,,Het probleem met ingenieurs is hetzelfde als met Duitsers: hun gevoel voor humor is ver te zoeken. Op een enkele uitzondering na.”(Ad Lagendijk in de Volkskrant),,En op basis van zo’n, ook binnen Rijkswaterstaat bekritiseerde, statistische benadering van hoogwaterstanden gaan we straks in ijltempo dijken versterken.
Om over enige jaren, wanneer er een nieuwe, statistisch nog beter onderlegde geleerde van de TU Delft opstaat, alsnog te besluiten dat die dijken toch hoger moeten. Hierdoor zal het landschap verder worden aangetast.”
(Broer Scholtens in Technisch Weekblad)
,,Onze boodschap is: je investeert in jezelf. En de overheid draagt daar aan bij. Draagt daar véél aan bij. De collegegelden dekken de werkelijke kosten van het onderwijs bij lange na niet. Studiefinanciering bestaat nog steeds voor de lagere- en middeninkomens, maar niet meer zo veel voor de hogere inkomens. Die zullen dat zelf moeten betalen, of lenen.”
(Jo Ritzen in de Volkskrant)
,,Het huidige beurzenstelsel heeft nooit zijn doel bereikt: onafhankelijkheid van de ouders. Die onafhankelijkheid kun je ook bereiken door geld te lenen. Je kunt je voorstellen dat straks alleen nog een beurs wordt verstrekt als ouders een laag of middeninkomen hebben. Het geld dat je dan overhoudt, kan worden besteed aan een lagere rente op studieleningen.”
(Jo Ritzen in de Haagsche Courant)
,,Een buitenlandse gast in je groep is meestal een goede zaak. De universiteit is op veel plaatsen zo door het korset van de middelmaat gekweld, dat het een verademing is een andere dan een door de faculteitsraad goedgekeurde kop tegen te komen.”
(Ton van Raan in NRC Handelsblad)
,,Door concurrentie (tussen toponderzoekers) ontstaan wel meer speerpunten en beperkte concentraties van talent, zoals ook nu al aanwezig zijn, maar niet makkelijk faculteiten die over de hele linie sterk zijn, zoals in Stanford, Harvard of MIT. Een echte topuniversiteit ontstaat alleen door concentratie van talent op een breed gebied. Anders blijft het bij incidentele hollers, die rap vooruit pogen te komen in een stroperige massa wandelaars.”
(Piet Borst in NRC Handelsblad)
,,Nu is een onderwijsprogramma vaak een afgeleide van wat de vakgroepen in huis hebben. Hevel je dat over naar een apart bestuur, waarin een mix van mensen van buiten en universitair personeel, dan is dat beter.”
(Prof.dr. H. Adriaansens, auteur WRR-rapport Hoger onderwijs in fasen, in Trouw)
,,Het probleem met ingenieurs is hetzelfde als met Duitsers: hun gevoel voor humor is ver te zoeken. Op een enkele uitzondering na.”
(Ad Lagendijk in de Volkskrant)
,,En op basis van zo’n, ook binnen Rijkswaterstaat bekritiseerde, statistische benadering van hoogwaterstanden gaan we straks in ijltempo dijken versterken. Om over enige jaren, wanneer er een nieuwe, statistisch nog beter onderlegde geleerde van de TU Delft opstaat, alsnog te besluiten dat die dijken toch hoger moeten. Hierdoor zal het landschap verder worden aangetast.”
(Broer Scholtens in Technisch Weekblad)
,,Onze boodschap is: je investeert in jezelf. En de overheid draagt daar aan bij. Draagt daar véél aan bij. De collegegelden dekken de werkelijke kosten van het onderwijs bij lange na niet. Studiefinanciering bestaat nog steeds voor de lagere- en middeninkomens, maar niet meer zo veel voor de hogere inkomens. Die zullen dat zelf moeten betalen, of lenen.”
(Jo Ritzen in de Volkskrant)
,,Het huidige beurzenstelsel heeft nooit zijn doel bereikt: onafhankelijkheid van de ouders. Die onafhankelijkheid kun je ook bereiken door geld te lenen. Je kunt je voorstellen dat straks alleen nog een beurs wordt verstrekt als ouders een laag of middeninkomen hebben. Het geld dat je dan overhoudt, kan worden besteed aan een lagere rente op studieleningen.”
(Jo Ritzen in de Haagsche Courant)
,,Een buitenlandse gast in je groep is meestal een goede zaak. De universiteit is op veel plaatsen zo door het korset van de middelmaat gekweld, dat het een verademing is een andere dan een door de faculteitsraad goedgekeurde kop tegen te komen.”
(Ton van Raan in NRC Handelsblad)
,,Door concurrentie (tussen toponderzoekers) ontstaan wel meer speerpunten en beperkte concentraties van talent, zoals ook nu al aanwezig zijn, maar niet makkelijk faculteiten die over de hele linie sterk zijn, zoals in Stanford, Harvard of MIT. Een echte topuniversiteit ontstaat alleen door concentratie van talent op een breed gebied. Anders blijft het bij incidentele hollers, die rap vooruit pogen te komen in een stroperige massa wandelaars.”
(Piet Borst in NRC Handelsblad)
,,Nu is een onderwijsprogramma vaak een afgeleide van wat de vakgroepen in huis hebben. Hevel je dat over naar een apart bestuur, waarin een mix van mensen van buiten en universitair personeel, dan is dat beter.”
(Prof.dr. H. Adriaansens, auteur WRR-rapport Hoger onderwijs in fasen, in Trouw)
Comments are closed.