Steeds meer mensen proberen milieubewust te leven. Een realistische kijk op de zaak en een flinke dosis positief denken boeken daarbij het beste resultaat, betoogt masterstude
We worden er dagelijks mee om de oren geslagen: het dreigende gevaar van klimaatverandering waarin de mens – door excessieve CO2-uitstoot – een grote rol speelt. De overdaad aan (media-)aandacht voor dit probleem is niet voor niets: gaan we op dezelfde toer door, dan zal de temperatuur op aarde dusdanig stijgen dat de ijskappen zullen smelten. Daardoor gaat het waterpeil omhoog en zullen grote stukken land overstromen. Miljoenen mensen (in eerste instantie vooral in ontwikkelingslanden) zullen hierdoor niet meer in staat zijn een veilig, gezond en gelukkig leven te leiden: infecties door tropische ziektes nemen toe, grond raakt ongeschikt voor het verbouwen van voedsel en gedwongen migratie door het onder water raken van woongebied zal steeds vaker voorkomen.
Als tegenreactie ontstaan steeds meer initiatieven om onze uitstoot te verminderen: gloeilampen zijn grotendeels vervangen door led-lichten, meer gezinnen scheiden hun (plastic) afval, Meat Free Monday is tegenwoordig een bekend begrip, en we proberen minder lang te douchen.
Het is geweldig om te zien hoeveel er al geprobeerd en gedaan is, maar is het genoeg om ervoor te zorgen dat de aarde niet verder opwarmt en ons de grootste rampen bespaard zullen blijven? Ik ben bang van niet.
Gigantische uitdaging
Om ervoor te zorgen dat de temperatuur op aarde tot 2050 niet meer dan 1,5C° stijgt (een in het klimaatakkoord van Parijs afgesproken kantelpunt) moet onze CO2-uitstoot drastisch naar beneden. Wanneer we aannemen dat iedereen op aarde een even groot ‘recht’ heeft op het uitstoten van CO2, is er per persoon per jaar slechts 1,3 ton ‘beschikbaar’, willen we dit klimaatdoel halen.
Dit is een gigantische uitdaging: momenteel stoot een Nederlander gemiddeld zo’n 9 ton per jaar uit. In onze huidige samenleving is het ontzettend lastig deze zogeheten ecologische voetafdruk drastisch naar beneden te brengen: voor veel noodzakelijke activiteiten en producten in ons leven is nog geen duurzaam alternatief voorhanden of dergelijke alternatieven zijn te kostbaar om aantrekkelijk te zijn voor consumenten, bedrijven en overheden. Er is dus een grote maatschappelijke verschuiving nodig willen er daadwerkelijk grote stappen gemaakt worden in de strijd tegen de klimaatverandering.
Gouden bergen
Ik schrijf dit artikel niet in de hoop de klimaatverandering op te lossen, of om gouden bergen te beloven aan mensen die hun best doen om dit tegen te gaan. Dit betekent niet dat ik de moed volledig heb opgegeven, integendeel! We moeten positief blijven en juist een tandje bijzetten.
Individuen kunnen twee belangrijke dingen doen. Je kunt als burger druk zetten op overheden, (lokale) bedrijven en kennisinstituten. Uiteindelijk moet het beleid van deze instanties een afspiegeling zijn van wat de klant/stemmer/cliënt wil. Stem dus op een groene partij, kies voor een duurzame bank en doe eens een suggestie op de universiteit om daar de ecologische voetafdruk te verkleinen.
Groener leven
De tweede verandermogelijkheid is kleinschaliger: het aanpassen van het eigen leven om de grens van 1,3 ton uitstoot te bereiken. Steeds meer mensen ambiëren een ‘groen’ leven, maar nog niet iedereen weet wat de meest effectieve maatregelen hiervoor zijn. Het uitzetten van de kraan tijdens het tanden poetsen en plastic scheiden zijn goede initiatieven, maar niet het meest effectief.
De grootste percentages van onze ecologische voetafdruk komen namelijk uit eten, transport en energie. Wat betreft de laatste categorie geldt voornamelijk: hoe minder energie verbruikt wordt, hoe beter en zogeheten groene stroom is beter dan de grijze variant. Daarbij is het van belang dat de groene stroom daadwerkelijk in Nederland is opgewekt.
Plastic tasjes
Waar de uitstoot van transport vandaan komt is niet moeilijk te bepalen: kort gezegd is alles met een uitlaat milieuvervuilend. Hoe groter het voertuig en hoe minder mensen er mee reizen, hoe meer vervuiling per persoon.
Vliegen is zonder enige twijfel de allergrootste vervuiler. Ter vergelijking: de uitstoot van een retourvlucht van Londen naar Hongkong staat gelijk aan 340 duizend plastic boodschappentassen.
Of, om met het gebruik van plastic tasjes een even grote CO2-uitstoot te hebben als met één grote internationale vlucht, moet je tien jaar lang iedere dag 93 tasjes meenemen uit de supermarkt. Dus: Pick your battles, hoewel alle kleine beetjes natuurlijk helpen.
Helaas is er nog geen goed alternatief voor vliegen, dus hoe pakken we dit probleem dan aan? Misschien moeten we (hoe lastig dat ook is met vliegtickets voor twee tientjes) vliegvakanties weer gaan zien als een luxeproduct. Nog niet zo lang geleden was het maken van een (verre) reis niet voor iedereen weggelegd, en al helemaal niet meerdere keren per jaar. Geen raar idee dus, om wat vaker in de buurt te genieten van je vrije dagen.
Stoppen met vlees eten
Voedsel dat de hele wereld over wordt gevlogen draagt ook bij aan een grote ecologische voetafdruk. Veel beter is het dus om lokaal geproduceerd eten te eten en te kopen, of voedsel dat over water is vervoerd.
Daarbij is een extreem effectieve manier om je persoonlijke ecologische voetafdruk naar beneden te brengen het minderen (of nog beter, stoppen) met het eten van dierlijke producten. Met name (rund)vlees en zuivel hebben een ontzettend hoge uitstoot: er komt 17 kilo broeikasgassen vrij bij het produceren van 1 kilo rundvlees, voor kaas is dit 13 kilo en voor melk 1,3 kilo.
Hoewel veel mensen zeggen niet zonder hun stukje vlees of hun tosti met kaas te kunnen, is het niet meer zo lastig als vroeger om dat een paar keer per week voor elkaar te krijgen. Er komen steeds meer vegetarische vleesvervangers op de markt die qua smaak nauwelijks onderdoen voor the real deal.
Maak er een sport van
De constatering dat het scheiden van plastic alleen niet voldoende resultaat oplevert zou niet verlammend moeten werken. Het zou moeten aansporen tot het ondernemen van actie op plekken waar het echt zin heeft. Bijvoorbeeld door druk te zetten op (lokale) instituties en door het eigen leven zo aan te passen dat je ecologische voetafdruk drastisch daalt. Belangrijk hierbij is dat deze aanpassingen niet zouden moeten voelen als een verlies: breid je smaakpalet uit met meer vegetarische recepten, bekijk je omgeving met andere ogen door dichter bij huis op vakantie te gaan en maak er een sport van je energierekening naar beneden te krijgen om geld over te houden voor een avondje uit. Geniet van de weg naar een duurzamere toekomst, samen komen we er dan wel.
Sanne van der Spoel (23) is masterstudent Applied Ethics aan de Universiteit Utrecht. Ze onderzocht voor haar stage consequenties van klimaatverandering voor de (individuele) verantwoordelijkheid van mensen.
Comments are closed.