Onderwijs

Radboud Universiteit vermoedt sabotage

De Radboud Universiteit heeft aangifte gedaan in verband met een overstroming in een net gerenoveerd universiteitsgebouw. Iemand zou er met opzet een nooddouche hebben aangezet.

De overstroming leidde tot grote schade aan de vloerbedekking, muren, plafonds en technische installaties op alle drie de verdiepingen van het gebouw, schrijft de universiteit in een nieuwsbericht op haar website. Het zou bijna een miljoen euro kosten om alles te herstellen.

Uit onderzoek bleek dat de douche niet stuk was of spontaan open had kunnen gaan. De Nijmeegse universiteit sluit sabotage daarom niet uit.

Tijdens de brand bij Bouwkunde vangt de TU de betrokken bhv’ers, studenten en medewerkers op in de aula. Zij kunnen daar informatie krijgen en vragen stellen aan bedrijfsartsen en bedrijfsmaatschappelijk werk.

Ondertussen kijken veel studenten vanaf hun balkon en op het dak van hun wooncomplex aan de Balthasar van der Polweg naar de uitslaande brand. Er ontstaat een discussie over de veiligheid vanwege de rook.

De rector staat er ook te kijken en zegt dat het waarschijnlijk beter is om niet op het dak of op de balkons te staan. Dit is volgens het COT-rapport geïnterpreteerd als een ‘ontruimingsbevel’. De Duwo-beheerders laten het ontruimingsalarm klinken en gaan langs alle woningen.

De brandweer is daar niet blij mee, aangezien het advies was ‘binnen blijven, ramen en deuren dicht’. En nu staat een grote groep studenten in de rook. De brandweer besluit de mensen te adviseren weer naar binnen te gaan.

Tijdens de brand maakt een helikopter van het Korps Landelijke Politie Diensten warmtebeelden vanuit de lucht. De beelden tonen om 10.35 uur dat er meerdere brandhaarden zijn op verschillende verdiepingen en in de technische ruimte op het dak.

Op datzelfde moment is er nog geen water voor de hoogwerker bij het Bouwkunde-gebouw. Een tweede en derde grootschalig watertransport is nog onderweg. Bij aankomst is enige tijd onduidelijk waar het zich moet opstellen en waar de koppeling moet komen.

De brandweer bestrijdt de vlammen met ondergrondse brandkranen. De brandweer gebruikt het eerste grootschalige watertransport voor het blussen aan de voor- en achterkant  van het pand.

Een kazerne belt de alarmcentrale om te zeggen dat er nu te weinig brandweerlieden zijn voor andere calamiteiten. Dat mag volgens de beller eigenlijk niet, maar de meldkamer zegt dat het even niet anders kan.

De Regionale Alarm Centrale krijgt telefoontjes van verontruste omwonenden met vragen over de rook en eventuele gevaarlijke stoffen. De centrale geeft onder meer aan dat er asbest in de rook zit.

Een ict-medewerker van de TU (die vrijwilliger is bij de brandweer van Rotterdam) meldt dat op de eerste verdieping back-up bestanden en harde schijven staan. Met toestemming van het commando stelt een aanvalsploeg met de ict-werknemer deze veilig.

Om 11.15 uur rijdt de politie in de directe omgeving met een wagen rond om iedereen te waarschuwen ramen en deuren dicht te houden. Een kwartier later krijgen scholen het bericht dat kinderen niet naar buiten mogen.

Als de zesde tot en met de elfde verdieping in brand staan, is duidelijk dat de hoofddraagconstructie een brandwerendheid heeft van maximaal negentig minuten en de brandwerende scheidingen het maximaal dertig minuten houden.

Het advies luidt om veilige afstand te nemen tot het gebouw. En wel minstens tweemaal de hoogte. De politie geeft dit om 11.48 uur door.
Iedereen moet uit het gebouw weg en niemand mag er meer in. Het duurt nog een half uur totdat iedereen buiten is. De brandweer besluit op dat moment het pand gecontroleerd te laten uitbranden.

Eenmaal buiten zien bevelvoerders collega’s languit in de zon liggen. Ze ergeren zich daar aan. Later horen zij dat een douche op het terrein bestemd is voor het eventueel aanwezig zijn van asbest. Dat komt voor hen als een verrassing. Tien minuten eerder is bekend dat er geen asbest is vrijgekomen.

Rond 13.00 uur is vanwege mogelijke instorting van Bouwkunde het nabijgelegen gebouw van Rijkswaterstaat ontruimd, op enkele bhv’ers na. Een half uur later menen enkele ooggetuigen dat aan de linkerkant van het gebouw een explosie plaatsvindt, waarbij diverse ramen sneuvelen.

Om 14.00 uur wordt besloten de studentenflats ‘opnieuw’ te ontruimen. Vijf kwartier later staat iedereen buiten. De boodschap om zich te melden bij de aula komt enige tijd later door. Tegelijkertijd begint de registratie van mensen in de aula. Rond 16.40 uur stort een deel van Bouwkunde in. Dat gaat gepaard met grote stofwolken.

Lees het eerste deel van de reconstructie: Van wateroverlast tot zeer grote brand

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.