Vakbonden en universiteiten hebben een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao. De salarissen stijgen met 2 procent. Wat is er verder afgesproken?
Universitair docenten, hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunende medewerkers die al een tijdelijk contract hebben, komen in principe na één jaar in vaste dienst. Voor nieuwkomers geldt dit na anderhalf jaar.
Lonen
De lonen gaan in twee stappen omhoog: op 1 juli structureel met 1,64 procent en op 1 januari 2022 nog eens met 0,36 procent. En wie op 1 juli 2021 in dienst was bij een Nederlandse universiteit krijgt uiterlijk in september 2021 een eenmalige uitkering van bruto 650 euro op basis van een voltijds dienstverband. Verder worden de minimumlonen per 1 juli verhoogd, naar 14 euro. Daarmee vervallen de zes laagste loonschalen in de cao.
Ook na de versoepelingen meer thuiswerken
De cao-partijen verwachten dat er ook na de versoepelingen van de coronamaatregelen meer thuis zal worden gewerkt. Ze hebben afgesproken dat dit mogelijk blijft, voor zover de functie het toelaat. Universiteiten bieden medewerkers bovendien een internetvergoeding van 25 euro per maand en een thuiswerkvergoeding van 2 euro per dag.
Werkdruk omlaag
Om de hoge werkdruk terug te brengen, is het streven dat wetenschappers “een reële taakopdracht” krijgen, met heldere afspraken over de verhouding tussen onderwijs, onderzoek, valorisatie en overige taken. Ze moeten voldoende tijd hebben voor onderwijsgebonden onderzoek.
Verder zorgt elke universiteit ervoor dat medewerkers voldoende vrij besteedbare werktijd hebben. “Dit kan bijvoorbeeld door vergader- en/of email-luwe weken in te voeren, door op een afgesproken uur van de dag geen afspraken in te plannen of door afwisseling in werkzaamheden te faciliteren.”
Er zijn bovendien definitieve afspraken gemaakt over het vitaliteitspact. Oudere medewerkers kunnen minder werken tegen inlevering van een deel van hun salaris, met behoud van pensioenopbouw over het volledige salaris.
Reacties
Bestuurder Jan Boersma van FNV Onderwijs & Onderzoek, een van de vakbonden aan de onderhandelingstafel, spreekt van een cultuuromslag van flex naar vaste banen. “Hiermee kunnen we de werkdruk in deze sector verder terugdringen. Dat werd hoog tijd.” Hij verwacht dat in het komende halfjaar al zo’n 800 wetenschappelijk personeelsleden een vaste baan zullen krijgen en bij het ondersteunend personeel “een veelvoud” daarvan.
Overig onderwijzend personeel valt niet onder de afspraak voor vaste banen
Ook Marcel Nollen, VU-bestuurder en hoofdonderhandelaar namens universiteitenvereniging VSNU, is opgetogen: “Universiteiten zetten samen een mooie stap in het realiseren van meer vaste banen voor zowel wetenschappelijk als ondersteunend personeel.”
Overig onderwijzend personeel valt niet onder de afspraak voor vaste banen. Critici op Twitter zijn bang dat universiteiten straks meer docenten zonder onderzoekstaken zullen benoemen.
De nieuwe cao moet nog worden voorgelegd aan de achterbannen van vakbonden en universiteiten. Als die daar in juli mee instemmen, loopt de cao van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.