Campus

‘Jorritsma voorstander van windenergie’

In de Tweede Kamer is het belang van windenergie onderstreept, stelt TU-hoogleraar windenergie, die bij de vergadering aanwezig was.

De leden van de Tweede-Kamercommissies van economische zaken en van milieu reageren positief op een brief die is opgesteld door de Delftse hoogleraar windenergie dr.ir G. van Kuik en ir. H. Beurskens van het Energieonderzoek Centrum Nederland. In die brief pleiten de onderzoekers voor een snellere invoering van windenergie in Nederland.

Afgelopen donderdag is een PvdA-nota over duurzame energie, en dus ook windenergie, in de commissievergadering behandeld. Deze nota hamert, net als de brief van de wetenschappers en energiesector, op de noodzaak en de wenselijkheid van meer windenergie.

Van Kuik, die het debat in de Kamer bijwoonde, bespeurt een ommezwaai bij de politici. Volgens hem staat de windenergie nu prominent op de politieke agenda. ,,Het probleem met windenergie in Nederland is nu duidelijk erkend. Het belang ervan is in de vergadering onderstreept.”

Volgens Van Kuik heeft de windenergie in minister A. Jorritsma van economische zaken nu een fervent voorstander gevonden. Of Nederland de opgelopen achterstand binnen afzienbare tijd kan inlopen, weet Van Kuik niet: dat hangt van de uitvoering af. De door de Kamercommissie omarmde nota van de PvdA draagt, in tegenstelling tot de ‘brandbrief% van de energiesector, praktische richtlijnen aan voor de verwezenlijking van de doelstellingen.

De achterstand van Nederland is te wijten aan de trage besluitvorming. Op het land worstelen de gemeentes met bezwaarschriften en wijzigingen in bestemmingsplannen, wat jaren in beslag neemt. Elke gemeente heeft ook eigen beleid hierin. Windmolens op zee stuiten weer op tegengestelde belangen op de diverse ministeries. Windenergie valt onder de ministeries van milieu en van economische zaken.

Een groep van vertegenwoordigers uit de energiesector riep de politiek vorige week in een brief op het windenergiebeleid aan te pakken. De Tweede-Kamercommissies voor economische zaken en milieubeheer worden daarin gevraagd om eenduidigheid in het beleid voor windenergie en richtlijnen op te stellen voor de provincies en de gemeenten. Ook moet één ministerie de coördinatie op zich nemen voor de aanleg van windmolenparken in zee.

Veel Europese landen overtreffen hun doelstellingen. In Duitsland bijvoorbeeld wordt jaarlijks twee maal zo veel windvermogen gerealiseerd als in Nederland in twintig jaar is geplaatst. Volgens de briefschrijvers is de exploitatie van windenergie rendabel te maken. Per jaar dalen de kosten met tien procent. Over tien jaar kan de winning ook zonder fiscale maatregelen als de ecotaks kostendekkend zijn.

De leden van de Tweede-Kamercommissies van economische zaken en van milieu reageren positief op een brief die is opgesteld door de Delftse hoogleraar windenergie dr.ir G. van Kuik en ir. H. Beurskens van het Energieonderzoek Centrum Nederland. In die brief pleiten de onderzoekers voor een snellere invoering van windenergie in Nederland.

Afgelopen donderdag is een PvdA-nota over duurzame energie, en dus ook windenergie, in de commissievergadering behandeld. Deze nota hamert, net als de brief van de wetenschappers en energiesector, op de noodzaak en de wenselijkheid van meer windenergie.

Van Kuik, die het debat in de Kamer bijwoonde, bespeurt een ommezwaai bij de politici. Volgens hem staat de windenergie nu prominent op de politieke agenda. ,,Het probleem met windenergie in Nederland is nu duidelijk erkend. Het belang ervan is in de vergadering onderstreept.”

Volgens Van Kuik heeft de windenergie in minister A. Jorritsma van economische zaken nu een fervent voorstander gevonden. Of Nederland de opgelopen achterstand binnen afzienbare tijd kan inlopen, weet Van Kuik niet: dat hangt van de uitvoering af. De door de Kamercommissie omarmde nota van de PvdA draagt, in tegenstelling tot de ‘brandbrief% van de energiesector, praktische richtlijnen aan voor de verwezenlijking van de doelstellingen.

De achterstand van Nederland is te wijten aan de trage besluitvorming. Op het land worstelen de gemeentes met bezwaarschriften en wijzigingen in bestemmingsplannen, wat jaren in beslag neemt. Elke gemeente heeft ook eigen beleid hierin. Windmolens op zee stuiten weer op tegengestelde belangen op de diverse ministeries. Windenergie valt onder de ministeries van milieu en van economische zaken.

Een groep van vertegenwoordigers uit de energiesector riep de politiek vorige week in een brief op het windenergiebeleid aan te pakken. De Tweede-Kamercommissies voor economische zaken en milieubeheer worden daarin gevraagd om eenduidigheid in het beleid voor windenergie en richtlijnen op te stellen voor de provincies en de gemeenten. Ook moet één ministerie de coördinatie op zich nemen voor de aanleg van windmolenparken in zee.

Veel Europese landen overtreffen hun doelstellingen. In Duitsland bijvoorbeeld wordt jaarlijks twee maal zo veel windvermogen gerealiseerd als in Nederland in twintig jaar is geplaatst. Volgens de briefschrijvers is de exploitatie van windenergie rendabel te maken. Per jaar dalen de kosten met tien procent. Over tien jaar kan de winning ook zonder fiscale maatregelen als de ecotaks kostendekkend zijn.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.