Campus

Interdisciplinair de boot in

Civiel-studenten moeten breder worden opgeleid. Communiceren met andersdenkenden is immers eerder regel dan uitzondering in het Nederlandse poldermodel. Vanaf een boot op de IJssel waagden vijf civielers de afgelopen twee weken alvast een poging.

Duurzaamheid

Het zal je maar gebeuren. Twee weken weg van de universiteit en rustig dobberend op de IJssel je studiepunten binnenslepen. Deze eer viel te beurt aan vijf civielers. Veertien dagen lang discussieerden zij met milieutechnici, natuurkundigen, biologen en zelfs met een milieufilosoof over de toekomst van de IJssel.

Waarom? ,,Sommige onderwerpen kun je niet behandelen binnen één discipline. Daar heb je meerdere studierichtingen met verschillende invalshoeken voor nodig. Duurzaamheid is daar één van”, vertelt ir. M.G.F. Overschie. Zij is werkzaam bij het ODO (Onderwijs Duurzame ontwikkeling) en moet het onderwerp duurzaamheid aan de man brengen bij alle faculteiten. Ze coördineert een project waarin studenten van verschillende opleidingen samenwerken aan een interdisciplinair onderwerp.

Het IJssel-project is een samenwerking tussen vier opleidingen. Naast civiele techniek in Delft doet ook milieukunde in Leeuwarden mee, evenals politicologie en natuurkunde in Amsterdam en microbiologie en werktuigbouwkunde in Eindhoven. Overschie: ,,We zochten naar een onderwerp onder de noemer ‘duurzaamheid’ met raakvlakken aan alle meewerkende instellingen. Zo kwamen we uit op het integraal waterbeheer van de IJssel.”

,,Gedurende twee weken konden de vijftien studenten spreken met alle belanghebbenden in het stroomgebied van de IJssel. Zo krijg je feeling met het gebied en zie je wat er speelt. Het heeft trouwens nog een hoop voordelen om de eerste twee weken van het project op een boot door te brengen. Je hebt een drijvende werkplek, je kunt mensen ontvangen en je kunt het onderzoeksgebied goed bekijken. Ook werkt de werkgroep noodgedwongen heel hecht met elkaar samen en vormt zo al snel een goed team. Ten slotte maakt zo’n uitstapje het project natuurlijk ook smaakmakend.”
Tegengas


1 Interuniversitair project: studiepunten halen op een boot foto: M.G.F. Overschie (
Klik voor grotere foto)

Twee Delftse deelnemers blikken terug op de twee weken op de boot. ,,De andere kijk die mensen van verschillende studierichtingen hebben, maakt het samenwerken soms wel moeilijk”, vertelt vierdejaars Anne Wietse Boer. ,,Je krijgt constant tegengas wanneer je dingen zegt vanuit je eigen vakgebied. En je spreekt natuurlijk een andere taal. Daarom moet je je eigen vakgebied beter en begrijpelijker presenteren.”

,,Dan merk je ook dat je eigenlijk best wel veel weet”, vervolgt vijfdejaars Berry Blijie. ,,Ik denk niet dat ik technisch gezien erg veel heb geleerd, maar ik weet nu wel hoe ik dingen over moet brengen.”

Boer: ,,Ook ga je anders nadenken over de dingen. Een voorbeeld: Nederlanders gebruiken honderddertig liter water per dag om te douchen en voor het gebruik van het toilet en zo. Het huidige beleid is erop gericht om koste wat het kost die honderddertig liter water te leveren, ondanks het verminderde aanbod van schoon water. Enkelen in de groep vroegen zich af of je niet veel beter de mens ervan kunt overtuigen bijvoorbeeld minder te douchen. Een heel andere denkwijze. In plaats van naar de technische oplossingen kijken zij naar oplossingen vanuit de cultuur. Zo leer je nog eens wat van andere mensen, ook al kom je uit Delft.”

,,Ik vond ze wel wat negatief over techniek”, bekent Blijie. ,,Niets daarvan”, vindt Boer. ,,Ze waren alleen veel kritischer. Een beheerder van een industrieterrein was zeer trots over het hergebruik van energie in hun productieproces. Hij hield zich perfect aan de regels van de overheid. Niets aan de hand zou je zeggen. Maar is die productie en daarmee die gehele stroomopwekking eigenlijk wel nodig, wilden sommigen weten. Een hele andere gedachtengang.”
Varkens

De groep is bij terugkomst opgedeeld in drie deelgroepen. De drie groepen bekijken ieder een facet van het probleem. Zo is er een kwintet dat kijkt naar het drinkwaterbeheer in de toekomst en zal een deelgroep het kwantitatief watermanagement onder de loep nemen. Blijie en Boer zitten in de derde groep en gaan kijken naar het industriewater. Of tenminste, dat was het plan. ,,Het blijkt”, doceert Blijie, ,,dat niet de industrie de grote vervuiler is in het IJsselgebied, maar juist de boeren. Fabrieken rekenden ons voor dat ze al 97 procent minder vervuilend zijn dan in 1995. Daar is dus niet veel winst meer te halen.” Boer vervolgt: ,,Regels zijn in de landbouw echter veel moeilijker te handhaven. Door een wirwar van kleine slootjes sijpelt vervuild water de IJssel in. En in tegenstelling tot de politiek zoeken wij de oplossing niet simpelweg in minder varkens per vierkante meter. Nee, we zoeken een resultaat dat top is voor iedereen.”

Duurzaamheid

Het zal je maar gebeuren. Twee weken weg van de universiteit en rustig dobberend op de IJssel je studiepunten binnenslepen. Deze eer viel te beurt aan vijf civielers. Veertien dagen lang discussieerden zij met milieutechnici, natuurkundigen, biologen en zelfs met een milieufilosoof over de toekomst van de IJssel.

Waarom? ,,Sommige onderwerpen kun je niet behandelen binnen één discipline. Daar heb je meerdere studierichtingen met verschillende invalshoeken voor nodig. Duurzaamheid is daar één van”, vertelt ir. M.G.F. Overschie. Zij is werkzaam bij het ODO (Onderwijs Duurzame ontwikkeling) en moet het onderwerp duurzaamheid aan de man brengen bij alle faculteiten. Ze coördineert een project waarin studenten van verschillende opleidingen samenwerken aan een interdisciplinair onderwerp.

Het IJssel-project is een samenwerking tussen vier opleidingen. Naast civiele techniek in Delft doet ook milieukunde in Leeuwarden mee, evenals politicologie en natuurkunde in Amsterdam en microbiologie en werktuigbouwkunde in Eindhoven. Overschie: ,,We zochten naar een onderwerp onder de noemer ‘duurzaamheid’ met raakvlakken aan alle meewerkende instellingen. Zo kwamen we uit op het integraal waterbeheer van de IJssel.”

,,Gedurende twee weken konden de vijftien studenten spreken met alle belanghebbenden in het stroomgebied van de IJssel. Zo krijg je feeling met het gebied en zie je wat er speelt. Het heeft trouwens nog een hoop voordelen om de eerste twee weken van het project op een boot door te brengen. Je hebt een drijvende werkplek, je kunt mensen ontvangen en je kunt het onderzoeksgebied goed bekijken. Ook werkt de werkgroep noodgedwongen heel hecht met elkaar samen en vormt zo al snel een goed team. Ten slotte maakt zo’n uitstapje het project natuurlijk ook smaakmakend.”
Tegengas


1 Interuniversitair project: studiepunten halen op een boot foto: M.G.F. Overschie (
Klik voor grotere foto)

Twee Delftse deelnemers blikken terug op de twee weken op de boot. ,,De andere kijk die mensen van verschillende studierichtingen hebben, maakt het samenwerken soms wel moeilijk”, vertelt vierdejaars Anne Wietse Boer. ,,Je krijgt constant tegengas wanneer je dingen zegt vanuit je eigen vakgebied. En je spreekt natuurlijk een andere taal. Daarom moet je je eigen vakgebied beter en begrijpelijker presenteren.”

,,Dan merk je ook dat je eigenlijk best wel veel weet”, vervolgt vijfdejaars Berry Blijie. ,,Ik denk niet dat ik technisch gezien erg veel heb geleerd, maar ik weet nu wel hoe ik dingen over moet brengen.”

Boer: ,,Ook ga je anders nadenken over de dingen. Een voorbeeld: Nederlanders gebruiken honderddertig liter water per dag om te douchen en voor het gebruik van het toilet en zo. Het huidige beleid is erop gericht om koste wat het kost die honderddertig liter water te leveren, ondanks het verminderde aanbod van schoon water. Enkelen in de groep vroegen zich af of je niet veel beter de mens ervan kunt overtuigen bijvoorbeeld minder te douchen. Een heel andere denkwijze. In plaats van naar de technische oplossingen kijken zij naar oplossingen vanuit de cultuur. Zo leer je nog eens wat van andere mensen, ook al kom je uit Delft.”

,,Ik vond ze wel wat negatief over techniek”, bekent Blijie. ,,Niets daarvan”, vindt Boer. ,,Ze waren alleen veel kritischer. Een beheerder van een industrieterrein was zeer trots over het hergebruik van energie in hun productieproces. Hij hield zich perfect aan de regels van de overheid. Niets aan de hand zou je zeggen. Maar is die productie en daarmee die gehele stroomopwekking eigenlijk wel nodig, wilden sommigen weten. Een hele andere gedachtengang.”
Varkens

De groep is bij terugkomst opgedeeld in drie deelgroepen. De drie groepen bekijken ieder een facet van het probleem. Zo is er een kwintet dat kijkt naar het drinkwaterbeheer in de toekomst en zal een deelgroep het kwantitatief watermanagement onder de loep nemen. Blijie en Boer zitten in de derde groep en gaan kijken naar het industriewater. Of tenminste, dat was het plan. ,,Het blijkt”, doceert Blijie, ,,dat niet de industrie de grote vervuiler is in het IJsselgebied, maar juist de boeren. Fabrieken rekenden ons voor dat ze al 97 procent minder vervuilend zijn dan in 1995. Daar is dus niet veel winst meer te halen.” Boer vervolgt: ,,Regels zijn in de landbouw echter veel moeilijker te handhaven. Door een wirwar van kleine slootjes sijpelt vervuild water de IJssel in. En in tegenstelling tot de politiek zoeken wij de oplossing niet simpelweg in minder varkens per vierkante meter. Nee, we zoeken een resultaat dat top is voor iedereen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.