Campus

‘Mijn opa vond het hartstikke mooi’

Veel studenten hebben een vader die hen voorging in Delft. Van sommigen werd zelfs opa hier al ingenieur. Zeldzaam wordt het als ook de overgrootvader zijn bul in Delft haalde.

Bart van de Kerk is de jongste telg van zo’n geslacht.

,,Mijn opa vond het hartstikke mooi dat zijn kleinzoon ook in Delft ging studeren”, herinnert Bart van de Kerk zich. ,,Hij vroeg zelfs of ik bepaalde professoren nog kende. Die waren er echter niet meer. De secretaris-beheerder van Elektrotechniek, toen ik ging studeren was dat de heer Kapteijn, bleek nog wel met mijn opa te hebben samengewerkt.”

Barts grootvader Jaap en vader Geurt van de Kerk studeerden allebei civiele techniek. Zijn overgrootvader aan moeders kant, J.J.P. Cattel, zat tijdens de Eerste Wereldoorlog in de collegebanken bij Werktuigbouw. Vandaag studeert Bart van de Kerk af bij Elektrotechniek en vormt zo samen met zijn al eerder bij Industrieel Ontwerpen afgestudeerde zus de vierde generatie ingenieurs in de familie.

Van zijn overgrootvader Cattel weet Van de Kerk niet zoveel meer: ,,Wat ik me nog herinner, is dat hij altijd dingen aan het maken was. Hij was een echte wetenschapper, op het laatst erg verdiept in sterrenkunde.”

Cattel was een ‘spoorstudent’. Vanaf september 1913 reisde hij elke dag heen en weer tussen het thuisadres aan de Oude Vest in Leiden en de TH. Hij was lid van de Delftsche Studenten Bond, maar daar verder niet actief. Na vier jaar studeren haalde Cattel de buit binnen en ging werken bij de ‘Dienst voor het Stoomwezen’ en werd daar later directeur.

Jaap van de Kerk had maar drie jaar nodig om in de jaren dertig cum laude af te studeren bij Civiel. Daarvoor had hij wel al hts gedaan. Bart van de Kerk: ,,Mijn opa was een heel precieze man. Hij zorgde er voor altijd netjes zijn zaken afgerond te hebben.” Ook grootvader Van de Kerk was een spoorstudent, maar nu tussen Den Haag en Delft. Ook hij werd een directeur. ,,Directeur-generaal van Rijkswaterstaat ten tijde van de Deltawerken. Hij had meer te zeggen dan de minister op dat gebied”, vertelt zijn kleinzoon trots.
Blauwdruk

,,Mijn vader heeft er wat langer over gedaan dan mijn opa en overgrootvader. Zeven jaar, inclusief een bestuursjaar. Ik denk dat mijn opa daar niet altijd even blij mee was: ranzigheid bij studeren was er in zijn tijd nog niet bij. Voor mij is het wel fijn dat mijn vader er toen de tijd voor heeft genomen. Ik heb er nu ook zeven jaar over gedaan en mijn ouders hebben nooit geklaagd.”

Geurt van de Kerk verkaste van Den Haag naar Delft en werd actief bij Sint Jansbrug. ,,Behalve in het bestuur, heeft hij ook in de bouwcommissie gezeten toen het tweede pand naast het oude erbij werd gekocht. Daar moest natuurlijk veel geld voorgeregeld worden. Mijn vaders verdiensten zijn bekroond met het erelidmaatschap van Sint Jansbrug.”

Het afstuderen in 1968 was het laatste wat vader Van de Kerk deed op het terrein van de civiele techniek. Hij ging aan de slag bij een adviesbureau en heeft nu een eigen bureau.

Barts studentenleven is bijna een blauwdruk van dat van zijn vader. In 1990 begon hij in Delft en werd lid van Sint Jansbrug. Bart: ,,Maar dat had eigenlijk niets met mijn vader te maken.” Na twee jaar was zijn jaarclub echter uit elkaar gevallen en verliet Van de Kerk de studentenvereniging om te gaan roeien bij Proteus-Eretes. ,,Ik heb het daar erg naar mijn zin gehad en heb een jaar in het bestuur gezeten. Ik was ‘commissaris loods’, dus verantwoordelijk voor de huisvesting. Daardoor zat ik ook in de bouwcommissie ten tijde dat Proteus iets anders moest vinden voor het Kruithuis. Toen de plannen van de architect voor de nieuwbouw vrij definitief waren, moesten we op zoek naar een aannemer en sponsoring. Mijn vader vond het allemaal natuurlijk heel interessant en heeft veel verteld over zijn bouwcommissie.”

Net over de eindstreep ligt Bart van de Kerks nieuwe baan al op hem te wachten. Bij een adviesbureau.
Ramp

In al die jaren vindt de jongste ingenieurstelg van Van de Kerk niet dat er echt veel veranderd is aan het Delftse universitaire leven. ,,Alleen de verhouding tussen studenten en docenten is verbeterd. Wij staan nu meer op gelijke voet. Dat is maar goed ook, want ze zijn er voor de studenten, hoewel dat nog weleens wordt vergeten”, vindt hij.

En verder is alles bij het oude gebleven, op enkele details na: ,,Mijn opa liep in pak college en mijn vader jasje-dasje, en tegenwoordig dragen studenten ook nette kleding. Je gaat niet in je korte broek naar de TU.”

Ook de verhuizing van de TU uit de binnenstad heeft niet veel veranderd. ,,Aan één kant is die verhuizing wel jammer, want die oude TU-gebouwen zijn heel mooi, maar je kunt toch beter in de binnenstad wonen. De TU-wijk voldoet prima, maar om er te wonen lijkt me een ramp, vooral wat betreft boodschappen doen. Dat campus-idee zal nooit echt van de grond komen. Niet in het minst doordat de studentenverenigingen in de binnenstad zitten: daar zit het studentenleven.”

Al heeft het beurzenstelsel op korte termijn wel voor verandering gezorgd, uiteindelijk vindt Van de Kerk dat hierdoor de situatie weer terugkeert naar vroeger tijden. ,,Er werd een tijd lang gevonden dat iedereen moest kunnen studeren, maar met de huidige inkrimping wordt studeren toch weer een elitaire aangelegenheid. En dus is er niet echt iets veranderd aan het studeren in Delft in al die jaren: de studentenverenigingen en de studenten zijn hetzelfde als generaties geleden. Delft is echt vreselijk conservatief.”

Veel studenten hebben een vader die hen voorging in Delft. Van sommigen werd zelfs opa hier al ingenieur. Zeldzaam wordt het als ook de overgrootvader zijn bul in Delft haalde. Bart van de Kerk is de jongste telg van zo’n geslacht.

,,Mijn opa vond het hartstikke mooi dat zijn kleinzoon ook in Delft ging studeren”, herinnert Bart van de Kerk zich. ,,Hij vroeg zelfs of ik bepaalde professoren nog kende. Die waren er echter niet meer. De secretaris-beheerder van Elektrotechniek, toen ik ging studeren was dat de heer Kapteijn, bleek nog wel met mijn opa te hebben samengewerkt.”

Barts grootvader Jaap en vader Geurt van de Kerk studeerden allebei civiele techniek. Zijn overgrootvader aan moeders kant, J.J.P. Cattel, zat tijdens de Eerste Wereldoorlog in de collegebanken bij Werktuigbouw. Vandaag studeert Bart van de Kerk af bij Elektrotechniek en vormt zo samen met zijn al eerder bij Industrieel Ontwerpen afgestudeerde zus de vierde generatie ingenieurs in de familie.

Van zijn overgrootvader Cattel weet Van de Kerk niet zoveel meer: ,,Wat ik me nog herinner, is dat hij altijd dingen aan het maken was. Hij was een echte wetenschapper, op het laatst erg verdiept in sterrenkunde.”

Cattel was een ‘spoorstudent’. Vanaf september 1913 reisde hij elke dag heen en weer tussen het thuisadres aan de Oude Vest in Leiden en de TH. Hij was lid van de Delftsche Studenten Bond, maar daar verder niet actief. Na vier jaar studeren haalde Cattel de buit binnen en ging werken bij de ‘Dienst voor het Stoomwezen’ en werd daar later directeur.

Jaap van de Kerk had maar drie jaar nodig om in de jaren dertig cum laude af te studeren bij Civiel. Daarvoor had hij wel al hts gedaan. Bart van de Kerk: ,,Mijn opa was een heel precieze man. Hij zorgde er voor altijd netjes zijn zaken afgerond te hebben.” Ook grootvader Van de Kerk was een spoorstudent, maar nu tussen Den Haag en Delft. Ook hij werd een directeur. ,,Directeur-generaal van Rijkswaterstaat ten tijde van de Deltawerken. Hij had meer te zeggen dan de minister op dat gebied”, vertelt zijn kleinzoon trots.
Blauwdruk

,,Mijn vader heeft er wat langer over gedaan dan mijn opa en overgrootvader. Zeven jaar, inclusief een bestuursjaar. Ik denk dat mijn opa daar niet altijd even blij mee was: ranzigheid bij studeren was er in zijn tijd nog niet bij. Voor mij is het wel fijn dat mijn vader er toen de tijd voor heeft genomen. Ik heb er nu ook zeven jaar over gedaan en mijn ouders hebben nooit geklaagd.”

Geurt van de Kerk verkaste van Den Haag naar Delft en werd actief bij Sint Jansbrug. ,,Behalve in het bestuur, heeft hij ook in de bouwcommissie gezeten toen het tweede pand naast het oude erbij werd gekocht. Daar moest natuurlijk veel geld voorgeregeld worden. Mijn vaders verdiensten zijn bekroond met het erelidmaatschap van Sint Jansbrug.”

Het afstuderen in 1968 was het laatste wat vader Van de Kerk deed op het terrein van de civiele techniek. Hij ging aan de slag bij een adviesbureau en heeft nu een eigen bureau.

Barts studentenleven is bijna een blauwdruk van dat van zijn vader. In 1990 begon hij in Delft en werd lid van Sint Jansbrug. Bart: ,,Maar dat had eigenlijk niets met mijn vader te maken.” Na twee jaar was zijn jaarclub echter uit elkaar gevallen en verliet Van de Kerk de studentenvereniging om te gaan roeien bij Proteus-Eretes. ,,Ik heb het daar erg naar mijn zin gehad en heb een jaar in het bestuur gezeten. Ik was ‘commissaris loods’, dus verantwoordelijk voor de huisvesting. Daardoor zat ik ook in de bouwcommissie ten tijde dat Proteus iets anders moest vinden voor het Kruithuis. Toen de plannen van de architect voor de nieuwbouw vrij definitief waren, moesten we op zoek naar een aannemer en sponsoring. Mijn vader vond het allemaal natuurlijk heel interessant en heeft veel verteld over zijn bouwcommissie.”

Net over de eindstreep ligt Bart van de Kerks nieuwe baan al op hem te wachten. Bij een adviesbureau.
Ramp

In al die jaren vindt de jongste ingenieurstelg van Van de Kerk niet dat er echt veel veranderd is aan het Delftse universitaire leven. ,,Alleen de verhouding tussen studenten en docenten is verbeterd. Wij staan nu meer op gelijke voet. Dat is maar goed ook, want ze zijn er voor de studenten, hoewel dat nog weleens wordt vergeten”, vindt hij.

En verder is alles bij het oude gebleven, op enkele details na: ,,Mijn opa liep in pak college en mijn vader jasje-dasje, en tegenwoordig dragen studenten ook nette kleding. Je gaat niet in je korte broek naar de TU.”

Ook de verhuizing van de TU uit de binnenstad heeft niet veel veranderd. ,,Aan één kant is die verhuizing wel jammer, want die oude TU-gebouwen zijn heel mooi, maar je kunt toch beter in de binnenstad wonen. De TU-wijk voldoet prima, maar om er te wonen lijkt me een ramp, vooral wat betreft boodschappen doen. Dat campus-idee zal nooit echt van de grond komen. Niet in het minst doordat de studentenverenigingen in de binnenstad zitten: daar zit het studentenleven.”

Al heeft het beurzenstelsel op korte termijn wel voor verandering gezorgd, uiteindelijk vindt Van de Kerk dat hierdoor de situatie weer terugkeert naar vroeger tijden. ,,Er werd een tijd lang gevonden dat iedereen moest kunnen studeren, maar met de huidige inkrimping wordt studeren toch weer een elitaire aangelegenheid. En dus is er niet echt iets veranderd aan het studeren in Delft in al die jaren: de studentenverenigingen en de studenten zijn hetzelfde als generaties geleden. Delft is echt vreselijk conservatief.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.