Campus

James Bond

Donderdagavond. Ik klop op de deur van een deftig herenhuis aan de Oude Delft. Harde muziek klinkt achter de zware houten deuren. Ik sta voor studentenvereniging Jansbrug.

Eenmaal binnen bevind ik mij in een smal gangetje met een wenteltrap. “Ben je lid?”, vraagt iemand. “Nee”, beken ik. “Dan moet je worden geïntroduceerd.” Er wordt iemand van het bestuur gehaald. “Ik ben Carien Aalbers. We gaan je introduceren.” Ze neemt me mee naar een zolderruimte. “Dit is de sociëteitszaal. Hier borrelen we”, legt Aalbers uit. Ik moet worden bijgeschreven in het grote Boek. Maar dat is kwijt. Bij gebrek aan beter grist Aalbers een bierviltje van de bar. Ze noteert: ‘Bij deze is Anna geïntroduceerd’ en bergt het plechtig op. Aan een balk boven het raam hangen kleurige schildjes. “Elke jaarclub heeft zijn eigen schildje”, vertelt Aalbers. Ze hangen op volgorde van prominentie. “En als je echt heel erg cool bent, mag je schildje ‘de hoek om’ en komt het aan de rechtermuur te hangen.” Het is aardig druk in de sociëteitszaal. Iets in mij zegt dat ik het echte feest nog niet heb gevonden. Ik ga op onderzoek uit. Ik volg de wenteltrap en laat me naar beneden leiden door de harde muziek. Blacklight, een podium met danspaal, een dj en een dansende menigte. Ik zit goed. Ik herken de dj en klim op het podium. Het is Pieter Bas, alias Klaas da Haas. “Ik ben hier huis-dj”, lacht hij, “in ieder geval vanavond.” Iemand wenkt me vanaf het danspodium. Een sexy dame in een gouden cocktailjurk en een professor in een witte stofjas draaien verleidelijke rondjes rond de danspaal. “Het thema van vanavond is ‘From Russia with love'”, zegt de stofjas. “Ik ben Q, maar ik ben mijn snor kwijt.” Nu zie ik pas dat de hele ruimte versierd is in James Bond-thema. Inclusief Martini-achtige muurschilderingen. De vierdejaars club ‘Trotzqui’ organiseert het. Ik vraag me af wat de jongen met die knuffel onder zijn bretels doet. “Ik ben de bad guy. Met die poes.” Hij aait zijn knuffel en kijkt er gemeen bij. Aan de bar word ik op mijn schouder getikt. “Martini; shaken or stirred?” Een jongen in keurige smoking kijkt me uitdagend aan. De gelijkenis is treffend. We kletsen over filosofie en politiek. Want dat studeert James Bond. Er hangt een opvallend gemoedelijke sfeer. Geen samenklittende meidengroepjes of zuipende jongensclubs. Geen ‘regelsfeer’. Misschien toch omdat de jaarclubs bij Jansbrug gemengd zijn? De dj staat inmiddels ook op de dansvloer. “Dit is mijn laatste biertje. Dan ga ik naar een andere toko.” Even later lopen we de samen naar buiten. De nacht is nog jong. (AN)

Donderdagavond. Ik klop op de deur van een deftig herenhuis aan de Oude Delft. Harde muziek klinkt achter de zware houten deuren. Ik sta voor studentenvereniging Jansbrug. Eenmaal binnen bevind ik mij in een smal gangetje met een wenteltrap. “Ben je lid?”, vraagt iemand. “Nee”, beken ik. “Dan moet je worden geïntroduceerd.” Er wordt iemand van het bestuur gehaald. “Ik ben Carien Aalbers. We gaan je introduceren.” Ze neemt me mee naar een zolderruimte. “Dit is de sociëteitszaal. Hier borrelen we”, legt Aalbers uit. Ik moet worden bijgeschreven in het grote Boek. Maar dat is kwijt. Bij gebrek aan beter grist Aalbers een bierviltje van de bar. Ze noteert: ‘Bij deze is Anna geïntroduceerd’ en bergt het plechtig op. Aan een balk boven het raam hangen kleurige schildjes. “Elke jaarclub heeft zijn eigen schildje”, vertelt Aalbers. Ze hangen op volgorde van prominentie. “En als je echt heel erg cool bent, mag je schildje ‘de hoek om’ en komt het aan de rechtermuur te hangen.” Het is aardig druk in de sociëteitszaal. Iets in mij zegt dat ik het echte feest nog niet heb gevonden. Ik ga op onderzoek uit. Ik volg de wenteltrap en laat me naar beneden leiden door de harde muziek. Blacklight, een podium met danspaal, een dj en een dansende menigte. Ik zit goed. Ik herken de dj en klim op het podium. Het is Pieter Bas, alias Klaas da Haas. “Ik ben hier huis-dj”, lacht hij, “in ieder geval vanavond.” Iemand wenkt me vanaf het danspodium. Een sexy dame in een gouden cocktailjurk en een professor in een witte stofjas draaien verleidelijke rondjes rond de danspaal. “Het thema van vanavond is ‘From Russia with love'”, zegt de stofjas. “Ik ben Q, maar ik ben mijn snor kwijt.” Nu zie ik pas dat de hele ruimte versierd is in James Bond-thema. Inclusief Martini-achtige muurschilderingen. De vierdejaars club ‘Trotzqui’ organiseert het. Ik vraag me af wat de jongen met die knuffel onder zijn bretels doet. “Ik ben de bad guy. Met die poes.” Hij aait zijn knuffel en kijkt er gemeen bij. Aan de bar word ik op mijn schouder getikt. “Martini; shaken or stirred?” Een jongen in keurige smoking kijkt me uitdagend aan. De gelijkenis is treffend. We kletsen over filosofie en politiek. Want dat studeert James Bond. Er hangt een opvallend gemoedelijke sfeer. Geen samenklittende meidengroepjes of zuipende jongensclubs. Geen ‘regelsfeer’. Misschien toch omdat de jaarclubs bij Jansbrug gemengd zijn? De dj staat inmiddels ook op de dansvloer. “Dit is mijn laatste biertje. Dan ga ik naar een andere toko.” Even later lopen we de samen naar buiten. De nacht is nog jong. (AN)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.