Zaniken we elkaar met zijn allen in de put? Dat vermoedt wiskundige Marijn ten Thij. Hij analyseerde het woordgebruik in ruim veertien miljoen boeken uit de 19e en 20ste eeuw.
De hockeystickcurve kennen we uit de klimaatwetenschap. Het is een lange vlakke lijn die een eeuwenlange relatieve stabiliteit weergeeft, en die vanaf 1900 een scherpe knik omhoog maakt. De sociale wetenschappen hebben nu wellicht ook hun eigen stick. Ook die is niet opbeurend.
Wetenschappers van Indiana University in de Verenigde Staten en van de TU Delft onderzochten het woordgebruik in Amerikaanse, Duitse en Spaanse boeken en concluderen daaruit dat er sinds 1980 een sterke toename is van denkpatronen die gelinkt zijn aan depressies, zoals zwart-witdenken, zelfverwijt en het trekken van overhaaste conclusies. Cognitieve distorties noemen ze die.
‘De Zeitgeist kun je vangen met dit soort onderzoek’
De onderzoekers zochten naar korte reeksen van één tot vijf woorden die wijzen op dit soort vormen van denken. Neem bijvoorbeeld zinnen als: ‘Niemand geeft ooit om mij’ of ‘Ik heb altijd pech’. Ze lieten daartoe een computerprogramma een verzameling van meer dan veertien miljoen boeken kraken, die gepubliceerd zijn tussen 1855 en 2019 en geüpload waren naar Google Books. Ze wilden erachter komen of hele beschavingen in de loop der tijd meer of minder depressief kunnen worden.
Het valt natuurlijk te verwachten dat talen en zinsopbouwen in de loop de tijd veranderen. Kan daardoor een vertekend beeld ontstaan? Volgens de onderzoekers is daarvoor gecorrigeerd in de analyse. Toch lijkt het een flink sprong om uit woordgebruik in literatuur – deels romans met fictieve personage – de algehele stemming in een samenleving te peilen.
Volgens wiskundige Marijn ten Thij, van de sectie applied probability (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica) en een van de auteurs, kan het wel degelijk. Hij heeft het over de Zeitgeist, de kenmerkende manier van denken en handelen van het merendeel van de bevolking in een bepaalde tijd. “Die kun je vangen met dit soort onderzoek.”
Acht miljoen tweets
“We hebben al eerder gekeken naar deze cognitieve denkfouten op sociale media” , vervolgt Ten Thij. “We ontdekten dat mensen met een zelf gerapporteerde depressie vaker dit soort vervormde gedachten uitten op Twitter. We analyseerden acht miljoen tweets van meer dan achtduizend Twitter-accounts.”
De resultaten van dat onderzoek werden eerder dit jaar gepubliceerd in Nature Human Behavior. Hun vervolgstudie naar de Zeitgeist in de VS, Duitsland en Spanje (Historical language records reveal a surge of cognitive distortions in recent decades), verscheen vorige maand in Proceedings of the National Academy of Sciences.
De wetenschappers vonden in alle drie de talen een duidelijk hockeystickpatroon – een sterke toename van depressief taalgebruik na 1980. De enige andere duidelijke (zij het veel kleinere) pieken op de tijdlijnen komen voor in Engelstalige boeken tijdens de Gilded Age (aan het eind van de negentiende eeuw, toen de VS in hoog tempo industrialiseerde) en in boeken die vlak na de Tweede Wereldoorlog in het Duits verschenen.
Wat is de verklaring voor die neerslachtigheid na 1980? Zou het te wijten zijn aan economische crashes, toenemende verschillen in welvaart, problemen op de huizenmarkten, klimaatverandering? Deze vragen blijven onbeantwoord. Vóór 1980 was er ook al veel ellende. “Misschien praten – of schrijven – we elkaar wel gewoon in de put”, zegt Ten Thij.
Comments are closed.