De gemeente heeft deze week een regeling ingevoerd die effect heeft op de ‘verkamering’ van eengezinswoningen. Deze omzettingsvergunning moet ervoor zorgen dat niet elke woning zomaar een studentenwoning kan worden.
‘Verkamering’ wordt het genoemd, en het is iets wat de laatste jaren in Delft steeds vaker voorkomt. Vorige week heeft de gemeente besloten dat er een verbod komt op het verkameren van huizen met een WOZ-waarde meer dan 265 duizend euro. Is een huis goedkoper, dan moet de eigenaar eerst een omzettingsvergunning regelen voordat hij het mag verkameren. De vergunning wordt verleend in samenspraak met de buurt, via een zogenaamde leefbaarheidstoets. Deze week is de regeling ingegaan.
‘We hebben gedaan wat we konden’
De Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen Delft (VSSD) was nauw betrokken bij de overleggen van de gemeente en is niet blij met de regeling. “We vinden het jammer dat Delft minder toegankelijk wordt voor studenten”, zegt Jorino van Rhijn, voorzitter van de VSSD. “We zien wel dat veel van onze initiatieven zijn meegenomen in de vergunning.” De VSSD heeft aandacht gevraagd bij de gemeenteraad over het gebrek aan onzelfstandige woningen. D66, VVD en STIP dienden ook een motie in, die ging over het verlevendigen van de campus. Beide moties worden behandeld.
Verder zorgde de VSSD ervoor dat bij de leefbaarheidstoets niet alleen klagende buurtbewoners worden gehoord, maar ook studentenorganisaties en bijvoorbeeld een café-eigenaar die meer klandizie krijgt door studenten. Van Rhijn wil de komende tijd scherp letten op de naleving van die toets. “We hebben gedaan wat we konden. We zijn benieuwd of er een goede invulling van het voorgestelde initiatief komt en houden de punten scherp in de gaten.”
Meer dan een derde student
Niet alleen de VSSD houdt de leefbaarheidstoets in de gaten, ook Ellen van Vugt volgt de ontwikkeling op de voet. Zij woont met haar gezin in de Prins Mauritsstraat, een doodnormale straat vlakbij de TU waar kinderen, ouderen en studenten wonen. De huizen zijn vaak goedkoper dan 265 duizend euro en kunnen dus nog verkamerd worden. Dat baart haar zorgen. “Het moet wel een goede mix blijven”, vertelt zij. “Nu is 36 procent van de bewoners in de straat student. Een samenstelling van verschillende mensen is belangrijk.”
Een rondje door de buurt laat het probleem niet zien. “Ja, er zijn veel studenten, maar ik vind ze wel gezellig”, zegt buurtbewoonster Gerra bij de snackbar. “En als ze een feestje hebben, komen ze het keurig melden.” Een andere klant valt haar bij. “Het is juist handig. Als een wat oudere buurtbewoner ’s avonds een boodschap nodig heeft, kan een student die nog naar de avondwinkel gaat dat meteen meenemen. Je hebt altijd leuke en minder leuke studenten.”
Van Vugt ondervindt zelf niet veel overlast van de studenten die naast haar wonen. “Verderop zit een huis vol bloedfanatieke roeiers, die hebben nooit een feestje. En mijn buren zijn studenten en zijn hartstikke aardig.” Het is vooral de samenstelling van de wijk die haar zorgen baart. “Gezinnen verhuizen en daar komen studenten voor in de plaats. Kinderen zien vriendjes wegtrekken.” Bij een handtekeningenactie bleek dat bijna de hele straat hierachter staat. “Zelfs de studentenhuizen ondertekenden de brief. Zij zijn hier komen wonen omdat het rustiger is dan in de binnenstad.” Ze begrijpt de kant van de studenten ook. “Je wilt wonen in de stad waar je studeert. Vanuit de gemeente moet een goede oplossing komen, zij trekken studenten aan. Bouw meer huizen op de grote campus of bouw leegstaande panden om tot geschikte studentenwoningen.”
Bij de nieuwe regeling liggen huisjesmelkers op de loer, denkt de VSSD. Lees daar meer over in dit artikel.
Nog vragen? Student Techniek In Politiek (STIP) heeft een uitgebreide uitleg over de regeling gepubliceerd.
Roos van Tongeren / Redacteur
Comments are closed.