,,De letter van het protocol, maar ook de geest van de afspraken is nu definitief onderuit gehaald.” Zo hebben de vakbonden in het Overlegorgaan Personeelszaken volgens hun woorvoerder ing.
F. Kok gereageerd op het ‘raamwerk’ voor de veranderplannen. Die plannen moeten de basis vormen voor de TU-brede reorganisatie van de ondersteunende diensten.
Het overleg in het OP over het raamwerk begon vorige week maandag en wordt half maart voortgezet. Kok hoopt dat het college van bestuur dan alsnog voor een andere aanpak wil kiezen. Maar veel verwacht hij er niet van: ,,Het idee van één veranderplan voor de totale modernisering van de ondersteunende diensten is niet meer aan de orde. Dat is voor ons een gigantisch probleem. Het college wil nu projectleiders voor de diverse clusterdiensten aan het werk zetten, en hùn plannen komen niet meer terug in het overleg met de vakbonden.”
Stafdirecteur Peels zegt in een reactie dat de bonden ‘natuurlijk’ nog een moment krijgen waarop zij hun mening kunnen uiten over de plannen die de projectleiders hebben uitgewerkt. ,,We gaan op basis van dit raamwerk verder met de uitwerking, en daarvoor hebben de bonden geen enkele belemmering opgeworpen.”
Op 14 augustus van het vorig jaar hadden college van bestuur en de centrales van overheids- en onderwijspersoneel na maanden van moeizaam overleg een protocol opgesteld dat een kader gaf voor de MOD-operatie (modernisering ondersteunende diensten). De vakbonden stemden toen in met de ideeën over clustering van faculteiten en diensten, en met het nieuwe besturingsconcept (een kleine collegestaf zorgt voor functionele coördinatie van decentrale managers).
Het proces zou door het college in een jaar in een organisatieplan worden neergelegd; de eerste zes maanden daarvan waren bestemd voor het maken van een veranderplan. Het tempo diende ,,om de periode van onzekerheid voor medewerkers en organisatie zo kort mogelijk te houden”. Het veranderplan zou onder andere aangeven ,,welke ondersteunende taken worden ondergebracht in de nieuwe servicecentra en de clusterdiensten”.
Duister geheel
Woordvoerder Kok van de vakbonden is over de naleving van dit protcol dus erg teleurgesteld. ,,Wij kunnen nu de uitwerking van de plannen niet meer in samenhang bekijken. De operatie wordt voor ons een duister geheel. Er zijn in die toedeling van taken allerlei bewegingen gaande tussen het centrale en decentrale niveau, maar een totaalbeeld geeft het college niet.”
Kok geeft als voorbeeld dat het nieuwe Bedrijven Service Centrum (BSC) van plan is bij de clusterdiensten van de faculteiten eigen ‘liaisonbureaus’ op te richten. Maar in het raamwerk heeft hij dat niet teruggevonden. Een ander bezwaarvan de vakbonden is dat het raamwerk vaste normen stelt voor de onderdelen van de nieuwe clusterbureaus (zoveel mensen voor personeelszaken, zoveel voor financiën). ,,Daarmee wordt het raamwerk een nieuwe randvoorwaarde in de hele operatie”, aldus Kok, ,,terwijl wij ervan uitgingen dat de MOD bedoeld was om de kwaliteit van de ondersteunende processen te verbeteren. In dat geval moet je eerst die taken definiëren; pas daarná kun je dan de bijbehorende personeelsformatie vaststellen.”
Ook wijzen de vakbonden erop dat er nu wel plannen zijn uitgewerkt voor de nieuwe decentrale clusterdiensten, maar dat de centrale diensten in het hele proces buiten beeld zijn geraakt. Stafdirecteur Peels erkent dat: ,,Dat is jammer, maar het is overkomelijk. Natuurlijk zullen die diensten niet op tijd klaar zijn. Maar we hebben de bonden nu nadrukkelijk gevraagd de zaken eens ‘globaal’ aan te pakken.”
De vakbonden beraden zich op de vraag hoe ze nog invloed kunnen uitoefenen op het reorganisatieproces. Overleg met de diverse medezeggenschapscommissies is daar een onderdeel van. (R.M.)
,,De letter van het protocol, maar ook de geest van de afspraken is nu definitief onderuit gehaald.” Zo hebben de vakbonden in het Overlegorgaan Personeelszaken volgens hun woorvoerder ing. F. Kok gereageerd op het ‘raamwerk’ voor de veranderplannen. Die plannen moeten de basis vormen voor de TU-brede reorganisatie van de ondersteunende diensten.
Het overleg in het OP over het raamwerk begon vorige week maandag en wordt half maart voortgezet. Kok hoopt dat het college van bestuur dan alsnog voor een andere aanpak wil kiezen. Maar veel verwacht hij er niet van: ,,Het idee van één veranderplan voor de totale modernisering van de ondersteunende diensten is niet meer aan de orde. Dat is voor ons een gigantisch probleem. Het college wil nu projectleiders voor de diverse clusterdiensten aan het werk zetten, en hùn plannen komen niet meer terug in het overleg met de vakbonden.”
Stafdirecteur Peels zegt in een reactie dat de bonden ‘natuurlijk’ nog een moment krijgen waarop zij hun mening kunnen uiten over de plannen die de projectleiders hebben uitgewerkt. ,,We gaan op basis van dit raamwerk verder met de uitwerking, en daarvoor hebben de bonden geen enkele belemmering opgeworpen.”
Op 14 augustus van het vorig jaar hadden college van bestuur en de centrales van overheids- en onderwijspersoneel na maanden van moeizaam overleg een protocol opgesteld dat een kader gaf voor de MOD-operatie (modernisering ondersteunende diensten). De vakbonden stemden toen in met de ideeën over clustering van faculteiten en diensten, en met het nieuwe besturingsconcept (een kleine collegestaf zorgt voor functionele coördinatie van decentrale managers).
Het proces zou door het college in een jaar in een organisatieplan worden neergelegd; de eerste zes maanden daarvan waren bestemd voor het maken van een veranderplan. Het tempo diende ,,om de periode van onzekerheid voor medewerkers en organisatie zo kort mogelijk te houden”. Het veranderplan zou onder andere aangeven ,,welke ondersteunende taken worden ondergebracht in de nieuwe servicecentra en de clusterdiensten”.
Duister geheel
Woordvoerder Kok van de vakbonden is over de naleving van dit protcol dus erg teleurgesteld. ,,Wij kunnen nu de uitwerking van de plannen niet meer in samenhang bekijken. De operatie wordt voor ons een duister geheel. Er zijn in die toedeling van taken allerlei bewegingen gaande tussen het centrale en decentrale niveau, maar een totaalbeeld geeft het college niet.”
Kok geeft als voorbeeld dat het nieuwe Bedrijven Service Centrum (BSC) van plan is bij de clusterdiensten van de faculteiten eigen ‘liaisonbureaus’ op te richten. Maar in het raamwerk heeft hij dat niet teruggevonden. Een ander bezwaarvan de vakbonden is dat het raamwerk vaste normen stelt voor de onderdelen van de nieuwe clusterbureaus (zoveel mensen voor personeelszaken, zoveel voor financiën). ,,Daarmee wordt het raamwerk een nieuwe randvoorwaarde in de hele operatie”, aldus Kok, ,,terwijl wij ervan uitgingen dat de MOD bedoeld was om de kwaliteit van de ondersteunende processen te verbeteren. In dat geval moet je eerst die taken definiëren; pas daarná kun je dan de bijbehorende personeelsformatie vaststellen.”
Ook wijzen de vakbonden erop dat er nu wel plannen zijn uitgewerkt voor de nieuwe decentrale clusterdiensten, maar dat de centrale diensten in het hele proces buiten beeld zijn geraakt. Stafdirecteur Peels erkent dat: ,,Dat is jammer, maar het is overkomelijk. Natuurlijk zullen die diensten niet op tijd klaar zijn. Maar we hebben de bonden nu nadrukkelijk gevraagd de zaken eens ‘globaal’ aan te pakken.”
De vakbonden beraden zich op de vraag hoe ze nog invloed kunnen uitoefenen op het reorganisatieproces. Overleg met de diverse medezeggenschapscommissies is daar een onderdeel van. (R.M.)

Comments are closed.