Ruim 60 procent van de eerstejaars hbo- en wo-studenten wil naast zijn studie werken. Het gaat de eerstejaars vooral om het geld. Een kleine minderheid doet het omdat het werk plezierig of leerzaam is.
Een kwart van de eerstejaars zet het eerste verdiende geld meteen op een spaarrekening. Dat blijkt uit onderzoek van uitzendbureau Studentalent tijdens de introductiedagen in Nijmegen, Rotterdam en Eindhoven.
Van de nieuwe lichting is 63 procent op zoek naar een (nieuwe) bijbaan; 7 op de 10 jongen en 6 op de 10 meisjes. Het merendeel van de ouderejaars heeft al een bijbaan, vaak in de oude woonplaats.
Geld verdienen
Voor 74 procent van de ondervraagden is ‘geld verdienen’ de belangrijkste drijfveer om te gaan werken. Een kleiner percentage (13 procent) vindt werken vooral plezierig of leerzaam (12 procent).
Kantooruren
Studenten werken bij voorkeur tijdens kantooruren (38 procent) of ’s avonds (26 procent). Onder mannelijke studenten is weekendwerk relatief populair (32 procent). Bijna een kwart werkt het liefst overdag en evenveel hebben een voorkeur voor de avond. Een vijfde van de mannen heeft geen voorkeur.
Van de meisjes heeft 36 procent liefst overdag een bijbaan en 31 procent in het weekeinde. Maar 4 procent heeft een voorkeur voor de avond en 7 procent maakt het niet uit.
Sparen, uitgaan, kleding
Op de vraag waar het eerste salaris direct aan wordt uitgegeven antwoordde 27 procent ‘sparen’. De overige studenten zeggen hun eerste salaris direct uit te geven aan uitgaan (22 procent), kleding (19 procent), huur (9 procent), eten (8 procent), mobiel/internet (7 procent), studentenkamer inrichten (6 procent) en schulden aflossen (2 procent).
De oorspronkelijke reden voor de vervroeging was de overlap van de tweede week van de kennismakingstijd (kmt) van de grote verenigingen met de eerste collegeweek. Die leidde tot oververmoeide studenten, die slapend in de collegebanken hingen. “Met de besturen van Virgiel en het Delfts Studenten Corps ben ik overeen gekomen dat zij hun kmt aanpassen”, vertelt collegelid Paul Rullmann. “Ik geef hen de tijd dat zelf in te vullen. Daarna gaan we weer om de tafel zitten.”
Deze week schrijft het college een brief aan alle verenigingen (inclusief de studieverenigingen), waarin ze de kwestie zal toelichten. Esther Bijloo, commissaris extern van het corps: “We gaan kritisch kijken naar ons eigen programma, voordat er maatregelen getroffen worden die nadelig zijn voor heel Delft.”
Bij Virgiel doet men hetzelfde. Voorzitter Koen Verhees: “We hebben een werkgroep opgericht die de invulling van de kmt nog eens goed bekijkt. We proberen de intensiteit te verminderen. We verwachten in maart de eerste resultaten.” Achter de veranderingen staat wel enige druk. “Hebben de maatregelen geen resultaat, dan wordt de Owee volgend jaar alsnog vervroegd”, vertelt Rullmann.
Wat uit de evaluatie zal komen, weten de verenigingen nog niet. “We zien nog steeds duidelijk de waarde van de tweede week van de kmt. We moeten alleen kijken of het programma nog steeds aansluit op onze wensen en die van de andere partijen. Eén van de opties is dat we de tweede week afschaffen, maar dat heeft op voorhand niet onze voorkeur”, vertelt Bijloo.
Verhees: “De kmt is natuurlijk een verenigingsaangelegenheid, maar we kunnen wel goed naar de wensen van het college luisteren en die meewegen. Na de kmt gaan we evalueren: was het leuk voor ons en kan het college er tevreden mee zijn?”
Een kwart van de eerstejaars zet het eerste verdiende geld meteen op een spaarrekening. Dat blijkt uit onderzoek van uitzendbureau Studentalent tijdens de introductiedagen in Nijmegen, Rotterdam en Eindhoven.
Van de nieuwe lichting is 63 procent op zoek naar een (nieuwe) bijbaan; 7 op de 10 jongens en 6 op de 10 meisjes. Het merendeel van de ouderejaars heeft al een bijbaan, vaak in de oude woonplaats.
Geld verdienen
Voor 74 procent van de ondervraagden is ‘geld verdienen’ de belangrijkste drijfveer om te gaan werken. Een kleiner deel vindt werken vooral plezierig (13 procent) of leerzaam (12 procent).
Kantooruren
Studenten werken bij voorkeur tijdens kantooruren (38 procent) of ’s avonds (26 procent). Onder mannelijke studenten is weekendwerk relatief populair (32 procent). Bijna een kwart van hen werkt het liefst overdag en evenveel hebben een voorkeur voor de avond. Een vijfde van de mannen heeft geen voorkeur.
Van de meisjes heeft 36 procent liefst overdag een bijbaan en 31 procent in het weekeinde. Maar 4 procent heeft een voorkeur voor de avond en 7 procent maakt het niet uit.
Sparen, uitgaan, kleding
Op de vraag waar het eerste salaris direct aan wordt uitgegeven antwoordde 27 procent ‘sparen’. De overige studenten zeggen hun eerste salaris direct uit te geven aan uitgaan (22 procent), kleding (19 procent), huur (9 procent), eten (8 procent), mobiel/internet (7 procent), studentenkamer inrichten (6 procent) en schulden aflossen (2 procent).
Comments are closed.