Het dorpje Makanya in Noord-Tanzania zou moeten veranderen in een duurzaam ‘superdorp’, een proefveld voor Delftse onderzoeksprojecten op het gebied van duurzaam wonen, landbouw en energie.
Tijdens de dieslezing over duurzame ontwikkeling in november zal prof.dr.ir. Huub Savenije aan collega’s voorstellen om het dorp als een soort laboratorium voor duurzame ontwikkeling te lanceren.
“Ik beweer niet dat we de problemen hier kunnen oplossen. Maar we kunnen wel helpen, en het biedt geweldige onderzoeksmogelijkheden. Dat laatste is eigenlijk het uitgangspunt. De TU kan geen duurzaamheid voorstaan en vervolgens alleen een congres organiseren. Dat zou holle retoriek zijn.”
Savenije vindt Makanya (zesduizend inwoners) de ideale plek om Delftse ambities te realiseren, omdat vlakbij een groot vliegveld ligt met directe vluchten naar Amsterdam. Al enkele jaren is het dorp de uitvalsbasis van een team van voornamelijk Delftse onderzoekers, die in het omliggende heuvellandschap de waterstromen in kaart brengen. Ze onderzoeken er hoe de boeren efficiënter met het schaarse water om kunnen gaan, onder meer door de grond meer doorlatend te maken en de irrigatiesystemen te verbeteren.
Savenijes team kent er al veel mensen, onder wie een aantal dat Engels spreekt. En de Tanzaniaanse partner van de Delftenaren, de Landbouwuniversiteit Sokoine, heeft goede banden met het bestuur van het dorp.
In en rond het dorp liggen volgens Savenije veel technologische uitdagingen. Zo is het dorp omringd door een immense sisalplantage (een soort agave . red.). De grote bloemstelen van de agaves steken zo ver het oog reikt metershoog de lucht in. Uit de vezelrijke bladeren van de plant wordt touw gemaakt, en van de staken gammele hekken. “Maar misschien kun je van de staken ook wel windmolens maken”, zegt Savenije. “Ik denk niet dat iemand dat ooit heeft geprobeerd.” (TvD/MK)
Tijdens de dieslezing over duurzame ontwikkeling in november zal prof.dr.ir. Huub Savenije aan collega’s voorstellen om het dorp als een soort laboratorium voor duurzame ontwikkeling te lanceren.
“Ik beweer niet dat we de problemen hier kunnen oplossen. Maar we kunnen wel helpen, en het biedt geweldige onderzoeksmogelijkheden. Dat laatste is eigenlijk het uitgangspunt. De TU kan geen duurzaamheid voorstaan en vervolgens alleen een congres organiseren. Dat zou holle retoriek zijn.”
Savenije vindt Makanya (zesduizend inwoners) de ideale plek om Delftse ambities te realiseren, omdat vlakbij een groot vliegveld ligt met directe vluchten naar Amsterdam. Al enkele jaren is het dorp de uitvalsbasis van een team van voornamelijk Delftse onderzoekers, die in het omliggende heuvellandschap de waterstromen in kaart brengen. Ze onderzoeken er hoe de boeren efficiënter met het schaarse water om kunnen gaan, onder meer door de grond meer doorlatend te maken en de irrigatiesystemen te verbeteren.
Savenijes team kent er al veel mensen, onder wie een aantal dat Engels spreekt. En de Tanzaniaanse partner van de Delftenaren, de Landbouwuniversiteit Sokoine, heeft goede banden met het bestuur van het dorp.
In en rond het dorp liggen volgens Savenije veel technologische uitdagingen. Zo is het dorp omringd door een immense sisalplantage (een soort agave . red.). De grote bloemstelen van de agaves steken zo ver het oog reikt metershoog de lucht in. Uit de vezelrijke bladeren van de plant wordt touw gemaakt, en van de staken gammele hekken. “Maar misschien kun je van de staken ook wel windmolens maken”, zegt Savenije. “Ik denk niet dat iemand dat ooit heeft geprobeerd.” (TvD/MK)

Tijdens de dieslezing over duurzame ontwikkeling in november zal prof.dr.ir. Huub Savenije aan collega’s voorstellen om het dorp als een soort laboratorium voor duurzame ontwikkeling te lanceren.
“Ik beweer niet dat we de problemen hier kunnen oplossen. Maar we kunnen wel helpen, en het biedt geweldige onderzoeksmogelijkheden. Dat laatste is eigenlijk het uitgangspunt. De TU kan geen duurzaamheid voorstaan en vervolgens alleen een congres organiseren. Dat zou holle retoriek zijn.”
Savenije vindt Makanya (zesduizend inwoners) de ideale plek om Delftse ambities te realiseren, omdat vlakbij een groot vliegveld ligt met directe vluchten naar Amsterdam. Al enkele jaren is het dorp de uitvalsbasis van een team van voornamelijk Delftse onderzoekers, die in het omliggende heuvellandschap de waterstromen in kaart brengen. Ze onderzoeken er hoe de boeren efficiënter met het schaarse water om kunnen gaan, onder meer door de grond meer doorlatend te maken en de irrigatiesystemen te verbeteren.
Savenijes team kent er al veel mensen, onder wie een aantal dat Engels spreekt. En de Tanzaniaanse partner van de Delftenaren, de Landbouwuniversiteit Sokoine, heeft goede banden met het bestuur van het dorp.
In en rond het dorp liggen volgens Savenije veel technologische uitdagingen. Zo is het dorp omringd door een immense sisalplantage (een soort agave . red.). De grote bloemstelen van de agaves steken zo ver het oog reikt metershoog de lucht in. Uit de vezelrijke bladeren van de plant wordt touw gemaakt, en van de staken gammele hekken. “Maar misschien kun je van de staken ook wel windmolens maken”, zegt Savenije. “Ik denk niet dat iemand dat ooit heeft geprobeerd.” (TvD/MK)

Comments are closed.