Onderwijs

Kamer akkoord met ‘harde knip’

Studenten moeten straks hun bachelordiploma op zak hebben voor ze aan hun masteropleiding mogen beginnen. Zelfs als ze maar eenmaal per jaar mogen instromen en een fikse vertraging kunnen oplopen.

Regeringspartijen PvdA en CDA bleken al eerder warm voorstander van landelijke invoering van de harde knip. Net minister Plasterk vinden ze het belangrijk dat studenten onbevangen voor een masteropleiding kiezen. Nu belanden ze vaak bij de doorstroommaster: daar mogen ze al aan beginnen voor ze al hun bachelorpunten binnen hebben.

De Kamer vindt het belangrijk dat studenten geen tijd verliezen doordat ze alleen in september aan hun masteropleiding kunnen beginnen. Net als de Onderwijsinspectie ziet ze het liefst dat alle studies – ook de kleine – ten minste twee ‘instroommomenten’ hebben.

Minister Plasterk is niet zo bang voor studievertraging. Bij de acht universiteiten die de knip al hebben ingevoerd zou daar weinig van te merken zijn, ook al omdat studenten hun gedrag aanpassen aan de veranderde eisen en alles op alles zetten om hun punten op tijd binnen te hebben. Het tweede ‘instroommoment’ wil hij niet wettelijk afdwingen. Wel vindt hij dat opleidingen belangrijke argumenten moeten hebben om het niet in te voeren. Daar gaat hij afspraken over maken met de VSNU.

Bovendien wil hij dat instellingen het aantal instroommomenten laten meewegen bij de ‘hardheidstoets’. Is er maar één zo’n moment, dan zal een student die een bachelorvak mist wegens bijvoorbeeld ziekte of bestuurswerk, eerder tot een masteropleiding worden toegelaten.

De SP en GroenLinks drongen aan op uitstel van de maatregel. Er dreigen immers grote bezuinigingen, en het “uit zijn voegen barstende” hoger onderwijs wordt straks misschien wel ingrijpend gereorganiseerd. Maar de minister en de andere partijen vinden dat de invoering van de harde knip daar los van staat.

Op 1 januari kan de Tweede Kamer het wetsvoorstel over de harde knip tegemoet zien, met een brief over de afspraken die de minister met de universiteiten maakt. De maatregel moet gaan gelden voor de huidige lichting eerstejaars, die in 2012-2013 een masteropleiding kiest.

WIE IS MARIJA ILIC?
Prof.dr. Marija Ilic (voormalig Joegoslavië, 1951) was in december de hoofdgast op het minisymposium Next Generation Infrastructure Seminar, dat de sectie energie en industrie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management had georganiseerd ter gelegenheid van Ili´cs aanstelling per 1 december als gasthoogleraar intelligente elektriciteitsnetwerken (control of future electricity network operations), een gecombineerde leerstoel van TBM en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Ilic is aan de Carnegie Mellon universiteit in Pittsburg verbonden aan de faculteiten Electrical and Computer Engineering en Engineering and Public Policy. Ze staat bekend als expert in elektriciteitsnetwerken, een reputatie die ze verdiende met het standaardboek ‘Dynamics and Control of Large Electric Power Systems’, en met de invoering van computerregelingen op stroomnetten na de grootschalige stroomstoringen in de VS in de jaren zeventig.

Regeringspartijen PvdA en CDA bleken al eerder warm voorstander van landelijke invoering van de harde knip. Net als minister Plasterk vinden ze het belangrijk dat studenten onbevangen voor een masteropleiding kiezen. Nu belanden ze vaak bij de doorstroommaster: daar mogen ze al aan beginnen voor ze al hun bachelorpunten binnen hebben.

De Kamer vindt het belangrijk dat studenten geen tijd verliezen doordat ze alleen in september aan hun masteropleiding kunnen beginnen. Net als de onderwijsinspectie ziet ze het liefst dat alle studies – ook de kleine – ten minste twee ‘instroommomenten’ hebben.

Minister Plasterk is niet zo bang voor studievertraging. Bij de acht universiteiten die de knip al hebben ingevoerd, zou daar weinig van te merken zijn. Ook al omdat studenten hun gedrag aanpassen aan de veranderde eisen en alles op alles zetten om hun punten op tijd binnen te hebben. Het tweede ‘instroommoment’ wil hij niet wettelijk afdwingen. Wel vindt hij dat opleidingen belangrijke argumenten moeten hebben om het niet in te voeren. Daar zal hij afspraken over maken met de VSNU.

Bovendien wil hij dat instellingen het aantal instroommomenten laten meewegen bij de ‘hardheidstoets’. Is er maar één zo’n moment, dan zal een student die een bachelorvak mist wegens bijvoorbeeld ziekte of bestuurswerk, eerder tot een masteropleiding worden toegelaten.

De SP en GroenLinks drongen aan op uitstel van de maatregel. Er dreigen immers grote bezuinigingen, en het ‘uit zijn voegen barstende’ hoger onderwijs wordt straks misschien wel ingrijpend gereorganiseerd. Maar de minister en de andere partijen vinden dat de invoering van de harde knip daar los van staat.

Op 1 januari kan de Tweede Kamer het wetsvoorstel over de harde knip tegemoet zien, met een brief over de afspraken die de minister met de universiteiten maakt. De maatregel moet gaan gelden voor de huidige lichting eerstejaars, die in 2012-2013 een masteropleiding kiest.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.