Campus

Papieren slachtoffers

Na de verwoestende Bouwkundebrand op 13 mei 2008 zijn veel spullen uit het afgebrande spookgebouw gered. Vrijwel ongeschonden waren de boeken uit de Bouwkundebibliotheek.

Maar tijdschriften, boeken en dia’s uit het oude depot en de kelder waren er slecht aan toe. DocumentenWacht in Beekbergen restaureert de Delftse boeken en tijdschriften.

Het lijkt een doodnormale boerderij. Maar in het gebouw van DocumentenWacht in Beekbergen – middenin de bossen – vindt de bezoeker geen loeiende koeien. De vrieskamer ligt niet vol met vlees, maar met oude papieren en boeken. Hier herstellen papierrestauratoren half vergane boeken in hun oude glorie. Ze wekken met veel geduld beschimmeld papier en oude bijbels vol gaten opnieuw tot leven, zodat deze weer terug kunnen keren naar bibliotheken, leeszalen en archieven.
In Beekbergen liggen ook de boeken en tijdschriften die uit het verbrande Bouwkundegebouw zijn gered. De collectie uit de Bouwkundebibliotheek is alweer bijna een jaar te raadplegen omdat deze vrijwel ongeschonden was. Dat geldt niet voor het materiaal uit het oude depot en de kelder. Het zijn de papieren slachtoffers van de brand. Veel boeken en tijdschriften uit die ruimten stonden lange tijd in of nabij het (blus)water en kwamen dus onder de schimmel te zitten.
Informatiespecialist Ad Bercht weet nog goed hoe hij schrok toen hij deze boeken uit het oude depot voor het eerst weer onder ogen kreeg. “Ze zagen er niet uit”, vertelt hij nog steeds onder de indruk. Samen met collega’s van de Bouwkundebibliotheek ging Bercht een aantal dagen naar DocumentenWacht om de staat van de boeken te bekijken. Ze probeerden ook om de meest zeldzame bouwkundeboeken uit de grote papierpulp te lokaliseren. Geen gemakkelijk klusje, want deze depotboeken werden meteen na de berging door DocumentenWacht ingevroren en opgeslagen om zo verder verval tegen te gaan. Daardoor was er tijdens de berging geen tijd om te selecteren welke boeken absoluut gered moesten worden en welke niet. Dat deden Bercht en zijn collega’s pas maanden na afloop van de berging.
Gehuld in witte plastic pakken en gewapend met een strenge selectielijst stond Bercht in de vrieskamer in Beekbergen. “Het was een trieste ellende”, zegt hij. “De boeken hadden onder de schimmels gezeten. Die waren weliswaar allemaal met een gammastraal gedood, maar het stonk, het was vies, koud en nat. Sommige boeken waren half ontdooid, andere vormden nog een grote klomp ijs. Veel boeken waren zo nat, dat we er niet eens in konden bladeren omdat alle pagina’s aan elkaar kleefden. We probeerden te achterhalen welke boeken het waren, maar vaak konden we de nummers op de zijkanten niet lezen. En ook de titels waren niet altijd meer te achterhalen. Uiteindelijk is het wel gelukt, maar dat kostte heel veel moeite. Ook omdat er veel sentimenten bij komen kijken”, zegt Bercht. “Als je daar tussen al die boeken staat, denk je voortdurend, ‘ach, dat is ook zo’n leuk boekje, zullen we dat ook laten restaureren?’ En dat denkt iedereen die mee is. Maar we moeten streng zijn. Alleen de echt unieke bouwkundeboeken die nergens anders in Nederland te raadplegen zijn, willen we laten restaureren.”
Het gaat dan vooral om unieke boeken over Nederlandse architectuur. “Ook al zouden we die andere leuke boeken ook graag willen redden: dat gaat niet. Het kost duizenden euro’s om een boek helemaal te laten restaureren. Dat doe je dus alleen met de echt bijzondere exemplaren. De rest gaan we vernietigen.”
En zelfs die heel bijzondere exemplaren zullen soms maar met moeite kunnen worden gered. DocumentenWacht kan veel met beschadigd papier, maar wonderen verrichten lukt ook hen niet.
Wie het geredde archiefkastje uit het afgebrande spookgebouw in de vrieskamer ziet staan, weet dat het moeilijk wordt om alle bijzondere boeken en tijdschriften te redden. De lades hangen uit hun voegen, het ijzer is verroest, uitgezet en vormeloos. Uit een van de lades steken donkergele archiefkaarten vol bruine vlekken. Het wordt een hele kluif om al deze aangetaste papieren te restaureren, zeggen vrijwel alle medewerkers van DocumentenWacht.
Zoals bijvoorbeeld Edith Luiten. Zij hielp op de bergingsdag mee om al deze papieren, tijdschriften en boeken uit de depots in de veiligheid van de vrieskamer te brengen. “Ik heb nog nooit zoiets ergs gezien”, zegt ze en dat is veelzeggend voor Luiten, die dagelijks oud, half vergaan papier weer tot leven brengt. “Alles was nat en er zaten witte koeken schimmel op. Het stonk als een open riool, ik werd er helemaal onpasselijk van.”
“Boeken die een tijd onder water hebben gelegen, kun je meteen weggooien,” zegt directeur Jeroen Jochems. “Als boeken in water liggen, wordt het papierpulp en krijg je de pagina’s niet meer van elkaar. Boeken waarbij dat is gebeurd, zijn bij voorbaat verloren.” Voor boeken met enige waterschade is er wel hoop, zegt hij. “Soms lijkt een boek vreselijk beschadigd, maar is alleen de kaft aangetast. Dat is makkelijk te verhelpen.”
Jochems heeft nog geen idee hoe erg het precies met de nu nog ingevroren boeken gesteld is. “Je kunt pas iets over de staat zeggen als ze zijn ontdooid en gedroogd. Want dan zie je pas of de bladzijden aan elkaar blijven plakken.”
Dat drogen gebeurt in een speciale kamer met ventilatoren. Deze blijven draaien totdat er nog maar zes tot acht procent water in het papier zit. “Dat is de hoeveelheid vocht die in papier hoort te zitten”, zegt Jochems. Het papier is dan droog, maar het werk is dan nog niet klaar, vermoedt Jochems.
Papierrestaurator Tycho Kloegs laat zien hoe beschadigd papier verder hersteld kan worden. “Voel hier eens aan”, zegt hij als hij een stuk zeventiende eeuws papier voor houdt. Het is volgeschreven met krullerige letters en voelt op sommige plekken broos aan. Met een vochtig wattenstaafje test hij of de inkt watervast is en dompelt het stuk dan in een bak met water. Meteen voelt het weer stevig aan. Een andere methode is ‘aanvezelen’, het opvullen van gaten met nieuwe papiervezels. “Hier weken we alle bruine vlekken uit het papier, vullen we gaten op en maken we het papier weer stevig met een extra lijmlaag.” Gaten verwachten Kloegs en Jochems niet in het TU-boekenpapier aan te treffen. “Dat zie je eigenlijk alleen bij heel oud papier”, zegt Jochems. “Maar een extra lijmlaag zal het TU-papier waarschijnlijk wel nodig hebben als er waterschade is”, zegt Kloegs.
Toch zal het meeste papier er dan niet als nieuw uitzien, denkt het tweetal. Kloegs demonstreert met zeventiende eeuws papier wat schimmel kan aanrichten. Het oude kadasterpapier is bezaaid met rode vlekken en kringen. “Je hebt het in allerlei kleuren, en je krijgt het er nooit meer uit.”
DocumentenWacht zet alles op alles om het materiaal weer zo goed mogelijk in oude staat te herstellen. Kloegs rijgt een bijbel in elkaar, maar herstelt ook een verzuurde en verkleurde foto van een jonge vrouw. “Dat portret is gemaakt in een Jappenkamp. Ze is net overleden en haar zoon wil het graag bewaren.” Maar ook knuffels en briefjes die na de gebeurtenissen op Koninginnedag in Apeldoorn werden neergelegd bij monument De Naald, liggen in het complex te drogen. “Het is belangrijk dat soort dingen te bewaren”, vindt Jochems. “Bij de vuurwerkramp in Enschede hebben we ook briefjes voor die gemeente gedroogd en bewaard. Een meisje in Apeldoorn schreef: ‘hocus pocus pilatus pas, ik wou dat iedereen weer beter was’. Dat blijft je wel bij, vooral als je – zoals ik – erbij was in Apeldoorn.”
Bewaren is belangrijk, dat vindt ook Ad Bercht. Tijdens de paar dagen dat hij in Beekbergen was, nam hij een boekje mee uit het oude depot dat anders weggegooid zou zijn. “Ik wilde graag een tastbare herinnering uit het afgebrande gebouw. Het ging me niet zozeer om de inhoud, maar om iets uit de oude bibliotheek te hebben. Ik heb het boekje gedroogd, maar het bleef lelijk en vies. Het stonk. Uiteindelijk heb ik het toch maar weggegooid. Ja, dat kostte me wel moeite.”
Voor de zomer bekijken Bercht en zijn collega’s de boeken waarschijnlijk nog een keer, maar dan in droge toestand. Dan wordt bepaald welke boeken gerestaureerd worden, welke ‘raadpleegbaar’ zijn (leesbaar, maar minimaal gerestaureerd), en welke boeken alsnog worden vernietigd. 

De TU Delft grijpt de Dag van de Chemie op zaterdag 18 oktober aan om het scheikundegebouw open te stellen voor publiek. Het thema duurzame energie. Daarom laat de TU onder meer zien hoe ver het staat met de ontwikkeling van zonnecellen, brandstofcellen en CO2-opvang. Bezoekers kunnen zelf een brandstofcel maken en elektriciteit produceren. Er is ook een kinderhoek. 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.