Onderwijs

‘Nieuwspluggen’ voor de TU

Vorig jaar haalde de TU 4181 keer de media. Civiele Techniek was topscorer: in 567 artikelen speelde ze een rol.In de media

if”>

Iris Smid en Maarten van der Sanden zijn respectievelijk pers- en wetenschapsvoorlichter bij de Dienst interne en externe communicatie (Diec). Zij zijn degenen die gebeld worden door de binnen- en buitenlandse media die een deskundige zoeken op technisch gebied. Journalisten nemen ook dikwijls contact op om te vragen of Smid en Van der Sanden nog een interessant onderzoek, spraakmakende promotie, een bijzondere lezing of andere happening weten.

De Diec maakt iedere maand een wetenschapsagenda, waarin vermeld staat welke promoties er aan komen en welke in- en uittreeredes er worden gehouden. Voor een aantal promoties wordt vervolgens een persbericht gemaakt. Van der Sanden: ,,Een belangrijk criterium om een onderzoek extra onder de aandacht te brengen, is de maatschappelijke relevantie ervan. Om een voorbeeld te geven: de ontwikkeling van nieuwe Magnetic Resonance Imaging-scanner. Dit apparaat wordt gebruikt om weefsel en lichaamsprocessen af te beelden. Het is een technische vondst, maar tegelijkertijd gunstig voor arts en patiënt. De arts kan tijdens het scannen bijvoorbeeld opereren. In een persbericht benadruk je deze maatschappelijke aspecten.”

Verder brengt de Diec ook fundamenteel wetenschappelijk nieuws naar buiten. Een van de middelen hiervoor is het blad Delft Integraal. Het verschijnt in het Nederlands en Engels en bevat veelal nieuw en bijzonder onderzoek, waarover nog niet in de media is gepubliceerd. De totale oplage hiervan bedraagt 44-duizend stuks.
Sturing

De Diec onderzocht onlangs hoe vaak de TU de ‘media haalt’. ,,Wij willen een indruk krijgen welke media het meeste aandacht hebben voor de TU”, vertelt Smid. In de vakbladen werd de universiteit het afgelopen jaar 1222 keer vermeld. Wat de dagbladen betreft staat de Delftsche Courant bovenaan. Verder staan in de top tien: Trouw, NRC en de Volkskrant. Op tv verschenen TU-ers in menig tv-programma zoals Nova, Noorderlicht, het Klokhuis of Veronica’s woonmagazine.

Topscorer is Civiele Techniek. Van der Sanden: ,,De naam van een beheerseenheid staat niet altijd vermeld in een artikel, dus er is iets op de cijfers af te dingen. De reden dat Civiel goed scoort, is de eerder genoemde maatschappelijke relevantie. En er waren in 1997 veel CT-onderwerpen in het nieuws, zoals de HSL en de Betuwelijn, scheurtjes in het asfalt van de Brienenoordbrug, ondergronds bouwen en Schiphol in zee.” Bovendien, zo is Smid opgevallen, als er iets te melden is op civiel gebied, dan schrijft iedereen erover.
Journaal

Wie iets in de publiciteit wil brengen moet daar een strategie voor bedenken. Sommige wetenschappers bellen zelf even het Journaal. Ze vergeten daarbij dat als iets in het Journaal komt, andere media er vaak weinig aandacht meer aan besteden. Maar soms wordt een onderzoeker na publiciteit in het journaal juist door de hele Nederlandse pers gebeld. Smid en Van der Sanden kunnen in deze situaties assisteren, en in samenspraak met de onderzoeker de pers te woord staan.

Ook kan vooraf door beide voorlichters een mediastrategie worden uitgestippeld. De Diec kijkt welke bladen of programma’s belangstelling hebben. Die worden dan – met of zonder persbericht – benaderd. Op deze manier kan wellicht een groter publiek worden bereikt.

Een andere opstap naar publiciteit is Delft Integraal. Het is veelvuldig voorgekomen dat onderzoek dat hierin werd gepresenteerd in binnen- en buitenland in de publiciteit kwam. Of een bericht ‘scoort’ hangt overigens ook af van de actualiteit. De week tussen de dood van prinses Diana en haar begrafenis was er praktisch geen belangstelling voor ander nieuws. Van der Sanden: ,,Soms zijn er tv-opnames en interviews gemaakt en dan gebeurt er iets onverwachts met als gevolg dat er niets van de TU wordt uitgezonden. Maar dat is nu eenmaal het risico van het vak.”

De wetenschapper of andere TU-medewerker, die denkt dat zijn onderzoek of werk geschikt is voor het grote publiek kan altijd contact met Smid en Van der Sanden opnemen. Smid: ,,Ook mensen die benaderd zijn voor een interview kunnen bij ons aankloppen. Vaak moeten wetenschappers binnen drie minuten een verhaal vertellen. Wij kunnen hen adviseren hoe ze dit kunnen aanpakken. En als het nodig is, oefenen we even.”

Vorig jaar haalde de TU 4181 keer de media. Civiele Techniek was topscorer: in 567 artikelen speelde ze een rol.

In de media

Iris Smid en Maarten van der Sanden zijn respectievelijk pers- en wetenschapsvoorlichter bij de Dienst interne en externe communicatie (Diec). Zij zijn degenen die gebeld worden door de binnen- en buitenlandse media die een deskundige zoeken op technisch gebied. Journalisten nemen ook dikwijls contact op om te vragen of Smid en Van der Sanden nog een interessant onderzoek, spraakmakende promotie, een bijzondere lezing of andere happening weten.

De Diec maakt iedere maand een wetenschapsagenda, waarin vermeld staat welke promoties er aan komen en welke in- en uittreeredes er worden gehouden. Voor een aantal promoties wordt vervolgens een persbericht gemaakt. Van der Sanden: ,,Een belangrijk criterium om een onderzoek extra onder de aandacht te brengen, is de maatschappelijke relevantie ervan. Om een voorbeeld te geven: de ontwikkeling van nieuwe Magnetic Resonance Imaging-scanner. Dit apparaat wordt gebruikt om weefsel en lichaamsprocessen af te beelden. Het is een technische vondst, maar tegelijkertijd gunstig voor arts en patiënt. De arts kan tijdens het scannen bijvoorbeeld opereren. In een persbericht benadruk je deze maatschappelijke aspecten.”

Verder brengt de Diec ook fundamenteel wetenschappelijk nieuws naar buiten. Een van de middelen hiervoor is het blad Delft Integraal. Het verschijnt in het Nederlands en Engels en bevat veelal nieuw en bijzonder onderzoek, waarover nog niet in de media is gepubliceerd. De totale oplage hiervan bedraagt 44-duizend stuks.
Sturing

De Diec onderzocht onlangs hoe vaak de TU de ‘media haalt’. ,,Wij willen een indruk krijgen welke media het meeste aandacht hebben voor de TU”, vertelt Smid. In de vakbladen werd de universiteit het afgelopen jaar 1222 keer vermeld. Wat de dagbladen betreft staat de Delftsche Courant bovenaan. Verder staan in de top tien: Trouw, NRC en de Volkskrant. Op tv verschenen TU-ers in menig tv-programma zoals Nova, Noorderlicht, het Klokhuis of Veronica’s woonmagazine.

Topscorer is Civiele Techniek. Van der Sanden: ,,De naam van een beheerseenheid staat niet altijd vermeld in een artikel, dus er is iets op de cijfers af te dingen. De reden dat Civiel goed scoort, is de eerder genoemde maatschappelijke relevantie. En er waren in 1997 veel CT-onderwerpen in het nieuws, zoals de HSL en de Betuwelijn, scheurtjes in het asfalt van de Brienenoordbrug, ondergronds bouwen en Schiphol in zee.” Bovendien, zo is Smid opgevallen, als er iets te melden is op civiel gebied, dan schrijft iedereen erover.
Journaal

Wie iets in de publiciteit wil brengen moet daar een strategie voor bedenken. Sommige wetenschappers bellen zelf even het Journaal. Ze vergeten daarbij dat als iets in het Journaal komt, andere media er vaak weinig aandacht meer aan besteden. Maar soms wordt een onderzoeker na publiciteit in het journaal juist door de hele Nederlandse pers gebeld. Smid en Van der Sanden kunnen in deze situaties assisteren, en in samenspraak met de onderzoeker de pers te woord staan.

Ook kan vooraf door beide voorlichters een mediastrategie worden uitgestippeld. De Diec kijkt welke bladen of programma’s belangstelling hebben. Die worden dan – met of zonder persbericht – benaderd. Op deze manier kan wellicht een groter publiek worden bereikt.

Een andere opstap naar publiciteit is Delft Integraal. Het is veelvuldig voorgekomen dat onderzoek dat hierin werd gepresenteerd in binnen- en buitenland in de publiciteit kwam. Of een bericht ‘scoort’ hangt overigens ook af van de actualiteit. De week tussen de dood van prinses Diana en haar begrafenis was er praktisch geen belangstelling voor ander nieuws. Van der Sanden: ,,Soms zijn er tv-opnames en interviews gemaakt en dan gebeurt er iets onverwachts met als gevolg dat er niets van de TU wordt uitgezonden. Maar dat is nu eenmaal het risico van het vak.”

De wetenschapper of andere TU-medewerker, die denkt dat zijn onderzoek of werk geschikt is voor het grote publiek kan altijd contact met Smid en Van der Sanden opnemen. Smid: ,,Ook mensen die benaderd zijn voor een interview kunnen bij ons aankloppen. Vaak moeten wetenschappers binnen drie minuten een verhaal vertellen. Wij kunnen hen adviseren hoe ze dit kunnen aanpakken. En als het nodig is, oefenen we even.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.