Hij was bijna verbrand in de open haard van de Delftse studentensociëteit Phoenix, de boot waarmee twee Laga-roeiers tijdens de Olympiade in Parijs van 1924 goud wonnen.
Maar enkele oud-leden van studentenroeivereniging Laga zijn er in geslaagd een laatste, veilige rustplaats te vinden voor de boot ‘J.A. van der Vegte’, te weten het Olympisch Museum in Lausanne.
De overdracht was tijdens de roeikampioenschappen in het Zwitserse Luzern, op 17 juli. Als vertegenwoordiger van de TU was oud-rector prof.drs. P.A.Schenck hierbij aanwezig.
De wedstrijd werd indertijd geroeid door W.H.C.E. Rösingh op slag en A.C.Beynen op boeg. Als tegenstanders hadden zij een ploeg uit Engeland en een uit Frankrijk. Bij de goede start lagen zij direct anderhalve bootlengte voor. Er werd in een moordend tempo van 41 slagen per minuut geroeid, wat over deze afstand van twee kilometer moeilijk is vast te houden. Na 1500 meter kwam de Franse ploeg langszij. Door de krachtige eindsprint van de twee Lagaaiers slaagden ze erin om met driekwart bootlengte voorsprong de wedstrijd te winnen.
De officiële overdracht van de ‘J.A. van der Vegte’, tijdens de internationale Rotsee Regatta in het Zwitserse Luzern, was op de dag nauwkeurig 70 jaar na de succesvolle Olympische finale. De boot werd overgedragen aan het Olympisch Museum en het Internationaal Olympisch Comite.
De twee-zonder heeft lange tijd als trofee in de raceroeikamer van Laga gehangen. Uiteindelijk is de boot opgekocht door de zoon van W.H.C.E.Rösingh. De ‘J.A. van der Vegte’ is hierna geheel gerestaureerd. Zo is het middenstuk vervangen en zijn ontbrekende onderdelen bijeengezocht bij andere roeiverenigingen.
Het Zwitserse museum had nog weinig materiaal uit Nederland. Evenmin beschikte het over materiaal uit de Olympische geschiedenis van de roeisport, een van de oudste Olympische sporten. Het Olympisch Museum zal de twee-zonder opnemen in de permanente collectie.
Rösingh en Beynen in de ‘J.A. van der Vegte’
Hij was bijna verbrand in de open haard van de Delftse studentensociëteit Phoenix, de boot waarmee twee Laga-roeiers tijdens de Olympiade in Parijs van 1924 goud wonnen. Maar enkele oud-leden van studentenroeivereniging Laga zijn er in geslaagd een laatste, veilige rustplaats te vinden voor de boot ‘J.A. van der Vegte’, te weten het Olympisch Museum in Lausanne.
De overdracht was tijdens de roeikampioenschappen in het Zwitserse Luzern, op 17 juli. Als vertegenwoordiger van de TU was oud-rector prof.drs. P.A.Schenck hierbij aanwezig.
De wedstrijd werd indertijd geroeid door W.H.C.E. Rösingh op slag en A.C.Beynen op boeg. Als tegenstanders hadden zij een ploeg uit Engeland en een uit Frankrijk. Bij de goede start lagen zij direct anderhalve bootlengte voor. Er werd in een moordend tempo van 41 slagen per minuut geroeid, wat over deze afstand van twee kilometer moeilijk is vast te houden. Na 1500 meter kwam de Franse ploeg langszij. Door de krachtige eindsprint van de twee Lagaaiers slaagden ze erin om met driekwart bootlengte voorsprong de wedstrijd te winnen.
De officiële overdracht van de ‘J.A. van der Vegte’, tijdens de internationale Rotsee Regatta in het Zwitserse Luzern, was op de dag nauwkeurig 70 jaar na de succesvolle Olympische finale. De boot werd overgedragen aan het Olympisch Museum en het Internationaal Olympisch Comite.
De twee-zonder heeft lange tijd als trofee in de raceroeikamer van Laga gehangen. Uiteindelijk is de boot opgekocht door de zoon van W.H.C.E.Rösingh. De ‘J.A. van der Vegte’ is hierna geheel gerestaureerd. Zo is het middenstuk vervangen en zijn ontbrekende onderdelen bijeengezocht bij andere roeiverenigingen.
Het Zwitserse museum had nog weinig materiaal uit Nederland. Evenmin beschikte het over materiaal uit de Olympische geschiedenis van de roeisport, een van de oudste Olympische sporten. Het Olympisch Museum zal de twee-zonder opnemen in de permanente collectie.
Rösingh en Beynen in de ‘J.A. van der Vegte’
Comments are closed.