Onderwijs

Ritzen gelooft niet in actieplan bèta-studies

Het aantal studenten in de harde bèta- en techniekstudies kan omhoog, maar dan is wel actie nodig. Zowel de prestatiebeurs als de slechte voorbereiding in het vwo jagen studenten weg.

Dat zegt de commissie-Verruijt in haar eindrapport over de toekomst van de bèta- en techniekstudies. Minister Ritzen reageert zeer afhoudend.

Eigenlijk zijn Ritzen en de ‘commissie-bètatoekomst’ van de Akademie van wetenschappen (KNAW) het maar over één ding eens: er dreigt een groot tekort aan afgestudeerden in een aantal exacte en technische richtingen. Maar als het over oorzaken of remedies gaat, lopen de meningen uiteen.

Niet alle bèta- en techniekstudies verkeren in malaise. Biologie, farmacie, industrieel ontwerpen en technische bedrijfskunde groeiden recent nog. Problemen hebben vooral de exacte studies wis-, natuur- en scheikunde en klassieke ingenieursstudies als elektrotechniek en civiele techniek. Het aantal studenten is de laatste jaren meer dan gehalveerd en teruggevallen tot het peil van 1960. En dat terwijl juist in deze ‘harde’ richtingen veel vacatures worden verwacht.

De commissie legt de verantwoordelijkheid deels bij het kabinet. Maar de minister reageerde hier maandag bij de presentatie van het rapport koeltjes op. De stelling dat de prestatiebeurs tot risicomijdende studiekeuzes leidt – en dat er dus aangepaste beurzen voor exacte studies nodig zijn – vindt hij bijvoorbeeld ,,slecht onderbouwd”. Voor zulke conclusies acht hij meer onderzoek nodig.

Verruijt betwijfelt echter of extra onderzoek wel nodig is. Behalve enkele rapporten spreken ook de cijfers voor zich: ,,Sinds de studiebeurzen zijn verslechterd is het aantal studenten bij exacte studies scherp gaan dalen. En dat is toch ook logisch?” Wie vertraging oploopt, riskeert een enorme studieschuld. En bij zware studies is dat risico het grootst.
Cadeau

In een eerste reactie zegt voorzitter De Voogd van het Delftse college van bestuur dat de overheid eerstejaars techniekstudenten de beurs een jaar lang cadeau zou kunnen doen, om risicoloos de studie te kunnen uitproberen. De TU zelf zal waarschijnlijk ook financiële aanbiedingenregelingen treffen, maar hoe dat eruit zal zien is nog niet bekend.

Een andere factor die de populariteit van de exacte studies ondermijnt, is volgens de commissie de armoede van het vwo, waar docenten volgens Verruijt ,,de hoogste werkdruk en de laagste salarissen van Europa” krijgen. Bovendien zijn er in de bètavakken steeds minder academisch geschoolde leraren, die studenten enthousiast kunnen maken voor een universitaire studie. Ritzen spreekt overigens ook deze stelling tegen.

Maar de door bèta’s bemande commissie steekt de hand ook in eigen boezem: de inhoud van de studieprogramma’s is te eenzijdig gericht op onderzoek. Verbreding van de opleiding,met meer aandacht voor maatschappelijke aspecten, kan de studie voor grotere groepen studenten aantrekkelijk maken. De commissie voegt daaraan toe dat bedrijven ook maar eens hogere salarissen aan bèta’s moeten betalen.

De instroom bij de geplaagde bètastudies moet minstens twintig procent omhoog kunnen, vindt de commissie. De helft van die groei komt bijna vanzelf, doordat het aantal geboortes in de jaren tachtig is gegroeid. Voor de andere tien procent is actie nodig. Naast veel voorlichting en versterking van de contacten met het vwo is een van die acties een verbeterde studiefinanciering voor de echte tekortstudies. Dat idee is al vijf jaar oud, maar minister Ritzen is er tot nu toe nooit op ingegaan.
(HOP/F.S.)

Het aantal studenten in de harde bèta- en techniekstudies kan omhoog, maar dan is wel actie nodig. Zowel de prestatiebeurs als de slechte voorbereiding in het vwo jagen studenten weg. Dat zegt de commissie-Verruijt in haar eindrapport over de toekomst van de bèta- en techniekstudies. Minister Ritzen reageert zeer afhoudend.

Eigenlijk zijn Ritzen en de ‘commissie-bètatoekomst’ van de Akademie van wetenschappen (KNAW) het maar over één ding eens: er dreigt een groot tekort aan afgestudeerden in een aantal exacte en technische richtingen. Maar als het over oorzaken of remedies gaat, lopen de meningen uiteen.

Niet alle bèta- en techniekstudies verkeren in malaise. Biologie, farmacie, industrieel ontwerpen en technische bedrijfskunde groeiden recent nog. Problemen hebben vooral de exacte studies wis-, natuur- en scheikunde en klassieke ingenieursstudies als elektrotechniek en civiele techniek. Het aantal studenten is de laatste jaren meer dan gehalveerd en teruggevallen tot het peil van 1960. En dat terwijl juist in deze ‘harde’ richtingen veel vacatures worden verwacht.

De commissie legt de verantwoordelijkheid deels bij het kabinet. Maar de minister reageerde hier maandag bij de presentatie van het rapport koeltjes op. De stelling dat de prestatiebeurs tot risicomijdende studiekeuzes leidt – en dat er dus aangepaste beurzen voor exacte studies nodig zijn – vindt hij bijvoorbeeld ,,slecht onderbouwd”. Voor zulke conclusies acht hij meer onderzoek nodig.

Verruijt betwijfelt echter of extra onderzoek wel nodig is. Behalve enkele rapporten spreken ook de cijfers voor zich: ,,Sinds de studiebeurzen zijn verslechterd is het aantal studenten bij exacte studies scherp gaan dalen. En dat is toch ook logisch?” Wie vertraging oploopt, riskeert een enorme studieschuld. En bij zware studies is dat risico het grootst.
Cadeau

In een eerste reactie zegt voorzitter De Voogd van het Delftse college van bestuur dat de overheid eerstejaars techniekstudenten de beurs een jaar lang cadeau zou kunnen doen, om risicoloos de studie te kunnen uitproberen. De TU zelf zal waarschijnlijk ook financiële aanbiedingenregelingen treffen, maar hoe dat eruit zal zien is nog niet bekend.

Een andere factor die de populariteit van de exacte studies ondermijnt, is volgens de commissie de armoede van het vwo, waar docenten volgens Verruijt ,,de hoogste werkdruk en de laagste salarissen van Europa” krijgen. Bovendien zijn er in de bètavakken steeds minder academisch geschoolde leraren, die studenten enthousiast kunnen maken voor een universitaire studie. Ritzen spreekt overigens ook deze stelling tegen.

Maar de door bèta’s bemande commissie steekt de hand ook in eigen boezem: de inhoud van de studieprogramma’s is te eenzijdig gericht op onderzoek. Verbreding van de opleiding,met meer aandacht voor maatschappelijke aspecten, kan de studie voor grotere groepen studenten aantrekkelijk maken. De commissie voegt daaraan toe dat bedrijven ook maar eens hogere salarissen aan bèta’s moeten betalen.

De instroom bij de geplaagde bètastudies moet minstens twintig procent omhoog kunnen, vindt de commissie. De helft van die groei komt bijna vanzelf, doordat het aantal geboortes in de jaren tachtig is gegroeid. Voor de andere tien procent is actie nodig. Naast veel voorlichting en versterking van de contacten met het vwo is een van die acties een verbeterde studiefinanciering voor de echte tekortstudies. Dat idee is al vijf jaar oud, maar minister Ritzen is er tot nu toe nooit op ingegaan.
(HOP/F.S.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.