“Vrede in de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee we overstappen op een circulaire economie.” Dat zegt hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering (Universiteit Utrecht) Herman Wijffels.
Volgens de voormalig Rabobank-topman en oud-voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en de Wereldbank is het aan de studenten van nu om een nieuwe wereldorde vorm te geven.
Uitputting
“We zijn met zoveel mensen, dat we met onze huidige manier van leven niet meer passen op deze planeet. We halen grondstoffen uit natuurlijke hulpbronnen en verwerken die tot eindproducten. Wat we niet meer kunnen gebruiken, gooien we in het milieu. Dat leidt tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen aan de voorkant van het productieproces en vervuiling van diezelfde natuurlijke hulpbronnen aan de achterkant. Als gevolg daarvan zijn we terechtgekomen in wat in geologenjargon overshoot heet. Dat wil zeggen: overbelasting, we zijn over de houdbare grenzen van wat de wereldwijde ecosystemen te bieden hebben heen geschoten.
De economische crisis is door velen geïnterpreteerd als een puur financieel-economische crisis, maar het is net zozeer een ecologische en institutionele crisis. Zolang beleidsmakers die laatste twee aspecten blijven negeren, zal de economische crisis niet worden opgelost. Hun hoofdroute blijft herstel van wat was. Dat is geen oplossing en werkt dus niet. Ik hoop dat naarmate de crisis langer duurt, steeds meer mensen zich realiseren dat het anders moet.”
Relationele ethiek
“De relationele ethiek kan leidend zijn bij het vormgeven van ons leven en onze manier van samenleven in de omstandigheden die zich nu aandienen. De essentie is dat we bij alles wat we doen vragen: wat is het effect van ons handelen op andere mensen en op de aarde als systeem? Dat is nogal een afwijking van wat we in de industriële tijd deden. Het was concurreren om wie het meeste te pakken kon krijgen.
Sociale onderzoekers zien een categorie mensen opkomen, de cultural creatives, die in toenemende mate – dus niet altijd en niet overal – hun leven vormgeven op basis van relationele ethiek. Zij letten op wat ze eten, hoe hun voedsel geproduceerd is, ze stappen over op hybride of elektrische auto’s, leggen zonnepanelen op hun dak, investeren in windmolenprojecten, willen weten hoe hun kleren gemaakt zijn. Die groep wordt in sociale onderzoeken geschat op een kwart van de bevolking.
Het speelt zich ook af in ondernemersland. Daar heet het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het schiet hier en daar zelfs door naar ‘waarde creëren in meerdere dimensies’. Niet alleen maar winst maken, maar ook sociale en ecologische waarde creëren. Mensen opleiden, landbouwgrond vruchtbaarder achterlaten. Het idee dat je langdurig winst kan maken door de aarde of mensen te beroven, is een illusie.”
Circulaire economie
“De huidige economie is, in het voetspoor van ons denken, lineair georganiseerd. We moeten ons ervan bewust worden dat we een lineair denkende soort zijn te midden van een cyclische werkelijkheid. Van daaruit moeten we manieren van werken organiseren, waarmee we ons weer voegen in die cyclische werkelijkheid, zoals de mensen van vóór de industriële tijd. In die zin is de industriële tijd een afwijking van de natuurlijke orde.
De rol van eigendom verandert in een circulaire economie. Er zijn al fabrikanten die hun producten verhuren in plaats van verkopen. Fabrikanten die tapijt in gebouwen leggen en daarvan eigenaar blijven, houden beschikking over de grondstoffen in hun producten. En er zijn meer van zulke voorbeelden. Zo kun je wasmachines en koelkasten leasen.
Als je de circulaire economie wilt vormgeven, dan moet je binnen productieketens samenwerken. Het vereist dat alle schakels heel nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd. Grondstoffen moeten zo in een product verwerkt worden, dat je ze er aan het eind kunt uithalen om er een volgend product van te maken, steeds opnieuw. Dat zal leiden tot regionalisering, omdat we overstappen naar het oogsten van waardevolle stoffen uit onze lokale afvalstromen, urban mining. De afvalbranche ontwikkelt zich gaandeweg tot een leverancier van grondstoffen.”
Micro-technologie
“De nieuwe generatie technologie heeft een belangrijke rol te spelen. Die micro-technologieën onderscheiden zich van de dragende technologieën uit de industriële tijd door een efficiënte toepasbaarheid op kleine schaal. Ik heb het over duurzame energie-technologie, de transitie naar biobased economy, de rol van nanotechnologie, 3D-printen, life sciences. Mijn beeld is dat de industriële tijd gebaseerd is op het ontwikkelen van kennis over de toepassingsmogelijkheden van dode materie: anorganische materie als ertsen, mineralen, fossiele brandstoffen. Een flink deel van wat zich in de toekomst zal ontwikkelen, zal gebaseerd zijn op verdere verdieping van onze kennis van levende materie, van organisch materiaal, biomassa. Er openen zich allerlei mogelijkheden om van moleculen uit biomassa nieuwe materialen te maken. We kunnen met bacteriën en enzymen chemische processen vormgeven die bij dagtemperaturen plaatsvinden, in plaats van de heel hoge temperaturen die de petrochemische industrie gebruikt om anorganische grondstoffen te kraken.”
Vrede
“Binnen een cyclische economie hoort dat we onze energie niet meer halen uit eindige bronnen, maar dat we oogsten uit altijd beschikbare bronnen: zon, wind, aardwarmte. Nieuwe energie-technologieën maken het mogelijk om een heleboel fossiele brandstoffen in de aardkorst te laten zitten. Wat het beste is voor het CO2-gehalte in de lucht. Bovendien, nu halen we onze energie uit de hele wereld, uit Rusland en het Midden-Oosten. Waarom denk je dat daar oorlog is? Om de grondstoffen. Vrede in de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee we overstappen op een circulaire economie. Want als wij zelf onze energie maken, en in twee à drie decennia is dat mogelijk, dan hebben we die Russen en Arabieren niet meer nodig.”
Overheidssturing
“De rol van de overheid in de transitie naar een circulaire economie is wat mij betreft relatief beperkt. Bepaalde instituties moeten wel veranderd worden, zoals de mededingingswetgeving en het belastingstelsel. Die eerste moet ruimte maken voor de samenwerking in circulaire productieketens, wat nu niet mag. In de belastingwetgeving zou het buitengewoon helpen als de inzet van nieuwe grondstoffen extra wordt belast. Als het relatief goedkoper is om grondstoffen te recyclen, ontstaat er een prijsprikkel om daarop over te schakelen.
Nederland loopt helemaal achteraan in de stoet van landen als het gaat over duurzame energie. En niet voor niets. Neem windmolens. De druk om windmolenparken te bouwen is zo groot, met alle onrust van dien, omdat de overheid liever molens heeft dan zonnepanelen op huizen. Op die laatste kan ze namelijk geen belasting heffen, op die eerste wel. Daar zitten oude belangen. Maar uiteindelijk, hoe traag ze in Den Haag ook zijn, wij zullen ooit volledig in onze eigen energiebehoefte voorzien.”
Welvaart
“Ik denk niet dat een circulaire economie betekent dat onze levensstandaard omlaag zal gaan. We komen uit een tijd waarin we maatschappelijke vooruitgang voornamelijk hebben afgemeten aan het Bruto Nationaal Product, wat eigenlijk betekent ‘meer spullen’. Ik voorzie dat de oriëntatie de komende tijd veel meer zal liggen op kwaliteit van leven. Dus van ‘hebben’ naar ‘zijn’.”
Ingenieurs
“Een bepaalde manier van leven houdt een keer op. Systemen kennen een cyclus van opkomen, volop productief zijn en eindigen. Dat laatste is nu aan de orde. De industriële tijd heeft enorme vooruitgang geboekt, voor heel veel mensen. In de volgende fase zullen we die vooruitgang met nieuwe inzichten, kennis en technologie verder moeten brengen. Iedereen die een technische opleiding volgt, moet daarbij zijn rol pakken. Je komt hier niet om zinloos rond te dabberen. Je bent op de wereld om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het leven. Dat is de aard van het bestaan en de aard van evolutie. Studenten van nu zijn de mensen die in de komende twintig tot dertig jaar een nieuwe realiteit moeten creëren. Dat is een geweldig inspirerende uitdaging. Het dient zich nu aan door de mogelijkheden die er zijn. Jonge afgestudeerden komen in een lineaire wereld terecht, maar ze zullen zich het circulaire denken eigen maken en de technologie die daarbij hoort verder ontwikkelen. Dat is wat zij in hun life time te doen hebben.”
Herman Wijffels geeft op dinsdagavond 14 oktober op uitnodiging van Studium Generale een lezing met als werktitel ‘Principes en technologie voor het antropoceen’. Ook is er ruimte voor vragen en debat. De lezing is de eerste van drie met het thema ‘Een nieuwe wereld: waarden, bewustzijn en techniek van de mensheid 2.0’.
Aanvang: 20:00 uur.
Locatie: Aula.
#
Comments are closed.