Het gaat nu hard tegen hard tussen de TU en de Stichting Histechnica, die de collectie van het geplaagde Techniek Museum Delft zou beheren en presenteren.
Histechnica wil het stichtingsgeld, via een beschermingsconstructie, buiten de TU brengen, daagt de TU uit daarover naar de rechter te stappen en doet een viertal financiële claims, die de opmaat vormen voor evenzoveel juridische processen. De universiteit lijkt eveneens een gang naar de rechter te overwegen, omdat zij de stichting onbehoorlijke taakvervulling zou kunnen verwijten.
Histechnica stuurde het college van bestuur rond het weekeinde een aantal aangetekende brieven waarin zij stelling betrekt tegen de operatie om het Techniekmuseum weer onder TU-vleugels te brengen.
Na de constatering van mr. H.J. Zeevalking dat de slepende privatisering van het museum is mislukt, besloot het college onlangs tot liquidatie van de twee stichtingen (Histechnica en Stichting Techniek Delft), waarop het museum uit oogpunt van gunstige btw-voorzieningen is gebouwd. Een nieuwe stichting, de Stichting Techniek Museum Delft, moet met een nieuw plan het stuur van het museum in nood overnemen.
In antwoord op dit ‘eenzijdige besluit’ deelt Histechnica het college mee dat zij haar vigerende statuten niet zal wijzigen (om liquidatie mogelijk te maken). Het zogenaamde Histechnica-fonds (waarin een half miljoen gulden) wil het bestuur een beheersconstructie geven ,,die de belangen van de inbrengers veilig stelt”. Hiertoe brengt Histechnica per 3 november het geld onder bij weer een andere stichting: de Stichting Technologie en Samenleving, die meerdere musea subsidieert. Wil de TU hier een stokje voor steken, dan kan zij zich tot die tijd met een verzoek tot nietigverklaring bij de rechter wenden, aldus Histechnica.
Ook maakt de stichting melding van een nieuw bestuur, dat zich ‘voorbereidt op ontbinding’ mocht de rechter in het voordeel van de TU beslissen. ,,Het bestuur zal zich in dat geval juridisch laten bijstaan opdat de onderneming elders gunstig kan worden voortgezet.” Daarnaast doet de stichting vier vorderingen, die een totaalbedrag van ongeveer zes ton vertegenwoordigen.
,,We zullen de brieven netjes en adequaat beantwoorden”, aldus de eerste reactie van TU-jurist mr. J. Kok, lid van het ‘kernteam’ dat de twee oude stichtingen uit het rechtsverkeer moet halen en secretaris van de nieuwe stichting die orde op zaken moet stellen. ,,Verder behouden wij ons alle rechten voor. We zullen ons bezinnen op onze positie en niet schromen ons gelijk te halen.” In principe dus ook bereidheid tot procederen aan de kant van de TU.
Spil in het museumconflict is prof.dr. W.J. Beek, sinds twee weken voorzitter van Histechnica maar al vanaf het prille begin betrokken bij de geflopte verzelfstandiging van het voormalig Technische Tentoonstellings Centrum (TTC). Beek was onder (veel) meer voorzitter van de stappenplancommissie diede privatisering handen en voeten gaf. ,,Wij werken niet mee aan een constructie waarin we niet geloven”, aldus Beek over de motivatie van Histechnica om de voet dwars te zetten.
Reden om de gelden niet aan de TU over te dragen, is volgens Beek dat deze door derden ,,en mijzelf” zijn ingebracht, en dus niet eigendom van de TU zijn. Bovendien is het geld nooit exclusief voor het museum bedoeld geweest, aldus Beek. ,,De doelstelling van de stichting Histechnica zijn veel wijder.” Te weten de promotie van techniek in ruime zin des woords.
Wel had het museum een voorrangspositie bij de verdeling van het geld, maar die opzet is door de nieuwe constructie met de Stichting Techniek en Samenleving volledig van de baan. Het museum wordt straks gelijk behandeld net als andere musea bij subsidieaanvragen.
Overigens is het vermogen van Histechnica volgens Beek groter dan wat nu in het fonds zit. Inclusief alle vorderingen en ,,extra geld om aan te spreken”, dat al veel eerder bij de stichting Techniek en Samenleving was ondergebracht, gaat het volgens hem om ruim één miljoen gulden.
De vorderingen in kwestie verdeelt Histechnica onder in vier stuks. De eerste vordering van twaalfduizend gulden op de Stichting Techniek Delft betreft een tegoed van Beek voor ‘geld uit adviezen’. Een claim van bijna 190 duizend gulden op de TU zou gaan om achterstallige TU-betalingen aan de buiten-universitaire leden van de ‘commissie-Beek’, die hun vergoeding ter beschikking hadden gesteld aan Histechnica. Voorts ligt er een vordering van ‘anderen’ op het beschermfonds Histechnica, groot 422 duizend gulden. Dit is het geld van de inbrengers, die hun aandeel komen opeisen na ontbinding. Ten slotte eist Beek zelf 170 duizend, ,,op grond van arbeidscontracten die ik met de Stichting Techniek Delft hield”.
Tegenaanval
De universiteit wijst in haar tegenaanval op het gegeven dat niet de TU maar Histechnica als eerste begonnen is eenzijdige stappen te nemen, en wel met de plotseling opzegging van het huurcontract met de ‘huismeester’, namelijk de Stichting Techniek Delft, en de opzegging van de bruikleenovereenkomst die Histechnica had met de TU. Beide opzeggingen vonden vorig jaar in augustus en oktober plaats. Daarna nam de stichting Histechnica een slapende houding aan.
Ook vindt de universiteit dat Histechnica niet zomaar gelden kan oversluizen naar elders, aangezien het hier gaat om gelden die met een specifieke bedoeling – in dit geval de opzet van het geprivatiseerde museum – bijeen zijn gebracht. Behalve dat de TU vraagtekens plaatst bij de bevoegdheid van Histechnica om geld van ‘derden’ te claimen, vindt zij dat de universiteit door de hele kwestie direct en indirecte schade lijdt. Dat standpunt alleen al zou aanleiding voor een rechtszaak, aangespannen door de TU, kunnen zijn.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, meldt Beek dat hij nog een rechtszaak in voorbereiding heeft als het conflict over de vorderingen is geslecht, ,,leidend tot veel grotere vorderingen”. Waar de TU zich in feite richt op de ‘wanprestatie’ in het privatiseringsproces, wil Beek in dat geval de TU voor ‘wanbeleid’ aanklagen.
Beide partijen verzuchten dat hier ‘voor jaren werk’ aan de winkel is, maar weigeren in hun standpunten vooralsnog te wijken. Voor zover de ‘staart’ van het museum-debâcle al in zicht is, bestaat deze eruit dat de gemeente haar garantiestelling voor het museum intrekt, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een ton subsidie niet continueert en de overige drie huurders in het museumpand- onder wie het restaurant Hal 2 – nog met schadeclaims zullen komen. (H.O.)
Het gaat nu hard tegen hard tussen de TU en de Stichting Histechnica, die de collectie van het geplaagde Techniek Museum Delft zou beheren en presenteren. Histechnica wil het stichtingsgeld, via een beschermingsconstructie, buiten de TU brengen, daagt de TU uit daarover naar de rechter te stappen en doet een viertal financiële claims, die de opmaat vormen voor evenzoveel juridische processen. De universiteit lijkt eveneens een gang naar de rechter te overwegen, omdat zij de stichting onbehoorlijke taakvervulling zou kunnen verwijten.
Histechnica stuurde het college van bestuur rond het weekeinde een aantal aangetekende brieven waarin zij stelling betrekt tegen de operatie om het Techniekmuseum weer onder TU-vleugels te brengen.
Na de constatering van mr. H.J. Zeevalking dat de slepende privatisering van het museum is mislukt, besloot het college onlangs tot liquidatie van de twee stichtingen (Histechnica en Stichting Techniek Delft), waarop het museum uit oogpunt van gunstige btw-voorzieningen is gebouwd. Een nieuwe stichting, de Stichting Techniek Museum Delft, moet met een nieuw plan het stuur van het museum in nood overnemen.
In antwoord op dit ‘eenzijdige besluit’ deelt Histechnica het college mee dat zij haar vigerende statuten niet zal wijzigen (om liquidatie mogelijk te maken). Het zogenaamde Histechnica-fonds (waarin een half miljoen gulden) wil het bestuur een beheersconstructie geven ,,die de belangen van de inbrengers veilig stelt”. Hiertoe brengt Histechnica per 3 november het geld onder bij weer een andere stichting: de Stichting Technologie en Samenleving, die meerdere musea subsidieert. Wil de TU hier een stokje voor steken, dan kan zij zich tot die tijd met een verzoek tot nietigverklaring bij de rechter wenden, aldus Histechnica.
Ook maakt de stichting melding van een nieuw bestuur, dat zich ‘voorbereidt op ontbinding’ mocht de rechter in het voordeel van de TU beslissen. ,,Het bestuur zal zich in dat geval juridisch laten bijstaan opdat de onderneming elders gunstig kan worden voortgezet.” Daarnaast doet de stichting vier vorderingen, die een totaalbedrag van ongeveer zes ton vertegenwoordigen.
,,We zullen de brieven netjes en adequaat beantwoorden”, aldus de eerste reactie van TU-jurist mr. J. Kok, lid van het ‘kernteam’ dat de twee oude stichtingen uit het rechtsverkeer moet halen en secretaris van de nieuwe stichting die orde op zaken moet stellen. ,,Verder behouden wij ons alle rechten voor. We zullen ons bezinnen op onze positie en niet schromen ons gelijk te halen.” In principe dus ook bereidheid tot procederen aan de kant van de TU.
Spil in het museumconflict is prof.dr. W.J. Beek, sinds twee weken voorzitter van Histechnica maar al vanaf het prille begin betrokken bij de geflopte verzelfstandiging van het voormalig Technische Tentoonstellings Centrum (TTC). Beek was onder (veel) meer voorzitter van de stappenplancommissie diede privatisering handen en voeten gaf. ,,Wij werken niet mee aan een constructie waarin we niet geloven”, aldus Beek over de motivatie van Histechnica om de voet dwars te zetten.
Reden om de gelden niet aan de TU over te dragen, is volgens Beek dat deze door derden ,,en mijzelf” zijn ingebracht, en dus niet eigendom van de TU zijn. Bovendien is het geld nooit exclusief voor het museum bedoeld geweest, aldus Beek. ,,De doelstelling van de stichting Histechnica zijn veel wijder.” Te weten de promotie van techniek in ruime zin des woords.
Wel had het museum een voorrangspositie bij de verdeling van het geld, maar die opzet is door de nieuwe constructie met de Stichting Techniek en Samenleving volledig van de baan. Het museum wordt straks gelijk behandeld net als andere musea bij subsidieaanvragen.
Overigens is het vermogen van Histechnica volgens Beek groter dan wat nu in het fonds zit. Inclusief alle vorderingen en ,,extra geld om aan te spreken”, dat al veel eerder bij de stichting Techniek en Samenleving was ondergebracht, gaat het volgens hem om ruim één miljoen gulden.
De vorderingen in kwestie verdeelt Histechnica onder in vier stuks. De eerste vordering van twaalfduizend gulden op de Stichting Techniek Delft betreft een tegoed van Beek voor ‘geld uit adviezen’. Een claim van bijna 190 duizend gulden op de TU zou gaan om achterstallige TU-betalingen aan de buiten-universitaire leden van de ‘commissie-Beek’, die hun vergoeding ter beschikking hadden gesteld aan Histechnica. Voorts ligt er een vordering van ‘anderen’ op het beschermfonds Histechnica, groot 422 duizend gulden. Dit is het geld van de inbrengers, die hun aandeel komen opeisen na ontbinding. Ten slotte eist Beek zelf 170 duizend, ,,op grond van arbeidscontracten die ik met de Stichting Techniek Delft hield”.
Tegenaanval
De universiteit wijst in haar tegenaanval op het gegeven dat niet de TU maar Histechnica als eerste begonnen is eenzijdige stappen te nemen, en wel met de plotseling opzegging van het huurcontract met de ‘huismeester’, namelijk de Stichting Techniek Delft, en de opzegging van de bruikleenovereenkomst die Histechnica had met de TU. Beide opzeggingen vonden vorig jaar in augustus en oktober plaats. Daarna nam de stichting Histechnica een slapende houding aan.
Ook vindt de universiteit dat Histechnica niet zomaar gelden kan oversluizen naar elders, aangezien het hier gaat om gelden die met een specifieke bedoeling – in dit geval de opzet van het geprivatiseerde museum – bijeen zijn gebracht. Behalve dat de TU vraagtekens plaatst bij de bevoegdheid van Histechnica om geld van ‘derden’ te claimen, vindt zij dat de universiteit door de hele kwestie direct en indirecte schade lijdt. Dat standpunt alleen al zou aanleiding voor een rechtszaak, aangespannen door de TU, kunnen zijn.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, meldt Beek dat hij nog een rechtszaak in voorbereiding heeft als het conflict over de vorderingen is geslecht, ,,leidend tot veel grotere vorderingen”. Waar de TU zich in feite richt op de ‘wanprestatie’ in het privatiseringsproces, wil Beek in dat geval de TU voor ‘wanbeleid’ aanklagen.
Beide partijen verzuchten dat hier ‘voor jaren werk’ aan de winkel is, maar weigeren in hun standpunten vooralsnog te wijken. Voor zover de ‘staart’ van het museum-debâcle al in zicht is, bestaat deze eruit dat de gemeente haar garantiestelling voor het museum intrekt, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een ton subsidie niet continueert en de overige drie huurders in het museumpand- onder wie het restaurant Hal 2 – nog met schadeclaims zullen komen. (H.O.)
Comments are closed.