Net als vorig jaar heeft het ministerie van OCW ‘Kennis in Kaart’ uitgebracht: een rapport vol statistieken over de stand van zaken in het hoger onderwijs.
En weer is er in de media een ranglijstje mee gemaakt, tot grote woede van de Universiteit Leiden. Maar staatssecretaris Rutte laat zich niet uit het veld slaan.
Dat bleek vorige week woensdag tijdens een emotionele discussieavond bij de Leidse studentenvereniging Minerva. De redenering van de staatssecretaris is helder: om te verantwoorden wat er met belastinggeld gebeurt, wil hij elk jaar duidelijkheid geven over de prestaties van universiteiten en hogescholen. Over zaken als studietempo en internationalisering, maar ook over de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Grote vraag is: hoe meet je die kwaliteit en hoe geef je die in kort bestek weer zonder dat er verkeerde conclusies worden getrokken?
In de eerste editie van ‘Kennis in Kaart’, die vorig jaar uitkwam, maakte OCW gebruik van de oordelen van deskundigen in visitatierapporten. In één tabel stond welke scores de universiteiten de afgelopen acht jaar kregen van visitatiecommissies. Dat schoot menige instelling in het verkeerde keelgat. De ranglijst die het Algemeen Dagblad er uit destilleerde, zou een scheef beeld geven. Niet iedere onvoldoende is even erg, laat staan dat je er instellingen mee zou kunnen afrekenen, zoals het ministerie in de toekomst graag zou willen. Vooral de Universiteit Leiden was boos, want die eindigde onderaan. De instelling stelde dat visitatierapporten bij verschijning al verouderd zijn, en dat oude rapporten dus helemaal weinig zeggen over de actuele onderwijskwaliteit.
Onder druk van Leiden werd aanvankelijk besloten om in de tweede editie van Kennis in Kaart een instellingentabel te zetten, gebaseerd op de visitatierapporten die sinds 2004 verschenen. Nadeel daarvan is dat deze scores weinig tot niets zeggen over de instellingen, zeker als daarvan maar één of twee opleidingen zijn gevisiteerd. Vooral universiteiten die recentelijk slechte visitaties kregen, protesteerden, uit angst dat er een voor hen ongunstig lijstje van zou worden gemaakt.
Het compromis in de eindversie van Kennis in Kaart is een tabel waarin te zien is hoe afzonderlijke opleidingen sinds 2002 beoordeeld zijn. Het vervaardigen van een instellingsranglijst vergt daardoor meer rekenwerk dan vorig jaar. Van de landelijke media was NRC-Handelsblad er snel bij: het bombardeerde de Universiteit Maastricht tot beste onderwijsinstelling. Maar tot grote woede van de bij het debat aanwezige Leidse bestuurders en studenten meldde de krant ook prominent dat Leiden blijkens het visitatierapport uit 2004 de slechtste rechtenopleiding van Nederland heeft. Collegevoorzitter Breimer noemde dit ‘luie journalistiek’ en rechtendecaan Carel Stolker stelde dat een slechte beoordeling zijn faculteit op deze manier nog jarenlang achtervolgt, terwijl er inmiddels tal van verbeteringen gerealiseerd zijn. De vele rechtenstudenten in de zaal waren dat luidkeels met hen eens.
Maar staatssecretaris Rutte hield staande dat media in een democratisch land het volste recht hebben om ranglijstjes te maken. En op de studentenoordelen in de Keuzegids Hoger Onderwijs na, bestaan er nu eenmaal geen actuelere cijfers over de onderwijskwaliteit dan de visitatierapporten. Of wilde Leiden soms ieder jaar een visitatiecommissie op bezoek? Hij pleitte daarom niet voor minder maar voor meer en betere openbare gegevens die een bewuste studiekeuze vergemakkelijken. Zo vindt hij het hoog tijd dat de instellingen hun ‘schatkisten’ openen en meer vergelijkbare informatie aanleveren, bijvoorbeeld over de belangrijke verhouding tussen het aantal docenten en studenten.
Breimer ontkende in alle toonaarden dat de Universiteit Leiden gegevens achterhield. En mede namens de VSNU verklaarde collegelid Te Beest dat de staatssecretaris de instellingen nooit om dergelijke cijfers gevraagd heeft. Rutte reageerde met geveinsde verbazing (“Dus ik moet er de volgende keer gewoon om vragen?”) en benadrukte dat hij en zijn voorgangers al jaren bezig zijn om de instellingen meer kengetallen te ontfutselen. Kennis in Kaart is een van de instrumenten om dat goedschiks te bevorderen. Heeft dat geen effect, dan wil hij de informatiestroom wettelijk gaan afdwingen.
Evelien van Roemburg, voorzitter van studentenbond ISO bevestigde dat het overleg met VSNU en – in mindere mate – de HBO-raad juist op dit punt uiterst stroef verloopt. In een gezamenlijke stuurgroep proberen de koepelorganisaties en de studentenbonden overeenstemming te bereiken over de inhoud van de studiekeuzewebsite die ze willen opzetten.
(Illustratie: Floris Wiegerinck)
TU Delft: meeste onvoldoendes maar hoge excellente scores
Wie ‘Kennis in Kaart’ 2004 en 2005 samenvoegt, komt tot een lijst waarin negen jaar aan visitatiescores meewegen. Dan blijkt dat Maastricht het al heel lang goed doet volgens deskundigen. De universiteit eindigt bovenaan met 11 procent excellente beoordelingen en slechts 1 procent onvoldoende beoordelingen. Vlak daarachter staat de Universiteit Twente. Die heeft weliswaar 12 procent excellente beoordelingen in de wacht gesleept, maar daar staat 3 procent aan onvoldoendes tegenover: het eindsaldo is dus net iets lager.
De Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden staan samen onderaan. De UvA heeft 1 procent excellente en 3 procent onvoldoende beoordelingen gehaald. De UL heeft 2 procent excellente scores, maar ook 5 procent onvoldoende. De meeste onvoldoendes kreeg de TU Delft (6 procent), maar daar staat ook 9 procent aan excellente scores tegenover. Hoe dan ook scoren de universiteiten allemaal voor het overgrote deel voldoende. Maar dat mag vanzelf spreken.
Ook de kwaliteit van het universitaire onderzoek is in kaart gebracht. Het ministerie heeft de onderzoeksvisitaties 1998-2005 in een tabel samengevat. Daarin staat hoeveel keer de universiteiten op een vijfpuntsschaal lager dan een drie scoorden en hoeveel keer een vier of hoger. Dan blijkt vooral de Universiteit van Tilburg flink te scoren: 64,7 procent van alle beoordelingen was een vier of hoger, terwijl maar 2,9 procent lager dan een drie kreeg. Aan de Erasmus Universiteit is de oogst schraler. Daar kreeg maar 27,1 procent een vier of hoger, tegenover 22 procent lager dan een drie.
Dat bleek vorige week woensdag tijdens een emotionele discussieavond bij de Leidse studentenvereniging Minerva. De redenering van de staatssecretaris is helder: om te verantwoorden wat er met belastinggeld gebeurt, wil hij elk jaar duidelijkheid geven over de prestaties van universiteiten en hogescholen. Over zaken als studietempo en internationalisering, maar ook over de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Grote vraag is: hoe meet je die kwaliteit en hoe geef je die in kort bestek weer zonder dat er verkeerde conclusies worden getrokken?
In de eerste editie van ‘Kennis in Kaart’, die vorig jaar uitkwam, maakte OCW gebruik van de oordelen van deskundigen in visitatierapporten. In één tabel stond welke scores de universiteiten de afgelopen acht jaar kregen van visitatiecommissies. Dat schoot menige instelling in het verkeerde keelgat. De ranglijst die het Algemeen Dagblad er uit destilleerde, zou een scheef beeld geven. Niet iedere onvoldoende is even erg, laat staan dat je er instellingen mee zou kunnen afrekenen, zoals het ministerie in de toekomst graag zou willen. Vooral de Universiteit Leiden was boos, want die eindigde onderaan. De instelling stelde dat visitatierapporten bij verschijning al verouderd zijn, en dat oude rapporten dus helemaal weinig zeggen over de actuele onderwijskwaliteit.
Onder druk van Leiden werd aanvankelijk besloten om in de tweede editie van Kennis in Kaart een instellingentabel te zetten, gebaseerd op de visitatierapporten die sinds 2004 verschenen. Nadeel daarvan is dat deze scores weinig tot niets zeggen over de instellingen, zeker als daarvan maar één of twee opleidingen zijn gevisiteerd. Vooral universiteiten die recentelijk slechte visitaties kregen, protesteerden, uit angst dat er een voor hen ongunstig lijstje van zou worden gemaakt.
Het compromis in de eindversie van Kennis in Kaart is een tabel waarin te zien is hoe afzonderlijke opleidingen sinds 2002 beoordeeld zijn. Het vervaardigen van een instellingsranglijst vergt daardoor meer rekenwerk dan vorig jaar. Van de landelijke media was NRC-Handelsblad er snel bij: het bombardeerde de Universiteit Maastricht tot beste onderwijsinstelling. Maar tot grote woede van de bij het debat aanwezige Leidse bestuurders en studenten meldde de krant ook prominent dat Leiden blijkens het visitatierapport uit 2004 de slechtste rechtenopleiding van Nederland heeft. Collegevoorzitter Breimer noemde dit ‘luie journalistiek’ en rechtendecaan Carel Stolker stelde dat een slechte beoordeling zijn faculteit op deze manier nog jarenlang achtervolgt, terwijl er inmiddels tal van verbeteringen gerealiseerd zijn. De vele rechtenstudenten in de zaal waren dat luidkeels met hen eens.
Maar staatssecretaris Rutte hield staande dat media in een democratisch land het volste recht hebben om ranglijstjes te maken. En op de studentenoordelen in de Keuzegids Hoger Onderwijs na, bestaan er nu eenmaal geen actuelere cijfers over de onderwijskwaliteit dan de visitatierapporten. Of wilde Leiden soms ieder jaar een visitatiecommissie op bezoek? Hij pleitte daarom niet voor minder maar voor meer en betere openbare gegevens die een bewuste studiekeuze vergemakkelijken. Zo vindt hij het hoog tijd dat de instellingen hun ‘schatkisten’ openen en meer vergelijkbare informatie aanleveren, bijvoorbeeld over de belangrijke verhouding tussen het aantal docenten en studenten.
Breimer ontkende in alle toonaarden dat de Universiteit Leiden gegevens achterhield. En mede namens de VSNU verklaarde collegelid Te Beest dat de staatssecretaris de instellingen nooit om dergelijke cijfers gevraagd heeft. Rutte reageerde met geveinsde verbazing (“Dus ik moet er de volgende keer gewoon om vragen?”) en benadrukte dat hij en zijn voorgangers al jaren bezig zijn om de instellingen meer kengetallen te ontfutselen. Kennis in Kaart is een van de instrumenten om dat goedschiks te bevorderen. Heeft dat geen effect, dan wil hij de informatiestroom wettelijk gaan afdwingen.
Evelien van Roemburg, voorzitter van studentenbond ISO bevestigde dat het overleg met VSNU en – in mindere mate – de HBO-raad juist op dit punt uiterst stroef verloopt. In een gezamenlijke stuurgroep proberen de koepelorganisaties en de studentenbonden overeenstemming te bereiken over de inhoud van de studiekeuzewebsite die ze willen opzetten.
(Illustratie: Floris Wiegerinck)
TU Delft: meeste onvoldoendes maar hoge excellente scores
Wie ‘Kennis in Kaart’ 2004 en 2005 samenvoegt, komt tot een lijst waarin negen jaar aan visitatiescores meewegen. Dan blijkt dat Maastricht het al heel lang goed doet volgens deskundigen. De universiteit eindigt bovenaan met 11 procent excellente beoordelingen en slechts 1 procent onvoldoende beoordelingen. Vlak daarachter staat de Universiteit Twente. Die heeft weliswaar 12 procent excellente beoordelingen in de wacht gesleept, maar daar staat 3 procent aan onvoldoendes tegenover: het eindsaldo is dus net iets lager.
De Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden staan samen onderaan. De UvA heeft 1 procent excellente en 3 procent onvoldoende beoordelingen gehaald. De UL heeft 2 procent excellente scores, maar ook 5 procent onvoldoende. De meeste onvoldoendes kreeg de TU Delft (6 procent), maar daar staat ook 9 procent aan excellente scores tegenover. Hoe dan ook scoren de universiteiten allemaal voor het overgrote deel voldoende. Maar dat mag vanzelf spreken.
Ook de kwaliteit van het universitaire onderzoek is in kaart gebracht. Het ministerie heeft de onderzoeksvisitaties 1998-2005 in een tabel samengevat. Daarin staat hoeveel keer de universiteiten op een vijfpuntsschaal lager dan een drie scoorden en hoeveel keer een vier of hoger. Dan blijkt vooral de Universiteit van Tilburg flink te scoren: 64,7 procent van alle beoordelingen was een vier of hoger, terwijl maar 2,9 procent lager dan een drie kreeg. Aan de Erasmus Universiteit is de oogst schraler. Daar kreeg maar 27,1 procent een vier of hoger, tegenover 22 procent lager dan een drie.

Comments are closed.