Campus

Ortners universum

Kiezen is moeilijk. Eerst een toastje met kaas en dan een bekertje yoghurt of toch maar een mueslibol en een appel? ,,Gaat het nog lukken vandaag?”, ademde Vlierboom in Ortners nek. Met zijn dienblad duwde hij Ortners bordje vooruit langs de vitrines van de kantine.

br />

1 Illustratie Bas Wilschut

,,Daar moet je zijn, bij de warme happen. De champignonsoep ziet er weer fantastisch stevig uit, die moet je proberen.”

Vlierboom schepte twee kommen vol met een lobbige behangplaksel.

,,Broodje kroket erbij? Hier is de mosterd en de mayonaise. De pudding mag je niet missen: wil je framboos of caramel? We doen niet moeilijk, Ortner, we nemen ze allebei. Ik trakteer. Hier, pak aan.”

Ortner keek bezorgd naar het overvolle bordje. De soepkom in zijn andere hand belette hem iets terug te leggen. Nou ja, als Vlierboom betaalt… een allerbeste kerel, al is hij dominant van aard.

Ortner schoof tegenover Vlierboom op een bankje. ,,Hoe bevalt het je in Delft?”, vroeg deze. ,,Al een beetje bekend met het klappen van de zweep?”

Ortner knikte. Hij herinnerde zich ineens een droom van een tijdje geleden.

,,Ik droomde laatst toch zo vreemd! Het ging over een stel studenten die met mij…”

,,Niet doen”, onderbrak Vlierboom, ,,Dromen over studenten, dat is nergens goed voor.”

,,Ik kan er weinig aan doen”, stelde Ortner vast. ,,Overdag heb je de handen aan ze vol, dus ’s nachts komen ze rondspoken.”

Vlierboom, druk doende de soep naar binnen te werken voordat die geheel gestold was, verslikte zich.

,,Ortner toch, wat een bak. Je zou beter moeten weten. Doen studenten ooit hun best voor jou? Laat me je dit vertellen: sloof je nooit uit voor studenten.”

Vlierboom pauzeerde een seconde of twee om zijn kroket naar binnen te schuiven. Ortner keek rond. Na twee maanden voelde hij zich tussen al het roze nog steeds als een Barbie in een levensgrote speelgoedkantine.

,,Luister goed, en laat het een waarschuwing zijn”, vervolgde Vlierboom. ,,Er kwam eens een student bij me, ik was toen bijna twee jaar hoogleraar hier, en die student zocht een afstudeeropdracht. Hij wist precies wat hij wilde: iets in de chemische industrie, met milieu en management erbij. Dus ik ga rondbellen: Akzo, Shell, Dupont, het hele rijtje. Al mijn oude vrindjes en vage kennissen ging ik af. ‘Heeft die jongen talent?’, wilden ze weten. ‘Wat heet’, blufte ik, ‘die jongen is een genie.’ Ik kende hem amper!”

Vlierboom liep een tikkeltje rood aan, wat vloekte bij de roze plantenbakken.

,,Uiteindelijk vind ik iets voor hem. Ik bel hem. Hij zegt: ‘In de Botlek? daar stinkt het altijd zo.’ Daar stinkt het altijd zo! Die jongen woonde naast de Gist!”

Fijne roze puddingspatjes ontsnapten van Vlierbooms lippen endaalden neer over Ortners soep, waar ze bleven drijven op een dik vel.

,,Dat was de laatste keer dat ik me druk gemaakt heb om een student. Ik zal echt nooit meer van studenten wakker liggen, laat staan dat ik over ze droom.”

Ortner knikte maar weer. Het had geen zin te zeggen dat zijn ambities hoger lagen. De naam Ortner moest synoniem zijn voor kwaliteit. Desnoods offerde je daar je rust aan op.

,,Laat me je nog een raad geven”, preekte Vlierboom dwars door het servet waarmee hij zijn lippen depte. ,,Eet meer! Dat is mijn methode. Ik lepel elke dag een kom gebonden soep naar binnen. Dat gewicht voel je, eerst in de maag en daarna aan je oogleden. Ik wandel terug naar mijn bureau en zet de stoel achterover. Een hele knappe jongen die mij nog uit die stoel krijgt. En zulke knappe jongens ben ik in achttien jaar nog niet tegengekomen. Snap je? Eet, en geniet ervan.”

Vlierboom glimlachte als een politicus die gelijk krijgt; minzaam en vaderlijk. Hij stapelde het afval van de maaltijd op zijn dienblad. Ortner keek naar zijn volle bord. Het is weer bewezen, dacht hij, kiezen is moeilijk. Appels of peren, gezond of vet, kwaliteit of rust. Als je er langer over nadenkt, zit aan alles een keerzijde.

Vlierboom keek Ortner aan en knikte bemoedigend naar zijn volle bord.

,,Je gaat mijn traktatie toch niet weigeren?”, dreigde hij. Ortner trok de lepel uit de soep. Hij sloot zijn ogen en probeerde nergens aan te denken. De lepel zweefde voor zijn mond. Ortner likte langs de steel en zoog het dikke, glazige vel naar binnen.

,,Gaat het nog lukken vandaag?”, ademde Vlierboom in Ortners nek. Met zijn dienblad duwde hij Ortners bordje vooruit langs de vitrines van de kantine.


1 Illustratie Bas Wilschut

,,Daar moet je zijn, bij de warme happen. De champignonsoep ziet er weer fantastisch stevig uit, die moet je proberen.”

Vlierboom schepte twee kommen vol met een lobbige behangplaksel.

,,Broodje kroket erbij? Hier is de mosterd en de mayonaise. De pudding mag je niet missen: wil je framboos of caramel? We doen niet moeilijk, Ortner, we nemen ze allebei. Ik trakteer. Hier, pak aan.”

Ortner keek bezorgd naar het overvolle bordje. De soepkom in zijn andere hand belette hem iets terug te leggen. Nou ja, als Vlierboom betaalt… een allerbeste kerel, al is hij dominant van aard.

Ortner schoof tegenover Vlierboom op een bankje. ,,Hoe bevalt het je in Delft?”, vroeg deze. ,,Al een beetje bekend met het klappen van de zweep?”

Ortner knikte. Hij herinnerde zich ineens een droom van een tijdje geleden.

,,Ik droomde laatst toch zo vreemd! Het ging over een stel studenten die met mij…”

,,Niet doen”, onderbrak Vlierboom, ,,Dromen over studenten, dat is nergens goed voor.”

,,Ik kan er weinig aan doen”, stelde Ortner vast. ,,Overdag heb je de handen aan ze vol, dus ’s nachts komen ze rondspoken.”

Vlierboom, druk doende de soep naar binnen te werken voordat die geheel gestold was, verslikte zich.

,,Ortner toch, wat een bak. Je zou beter moeten weten. Doen studenten ooit hun best voor jou? Laat me je dit vertellen: sloof je nooit uit voor studenten.”

Vlierboom pauzeerde een seconde of twee om zijn kroket naar binnen te schuiven. Ortner keek rond. Na twee maanden voelde hij zich tussen al het roze nog steeds als een Barbie in een levensgrote speelgoedkantine.

,,Luister goed, en laat het een waarschuwing zijn”, vervolgde Vlierboom. ,,Er kwam eens een student bij me, ik was toen bijna twee jaar hoogleraar hier, en die student zocht een afstudeeropdracht. Hij wist precies wat hij wilde: iets in de chemische industrie, met milieu en management erbij. Dus ik ga rondbellen: Akzo, Shell, Dupont, het hele rijtje. Al mijn oude vrindjes en vage kennissen ging ik af. ‘Heeft die jongen talent?’, wilden ze weten. ‘Wat heet’, blufte ik, ‘die jongen is een genie.’ Ik kende hem amper!”

Vlierboom liep een tikkeltje rood aan, wat vloekte bij de roze plantenbakken.

,,Uiteindelijk vind ik iets voor hem. Ik bel hem. Hij zegt: ‘In de Botlek? daar stinkt het altijd zo.’ Daar stinkt het altijd zo! Die jongen woonde naast de Gist!”

Fijne roze puddingspatjes ontsnapten van Vlierbooms lippen endaalden neer over Ortners soep, waar ze bleven drijven op een dik vel.

,,Dat was de laatste keer dat ik me druk gemaakt heb om een student. Ik zal echt nooit meer van studenten wakker liggen, laat staan dat ik over ze droom.”

Ortner knikte maar weer. Het had geen zin te zeggen dat zijn ambities hoger lagen. De naam Ortner moest synoniem zijn voor kwaliteit. Desnoods offerde je daar je rust aan op.

,,Laat me je nog een raad geven”, preekte Vlierboom dwars door het servet waarmee hij zijn lippen depte. ,,Eet meer! Dat is mijn methode. Ik lepel elke dag een kom gebonden soep naar binnen. Dat gewicht voel je, eerst in de maag en daarna aan je oogleden. Ik wandel terug naar mijn bureau en zet de stoel achterover. Een hele knappe jongen die mij nog uit die stoel krijgt. En zulke knappe jongens ben ik in achttien jaar nog niet tegengekomen. Snap je? Eet, en geniet ervan.”

Vlierboom glimlachte als een politicus die gelijk krijgt; minzaam en vaderlijk. Hij stapelde het afval van de maaltijd op zijn dienblad. Ortner keek naar zijn volle bord. Het is weer bewezen, dacht hij, kiezen is moeilijk. Appels of peren, gezond of vet, kwaliteit of rust. Als je er langer over nadenkt, zit aan alles een keerzijde.

Vlierboom keek Ortner aan en knikte bemoedigend naar zijn volle bord.

,,Je gaat mijn traktatie toch niet weigeren?”, dreigde hij. Ortner trok de lepel uit de soep. Hij sloot zijn ogen en probeerde nergens aan te denken. De lepel zweefde voor zijn mond. Ortner likte langs de steel en zoog het dikke, glazige vel naar binnen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.