Campus

Kuddedieren in crisis

Aardbevingen, tsunami’s, rennende meutes; bij de afdeling transport en planning storten proefpersonen zich in het ‘onheil’, om zo uiteindelijk verkeersmodellen beter bruikbaar te maken voor evacuaties.


Hogerop zal het wel veilig zijn. Dat denken de arme stakkers, waaronder nummer 23 en nummer 38. Ze rennen zich de longen uit het lijf. Heel even staan ze stil midden op de weg. Ergens in de computerzaal bij de faculteit CiTG tikt iemand snel wat op zijn toetsenbord. “Ik ga naar de bergen”, meldt avatar nummer 23 dan via de chatbox. “Ik zet hem ook op het lopen”, vult nummer 38 aan. De twee maken geen schijn van kans. Over enkele minuten overspoelt een tsunami vrijwel het gehele eiland. Ik, nummer 46, pak het anders aan.




De dag begon zo mooi in de virtuele wereld waarmee wetenschappers van de afdeling transport en planning (CitG) menselijke gedragingen in kaart willen brengen om hun verkeersmodellen te verbeteren.




“Jullie gaan een concert bezoeken op een eiland”, vertelt promovenda ir. Mignon van den Berg aan de tientallen proefkonijnen die ze deels met krantenadvertenties heeft geworven. We zitten allemaal achter een computer. “Daar gaan jullie met een helikopter naar toe. Eenmaal aangekomen nemen jullie ieder een auto om naar het concert te rijden. Met deze pijltjes kun je voor- en achteruit en links en rechts”, wijst ze op het toetsenbord.




Het is een bont gezelschap dat zich heeft verzameld, jong en oud, uit alle gelederen van de samenleving. Een tiener met een petje op en een blikje cola in de hand, snapt wel hoe je moet navigeren in een spelomgeving. Hij speelt zolang het nog kan spelletjes op zijn telefoon. Een oudere vrouw leest intussen aandachtig de aangeleverde instructies.


Even later zet de helikopter ons in een virtuele wereld af op een prachtig subtropisch eiland. Twee wegen slingeren speels door het glooiende landschap.


Na een autorit van een paar minuten waren we aangekomen bij een podium waar zes violisten klassieke muziek speelden; een opmerkelijke bezetting, maar het klonk best aardig.

Maar plots begon de aarde te trillen. Het muzikale programma eindigde abrupt en door de luidsprekers klonk een verschrikkelijke waarschuwing. “Een tsunami is op komst. U dient te evacueren.”

Een teller in beeld geeft aan hoeveel minuten we hebben tot de vloedgolf het eiland bereikt. “Snel, wegwezen.” “Rij nou toch eens door.” De berichtjes in de chatbox onderin het scherm volgen elkaar nu in rap tempo op. Sommige concertbezoekers hebben al een auto bemachtigd en scheuren weg.


Zenuwen

De deelnemers komen in een verschrikkelijke situatie terecht. Een tsunami is op komst. De situatie mag dan nep zijn, toch werken de geluiden, de rennende avatars en een klok die aftikt mensen op de zenuwen. “Dat blijkt ook uit de antwoorden op het vragenformulier dat we de deelnemers na afloop laten invullen”, zegt Mignon van den Berg. “Mensen geven achteraf aan dat ze een verhoogde mate van stress hebben ervaren.”


De promovenda maakt deel uit van het onderzoeksteam van prof.dr.ir. Serge Hoogendoorn. Deze hoogleraar transport kreeg in 2009 een Vici-subsidie van NWO om onder meer uit te zoeken hoe verkeersmodellen beter bruikbaar gemaakt kunnen worden voor evacuaties.


Modellen gaan ervan uit dat reizigers ongeveer weten wat ze kunnen verwachten op de weg, dat ze een duidelijke reisbestemming voor ogen hebben en dat ze afgewogen keuzes maken over de route en vertrektijd. Maar bij een dijkdoorbraak of tsunami gaat dit verhaal natuurlijk niet op.


“De meeste mensen gedragen zich in zulke situaties als kuddedieren”, aldus Hoogendoorn. “Ze doen wat ze gewend zijn. Ze volgen bijvoorbeeld bepaalde vertrouwde routes, ook al wordt aangegeven dat je beter anders kunt rijden. Bounded rationality heet die geestelijke toestand. Pas als mensen echt inzien dat ze niet slim bezig zijn, passen ze hun gedrag aan.”


Is zulk reizigersgedrag tijdens crisissituaties goed te bestuderen met virtuele werelden? Volgens de Delftenaren is daar nog weinig over bekend. Van den Berg: “Ik wil daarom kijken of we met deze techniek volggedrag tijdens evacuaties kwantitatief kunnen aantonen. Dat was tot nu toe onmogelijk.”




Sommige mensen rennen na het nieuwsbulletin straal de verkeerde kant op. De enige ontsnappingsmogelijkheid is de helikopter aan de andere kant van het eiland. De trein daarnaartoe vertrekt als het goed is net op tijd. Ik vlieg over de traptreden van het station naar het perron.




Proefpersonen

De afgelopen maanden heeft Van den Berg een tiental experimenten gedaan met telkens ongeveer dertig man. Nu brengt ze de gedragingen van deze proefpersonen in kaart. Wie vertrok welke kant op en wanneer? En hoe beïnvloeden mensen elkaar?


Vooral die laatste vraag is erg interessant. “Het lijkt erop dat mensen zich ook in deze virtuele wereld als kuddedieren gedragen. Dit is een eerste indicatie dat het programma bruikbaar kan zijn om evacuatiemodellen te verbeteren.”


Hoogendoorn heeft hoge verwachtingen. “In onze huidige modellen, bijvoorbeeld om te voorspellen hoe snel een gebied geëvacueerd kan worden bij een overstroming, houden we rekening met het feit dat we niet goed weten hoe mensen reageren. Dat levert onzekerheidsmarges op. Dankzij dit soort onderzoek met avatars kunnen we die marges hopelijk verkleinen.”


De trein is stampvol. Sommigen inzittenden twijfelen of ze wel de juiste beslissing hebben genomen. “Ga nou toch rijden”, klinkt het “Die NS toch ook altijd. Zul je zien dat ze weer vertraging hebben.” De rest van het gekrakeel blijft me bespaard. Ik pas niet meer in de wagon. De parkeerplaats dan. Ik ren het station weer uit. Er staat nog één auto. Ik spring erin.


De onderzoekers kunnen de situatie ook manipuleren. In het geniep doen ook enkele collega’s van Van den Berg mee als avatars. “Deze ‘mollen’ hebben we de opdracht gegeven om op bepaalde momenten weg te rennen van het concert”, zegt de promovenda. Als de mollen al wegrennen zodra de aarde beeft en dus niet wachten op het nieuwsbulletin, dan blijken veel deelnemers de ramp te overleven. Maar dan moeten ze wel de goede kant op rennen.


“Het programma is behoorlijk geavanceerd”, vindt Hoogendoorn. “Van de avatars kunnen we achteraf precies nagaan hoe ze reageren nadat ze bepaalde informatie krijgen. Vluchten ze al wanneer ze de aarde voelen trillen, vertrekken ze pas als ze het nieuwsbulletin gehoord hebben of volgen ze de rest van de groep? Normaal ben je voor de analyse achteraf aangewezen op enquêtes.”


De opzet van het experiment is voornamelijk Van den Bergs verdienste. Maar de onderliggende programmering komt van het National Institute of Informatics in Tokyo. Hoogendoorn en zijn collega prof.dr.ir. Hans van Lint, onlangs benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar, waren daar enkele jaren geleden te gast om lezingen te geven. Het plan om het computerprogramma in Delft te gebruiken werd na afloop gesmeed in een Belgische kroeg in de Japanse hoofdstad.


Na mij komt nog iemand bij de parkeerplaats. Hij heeft pech. Plankgas rij ik richting vliegveld. In een split second besluit ik om bij de t-splitsing linksaf te gaan. Ik ga niet door de bergen, maar neem de korte route langs de kust.


Voetbalstadion

De komende jaren willen Hoogendoorn en Van Lint veel meer experimenten uitvoeren met virtuele werelden. “We denken er bijvoorbeeld aan om een voetbalstation te ontwerpen waar de bezoekers massaal uit moeten evacueren”, zegt Hoogendoorn. Het gros van het publiek bestaat dan uit computergestuurde poppetjes, maar er zitten ook ‘echte’ avatars tussen. Dergelijk onderzoek zal plaatsvinden in het Dittlab, het Delft integral traffic & transport laboratory, een nieuw laboratorium dat Van Lint gaat opstarten en waar zijn inaugurele rede op 2 april deels over gaat.


De ‘mooie slingerende weg’ over het eiland is nu, onder deze stressvolle omstandigheden, een stuk minder aantrekkelijk. De bochten zijn nog wel net te nemen, maar op sommige punten kun je weinig vooruit kijken. De aardbeving was fors. Als de weg overal nog maar intact is.


Het blijft een opmerkelijk gegeven dat mensen, veilig zittend achter hun pc, gestrest raken van een gesimuleerde aardbeving en tsunami. Van den Bergs collega, psycholoog drs. Erica Kinkel (transport en planning), kijkt er echter helemaal niet van op. “Er is met opzet een situatie gecreëerd waarin mensen zoveel mogelijk in de virtuele wereld worden opgenomen. De geluiden, die de deelnemers via hun koptelefoon horen, hielpen daar bij. Daarnaast is aan de proefpersonen gevraagd zich in de situatie in te leven – alleen dat al kan stress oproepen – en ze zijn ze onder tijdsdruk gezet. Iedereen moest zijn best doen om binnen een bepaalde tijd bij de helikopter te komen voor de evacuatie. Ook al is de situatie niet echt levensbedreigend, mensen ervaren stress door tijdsdruk.”


Of gecreëerde crisissituaties vergelijkbaar zijn met echte rampen blijft een lastige kwestie, geeft de psycholoog toe. “Maar ook in het echte leven geldt dat geen aardbeving of tsunami hetzelfde is.”


Plots, na de zoveelste bocht, houdt de weg op. Voor me gaapt een ravijn. Op de bodem liggen de restanten van een brug. Ik duik vol op de remmen. Maar het is te laat.

Game over voor avatar 46.


 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.