Na een kort, maar ernstig ziekbed, is plotseling op 58-jarige leeftijd overleden ir J.J. Kok, universitair hoofddocent bij de sectie geo-informatie van de faculteit Geodesie.
Share
br />
Johan Kok was sinds 1973 als medewerker aan de faculteit verbonden, eerst tijdens zijn studie – waar hij met een omweg via een interne kadasteropleiding en de hts-landmeetkunde aan begonnen was -, en sinds 1975 als wetenschappelijk medewerker.
Hij verrichte zijn werkzaamheden binnen het toenmalige Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek onder leiding van Baarda. Samen met een nieuwe groep medewerkers speelde hij een cruciale rol bij de software-ontwikkeling voor het ontwerpen en het vereffenen van netwerken, wat uiteindelijk heeft geleid tot het softwarepakket SCAN-II. Hij heeft meegewerkt aan de Europese driehoeksmeting (Retrig) en Europese waterpasnet-vereffening (UELN).
Tussendoor is hij, in 1981, bijna een jaar in de Verenigde Staten geweest: op uitnodiging als research fellow bij de National Geodetic Survey.
Na de overstap van de sectie Mathematische Geodesie naar de sectie Geo-informatie was hij de laatste jaren ondermeer werkzaam in het kader van een aantal derde-geldstroomprojecten, opnieuw op het terrein van de softwareontwikkeling. Zo heeft hij een bijdrage geleverd aan het FRANK-projekt en, meer recent, aan het HTW-projekt.
Hij zou gebruik gaan maken van de zogenaamde SOP-regeling, die het mogelijk maakt, vooruitlopend op het pensioen, wat minder te gaan werken. Met die extra tijd had Johan grootse plannen in gedachten. Een bespreking over een mogelijk promotieonderzoek kon door zijn ziekte echter geen doorgang vinden.
Met Johan Kok verliest de faculteit een van de belangrijke bouwers aan de Mathematische Geodesie.
Na een kort, maar ernstig ziekbed, is plotseling op 58-jarige leeftijd overleden ir J.J. Kok, universitair hoofddocent bij de sectie geo-informatie van de faculteit Geodesie.
Johan Kok was sinds 1973 als medewerker aan de faculteit verbonden, eerst tijdens zijn studie – waar hij met een omweg via een interne kadasteropleiding en de hts-landmeetkunde aan begonnen was -, en sinds 1975 als wetenschappelijk medewerker.
Hij verrichte zijn werkzaamheden binnen het toenmalige Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek onder leiding van Baarda. Samen met een nieuwe groep medewerkers speelde hij een cruciale rol bij de software-ontwikkeling voor het ontwerpen en het vereffenen van netwerken, wat uiteindelijk heeft geleid tot het softwarepakket SCAN-II. Hij heeft meegewerkt aan de Europese driehoeksmeting (Retrig) en Europese waterpasnet-vereffening (UELN).
Tussendoor is hij, in 1981, bijna een jaar in de Verenigde Staten geweest: op uitnodiging als research fellow bij de National Geodetic Survey.
Na de overstap van de sectie Mathematische Geodesie naar de sectie Geo-informatie was hij de laatste jaren ondermeer werkzaam in het kader van een aantal derde-geldstroomprojecten, opnieuw op het terrein van de softwareontwikkeling. Zo heeft hij een bijdrage geleverd aan het FRANK-projekt en, meer recent, aan het HTW-projekt.
Hij zou gebruik gaan maken van de zogenaamde SOP-regeling, die het mogelijk maakt, vooruitlopend op het pensioen, wat minder te gaan werken. Met die extra tijd had Johan grootse plannen in gedachten. Een bespreking over een mogelijk promotieonderzoek kon door zijn ziekte echter geen doorgang vinden.
Met Johan Kok verliest de faculteit een van de belangrijke bouwers aan de Mathematische Geodesie.
Comments are closed.