ahahaha”, hinnik je.

,,Ahahaha”, mitrailleurt de rest van de kamer mee.

Er valt weer een stilte. Je wilt zeggen: ‘Ja, zo lacht SpongeBob ook.’ – Je houdt net op tijd je mond.

,,Weet je dat je na twee wiegendoodbaby’s de gevangenis in draait?”

De stilte wordt nu pijnlijk. Wat zou SpongeBob doen in zo’n geval, denk je. Zich opsplitsen in honderden mini-sponsjes die gillend uit z’n Squarepants wegrennen.

,,Maar jij ziet er heel gezond uit hè, kielekiele, wat een lieverd!”

Je pakt de bos sleutels alvast van de tafel. Simultaan staat iedereen op: de bel heeft geklonken. Buiten de koffiekamer sta je daarna een halfuur oergezellig te leuteren. Met één collega.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.