Onderwijs

Nederlands wetenschapsbeleid kan nog beter

Al is het wetenschappelijk onderzoek in Nederland van ‘zeer hoog’ niveau, het kan wel slachtoffer worden van de wet op de remmende voorsprong. De oprukkende concurrentie moet goed in de gaten worden gehouden, erkent minister Plasterk.

Hij reageert op een vergelijkend onderzoek van het Rathenau Instituut naar de wetenschapssystemen in zes Europese landen, dat afgelopen najaar verscheen. De voornaamste conclusie daarvan was dat het ooit zo succesvolle wetenschapssysteem moet worden bijgesteld, omdat het Nederlandse onderzoek inmiddels niet meer voorop loopt.

Een van de aanbevelingen was om de beoordelingscriteria van wetenschappelijk onderzoek door visitatiecommissies te herzien. Vrijwel alle onderzoeksgroepen scoren tegenwoordig ‘zeer goed’ tot ‘excellent’, zodat de werkelijke top niet meer zichtbaar is.

Ook zou de concurrentie tussen universiteiten moeten worden vergroot. Hoe goed hun gezamenlijke internationale reputatie ook is, er staat er niet één in de top van de internationale ranglijsten. Daarvoor werken ze volgens het Rathenau Instituut te intensief samen.

Minister Plasterk schrijft dat met de zogenoemde Vernieuwingsimpuls – de veni-, vidi- en vicibeurzen van NWO voor de beste onderzoekers – de concurrentie al flink bevorderd wordt.

De rol van de overheid bij de strategieontwikkeling en planning van onderzoek is volgens hem bewust klein. Onderzoekers en wetenschapsorganisaties zijn immers uitstekend in staat om hun eigen prioriteiten te stellen. Op de aanbeveling om het onderzoeksevaluatiesysteem te verbeteren reageert hij niet in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Het Nederlandse onderzoek is volgens Plasterk nog altijd van zeer hoog niveau, al is wel zichtbaar dat andere landen hun achterstand inhalen. Er moeten daarom lessen worden getrokken uit ontwikkelingen elders. Welke lessen zegt hij niet.

Onkraakbare kwantumcryptografie en kwantumberekeningen, daar heeft het Amerikaanse leger wel oren naar. De Defense Advanced Research Projects Agency subsidieert daarom sinds kort voor enkele miljoenen dollars een samenwerkingsproject tussen onderzoekers van onder meer de universiteit van Santa Barbara, MIT, Harvard en de groep van dr.ir. Ronald Hanson van het Kavli Instituut voor Nanowetenschappen. “We doen onder meer onderzoek naar kwantumcommunicatie”, zegt Hanson. “De kwantuminformatie is daarbij gecodeerd in de toestand van de spin (de richting van het magnetische veld) van elektronen. Diamant is erg geschikt voor dit soort onderzoek, omdat we daarin kwantumeffecten kunnen bestuderen bij kamertemperatuur in plaats van dichtbij het absolute nulpunt.” Bij kwantumcommunicatie kun je zien of iemand je bericht heeft gelezen, stelt Hanson. “Als je de toestand van de elektronen meet (om de kwantumgecodeerde informatie af te lezen), dan verandert de toestand van de spins automatisch.” 

Hij reageert op een vergelijkend onderzoek van het Rathenau Instituut naar de wetenschapssystemen in zes Europese landen, dat afgelopen najaar verscheen. De voornaamste conclusie daarvan was dat het ooit zo succesvolle wetenschapssysteem moet worden bijgesteld, omdat het Nederlandse onderzoek inmiddels niet meer voorop loopt.

Een van de aanbevelingen was om de beoordelingscriteria van wetenschappelijk onderzoek door visitatiecommissies te herzien. Vrijwel alle onderzoeksgroepen scoren tegenwoordig ‘zeer goed’ tot ‘excellent’, zodat de werkelijke top niet meer zichtbaar is.

Ook zou de concurrentie tussen universiteiten moeten worden vergroot. Hoe goed hun gezamenlijke internationale reputatie ook is, er staat er niet één in de top van de internationale ranglijsten. Daarvoor werken ze volgens het Rathenau Instituut te intensief samen.

Minister Plasterk schrijft dat met de zogenoemde Vernieuwingsimpuls – de veni-, vidi- en vicibeurzen van NWO voor de beste onderzoekers – de concurrentie al flink bevorderd wordt.

De rol van de overheid bij de strategieontwikkeling en planning van onderzoek is volgens hem bewust klein. Onderzoekers en wetenschapsorganisaties zijn immers uitstekend in staat om hun eigen prioriteiten te stellen. Op de aanbeveling om het onderzoeksevaluatiesysteem te verbeteren reageert hij niet in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Het Nederlandse onderzoek is volgens Plasterk nog altijd van zeer hoog niveau, al is wel zichtbaar dat andere landen hun achterstand inhalen. Er moeten daarom lessen worden getrokken uit ontwikkelingen elders. Welke lessen zegt hij niet.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.