Eendjes voeren vanuit je slaapkamerraam en een speedboot voor de deur. Een vrijstaande woning midden in de stad of eeuwig ronddobberen op het IJsselmeer. Alles is mogelijk in een toekomst op het water.
Nederland wil meer ruimte maken voor water. Noodzakelijk, vinden beleidsmakers, door de zeespiegelstijging, een zakkende bodem en steeds grotere hoeveelheden neerslag. En terwijl de zoektocht naar vrije ruimte in de dichtbevolkte Randstad in volle gang is, ontdekken bouwkundigen op grote schaal de meerwaarde van water. Niet alleen waterwoningen, zelfs hele drijvende steden worden ontworpen, om in de toekomst geen last meer te hebben van het water, maar ervan te kunnen genieten.
Industrieel ontwerper ir. Ties Rijcken ontwierp een drijvend funderingssysteem, waarop complete steden kunnen worden gebouwd, inclusief tuinen en straten. Zijn afstudeerontwerp bestaat uit zeshoekige drijvende bouwstenen van beton en piepschuim. In theorie kunnen die tot een eindeloos groot platform aan elkaar geschakeld worden. Het verschil tussen land en water is dan alleen op de overgangen nog waar te nemen. Rijcken, die nu promoveert bij Bouwkunde, ontving deze week de Kivi Niria Techniek, Maatschappij en Economie-scriptieprijs voor zijn afstudeerontwerp.
Ook de tweede Internationale Architectuur Biënnale in Rotterdam, die vandaag begint, staat volledig in het teken van ‘De Zondvloed’. Een onderdeel is de masterclass flood resistant housing (vloedbestendige woningen) van de Amerikaanse architect Greg Lynn. Via een prijsvraag zijn vijf studenten uitgekozen die namens de TU mogen deelnemen.
Een van de winnende ontwerpen in die prijsvraag is ‘Dikeclimber’, van eerstejaars masterstudenten bouwkunde Marcel van Slobbe, Sander Bongers en Melwin Ideler. Hun rivierwoningen kruipen tijdens hoog water over een rail de dijk op. Van Slobbe: “Grote rivieren die steden doorkruisen, slaan een groot gat in de stadsplattegrond, meestal direct naast het centrum. Wij wilden die ruimte graag benutten, zodat steden niet alleen naar buiten hoeven uit te breiden.”
In hun ontwerp wordt de binnendijk van de rivier op meerdere plaatsen doorbroken, zodat de uiterwaarden het hele jaar onder water komen te staan. De overgebleven stukjes dijk vormen een soort eilandjes in de rivierbedding, waaraan de woningen liggen.
Om de woningen per auto bereikbaar te maken, bedachten de jongens een verbindingsweg die een brug vormt tussen de eilandjes, en op de eilandjes zoveel mogelijk in het dijklichaam wordt aangelegd. Bongers: “Zo kan de bovenkant van de dijk als leefruimte worden benut en blijft de omgeving natuurlijk.” In de hoofdgeul van de rivier liggen de Dikeclimbers per vier tussen de golfbrekers, waardoor de woningen minder last hebben van passerende schepen. Ideler: “De vier woningen zijn aan elkaar gekoppeld zodat ze elkaar rechttrekken.””
Jurylid van de premasterclass, dr. Sybrand Tjallingii (Bouwkunde), vindt de Dikeclimber interessant, omdat de mogelijkheden van uiterwaarden worden verruimd voor zowel de rivier als de woningbouw. “Het is een win-winsituatie”, aldus Tjallingii. “De woningen maken de rivieruitbreiding ook betaalbaar, en dat maakt het ontwerp beter dan de geplande overloopgebieden van het kabinet.”
Watertaxi’s
Een ander veelbelovend ontwerp is het afstudeerproject ‘Waalhaven – Water Island’ van bouwkundestudente Ekim Tan. Door de havenactiviteiten van de Waalhaven naar de Tweede Maasvlakte te verplaatsen, komt op een centrale locatie in Rotterdam een watergebied beschikbaar dat groter is dan het stadscentrum. Tan: “Omdat het gebied zo groot is, moet je het niet in een keer vastleggen voor verstedelijking, maar het op een grotere schaal als geheel bekijken.” Ze ontwikkelde een concept voor een flexibele waterstad, met een vaste infrastructuur van wegen en bruggen, een paar kerngebouwen en een netwerk voor watertaxi’s. Van daaruit kan de Waalhaven steeds verder verstedelijken met allerlei typen drijvende gebouwen. Ze draagt daarvoor een hele catalogus aan met drijvende bebouwingsmogelijkheden. Tan: ‘Mensen zijn tegenwoordig snel verveeld. Een drijvende stad biedt flexibiliteit, doordat woningen bijvoorbeeld gedraaid of verplaatst kunnen worden.”
Het Water Island van Tan vindt misschien zijn weg naar de praktijk. Bouwmaatschappij Dura Vermeer zal het concept voorleggen aan de gemeente Rotterdam om diens interesse te peilen voor een drijvende stad. Rijcken ziet ook wel toekomst in de plannen voor de Waalhaven. “In Azië en Noord-Amerika heb ik gezien dat waterwijken dikwijls een soort oase van rust en schoonheid vormen in minder aantrekkelijke stadsdelen”, aldus Rijcken. Docent waterrecht dr. Erik Mostert (Civiele Techniek), ziet ook goede kansen voor drijvende bebouwing in het oude havengebied, omdat de milieueisen daar minder streng zijn dan in natuurgebieden. Mostert: “Om te bouwen op water zijn meerdere vergunningen nodig. Vooral de Europese habitat- en vogelrichtlijnen kunnen in de buurt van natuurgebieden voor problemen zorgen.”
Echte drijvende steden zullen op korte termijn nog niet worden gerealiseerd, voorspelt Rijcken. Volgens hem vraagt een drijvende stad teveel ingrijpende veranderingen op alle schaalniveaus en is het reëler om de visie stap voor stap te bereiken. Hij ziet wel snelle mogelijkheden voor een modelwaterwijk ter grootte van een dorp of stadswijk. Rijcken: “Het platform moet wel nog zo groot zijn dat de bewoners geen last hebben van hinderlijke schommelingen, een doorsnede van twintig tot vijftig meter is al zeer stabiel. Een of meerdere van dergelijke eilandjes, met in het midden woningen en tuintjes eromheen, zou een enorme doorbraak zijn.”
Ook woonbootbewoners die nu nog geen vaste aanlegplaats hebben, zouden aan het platform gekoppeld kunnen worden en er zou ruimte zijn voor een aantal zelfvoorzienende drijfunits. “De oudere woonboten brengen een vorm van nostalgie in de nieuwe waterstad. Drijvende woningen kunnen, door gebruik te maken van grijswater (afvalwater) en zonnecellen, volledig zelfvoorzienend zijn en dus vrij ronddobberen. Dat is voor veel mensen een heel romantisch beeld”, aldus Rijcken.
img:Dikeclimber(9).jpg
Dwarsdoorsnede van de rivier tijdens gemiddelde waterafvoer. De Dikeclimbers van bouwkundestudenten Marcel van Slobbe, Sander Bongers en Melwin Ideler kruipen tijdens hoog water over een rail de dijk op. Ze liggen rechts van de binnendijk langs de hoofdgeul van de rivier tussen de kribben. Links van de binnendijk zijn in de uiterwaarden eilandjes met drijvende recreatiewoningen ontworpen. (Illustratie: Bongers/Ideler/Van Slobbe)
Zijaanzicht van de Dikeclimber, met rechts de trap op de dijk die tevens dienst doet als geleiderail voor de woning. Rechtsboven is de eetkamer op een hogere verdieping ontworpen, zodat het uitzicht over de dijk ook bij laagwater is gegarandeerd. Links is de woonkamer lager ontworpen om dichter op het water te zitten. (Illustratie: Bongers/Ideler/Van Slobbe)
img:ekim_planwaterisland.jpg
Water Island is een ontwerp voor een flexibele waterstad in de oude Waalhaven van Rotterdam. Het enige dat vastligt in het ontwerp van bouwkundestudent Ekim Tan is de infrastructuur op deze kaart. De bebouwing wordt naar wens samengesteld uit een uitgebreide catalogus van drijvende gebouwen. (Illustratie: Ekim Tan)
img:5overzichtstekening.jpg
Overzicht van een waterwijk op een drijvende fundering, die bestaat uit zeshoekige drijvende bouwstenen van speciaal beton en piepschuim. Met dit systeem zijn de mogelijkheden voor drijvende steden eindeloos. (Illustratie: Ties Rijcken, patent pending no:1025707)
De zondvloed van de TU
Flood resistant housing – masterclass en tentoonstelling in het NAi
De masterclass flood resistant housing wordt van 27 mei tot 1 juni gegeven door de Amerikaanse architect Greg Lynn. In de masterclass worden circa zeventig deelnemers uitgedaagd om woningtypen te ontwikkelen voor gebieden die regelmatig kunnen overstromen. De resultaten van de masterclass zijn te zien als onderdeel van de tentoonstelling Flow’ in het Nederlands Architectuurinstituut. De projecten waarmee TU-studenten een plaats wonnen in de masterclass, zoals de ‘Dikeclimber’ en het ‘Waalhaven – Water Island’, zijn eveneens tentoongesteld in het NAi.
‘Atlas Dutch Water Cities’ – uitgave van H. Meyer en F. Hooimeijer
De ‘Atlas of the Dutch Water Cities’ brengt de Nederlandse relatie tussen stedenbouw en waterbouw in kaart en toont tal van projecten die de infrastructuur van waterbeheer en waterkering integreren in stedenbouwkundige concepten. De atlas van hoogleraar stedenbouwkunde prof.dr.ir. Han Meyer (Bouwkunde) en promovendus drs. Fransje Hooimeijer (Bouwkunde), verschijnt bij de tentoonstelling ‘De Hollandse Waterstad’ in het Rotterdamse Las Palmas.
Bij het hoofdstuk ‘Tijd, ruimte en water’ verschijnt een calendarium, dat eveneens te zien is op de tentoonstelling. In het beeldverhaal zijn de thema’s techniek en stedenbouw geordend aan de hand van de functies van het water. Onder de tijdbalk zijn de thema’s territorium en klimaat en maatschappij in beeld gebracht.
‘Tussen doem en droom, ontwerpen met water in het Hollandse landschap’ . debatten in het NAi
De TU Delft organiseert twee ‘Lagerhuis’-debatten waarbij het waterontwerp op twee schaalniveaus wordt bekeken. Op 31 mei gaat het debat ‘Doorbraken/denkbeelden’ over nieuwe vormen van stedenbouw, die het ‘grote systeem’ met zee en rivieren dynamischer kunnen maken. Op 3 juni gaat het debat ‘Natte voeten/droge dromen’ over het regionale systeem van polders en boezems, met onderwerpen als drijvend wonen, makelaarswater en wild wonen aan rustig water.
‘Polders, theater van land en water – tentoonstelling in het NAi
Het verleden, heden en de toekomst van vijftien polders worden geïllustreerd met een maquettereeks, historische kaarten, prenten, tekeningen en foto’s. Daarbij wordt aandacht besteed aan het transformatieproces van bekende polders als de Watergraafsmeer, de Haarlemmermeer en de IJsselmeerpolders, maar ook aan minder bekende gebieden als de Borsselepolder. De vijftien maquettes zijn gemaakt door de afdeling landschapsarchitectuur van Bouwkunde.
www.biennalerotterdam.nl
Honderd jaar Bouwkunde
De faculteit Bouwkunde bestaat honderd jaar en er vinden veel activiteiten plaats. Hier volgt een selectie, het complete programma is te vinden op www.bk.tudelft.nl.
‘Water Works’ . tentoonstelling
Tot 31 mei zijn de projecten van TU-studenten die een plek wonnen in de masterclass van de biënnale tentoongesteld in de achterhal van Bouwkunde. Ook de Nederlandse inzending voor de biënnale in Venetië is daar te zien.
‘Indesem 2005, a political act’ – international design seminar
Op 6 en 10 juni geven onder anderen Wolf Prix, Eyal Weizman, Stefano Boeri, Reinier de Graaf, Michael Speaks en Hilde Heynen lezingen bij Bouwkunde en volgen tachtig nationale en internationale studenten ontwerpworkshops.
5th International Space Syntax Conference
Van 13 tot 17 juni wordt de vijfde internationale Space Syntax Conference voor het eerst in Nederland gehouden. Onderzoekers van over de hele wereld komen naar de faculteit Bouwkunde voor workshops en lezingen over de invloed van de ruimtelijke inrichting op het menselijk gedrag.
‘Exit Utopia – Architectural Provocations 1956-76’
Op donderdag 2 juni 2005 wordt om 16.00 uur op Bouwkunde het boek ‘Exit Utopia . Architectural Provocations 1956-76’ gepresenteerd. De publicatie van Martin van Schaik en Otakar Ma’čel komt voort uit het symposium ‘New Babylon . the value of dreaming the city of tomorrow’, van januari 2000. Voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen zal de eerste twee exemplaren van het boek overhandigen aan de decaan van Bouwkunde Hans Beunderman en aan dichter/schrijver Simon Vinkenoog.
Nederland wil meer ruimte maken voor water. Noodzakelijk, vinden beleidsmakers, door de zeespiegelstijging, een zakkende bodem en steeds grotere hoeveelheden neerslag. En terwijl de zoektocht naar vrije ruimte in de dichtbevolkte Randstad in volle gang is, ontdekken bouwkundigen op grote schaal de meerwaarde van water. Niet alleen waterwoningen, zelfs hele drijvende steden worden ontworpen, om in de toekomst geen last meer te hebben van het water, maar ervan te kunnen genieten.
Industrieel ontwerper ir. Ties Rijcken ontwierp een drijvend funderingssysteem, waarop complete steden kunnen worden gebouwd, inclusief tuinen en straten. Zijn afstudeerontwerp bestaat uit zeshoekige drijvende bouwstenen van beton en piepschuim. In theorie kunnen die tot een eindeloos groot platform aan elkaar geschakeld worden. Het verschil tussen land en water is dan alleen op de overgangen nog waar te nemen. Rijcken, die nu promoveert bij Bouwkunde, ontving deze week de Kivi Niria Techniek, Maatschappij en Economie-scriptieprijs voor zijn afstudeerontwerp.
Ook de tweede Internationale Architectuur Biënnale in Rotterdam, die vandaag begint, staat volledig in het teken van ‘De Zondvloed’. Een onderdeel is de masterclass flood resistant housing (vloedbestendige woningen) van de Amerikaanse architect Greg Lynn. Via een prijsvraag zijn vijf studenten uitgekozen die namens de TU mogen deelnemen.
Een van de winnende ontwerpen in die prijsvraag is ‘Dikeclimber’, van eerstejaars masterstudenten bouwkunde Marcel van Slobbe, Sander Bongers en Melwin Ideler. Hun rivierwoningen kruipen tijdens hoog water over een rail de dijk op. Van Slobbe: “Grote rivieren die steden doorkruisen, slaan een groot gat in de stadsplattegrond, meestal direct naast het centrum. Wij wilden die ruimte graag benutten, zodat steden niet alleen naar buiten hoeven uit te breiden.”
In hun ontwerp wordt de binnendijk van de rivier op meerdere plaatsen doorbroken, zodat de uiterwaarden het hele jaar onder water komen te staan. De overgebleven stukjes dijk vormen een soort eilandjes in de rivierbedding, waaraan de woningen liggen.
Om de woningen per auto bereikbaar te maken, bedachten de jongens een verbindingsweg die een brug vormt tussen de eilandjes, en op de eilandjes zoveel mogelijk in het dijklichaam wordt aangelegd. Bongers: “Zo kan de bovenkant van de dijk als leefruimte worden benut en blijft de omgeving natuurlijk.” In de hoofdgeul van de rivier liggen de Dikeclimbers per vier tussen de golfbrekers, waardoor de woningen minder last hebben van passerende schepen. Ideler: “De vier woningen zijn aan elkaar gekoppeld zodat ze elkaar rechttrekken.””
Jurylid van de premasterclass, dr. Sybrand Tjallingii (Bouwkunde), vindt de Dikeclimber interessant, omdat de mogelijkheden van uiterwaarden worden verruimd voor zowel de rivier als de woningbouw. “Het is een win-winsituatie”, aldus Tjallingii. “De woningen maken de rivieruitbreiding ook betaalbaar, en dat maakt het ontwerp beter dan de geplande overloopgebieden van het kabinet.”
Watertaxi’s
Een ander veelbelovend ontwerp is het afstudeerproject ‘Waalhaven – Water Island’ van bouwkundestudente Ekim Tan. Door de havenactiviteiten van de Waalhaven naar de Tweede Maasvlakte te verplaatsen, komt op een centrale locatie in Rotterdam een watergebied beschikbaar dat groter is dan het stadscentrum. Tan: “Omdat het gebied zo groot is, moet je het niet in een keer vastleggen voor verstedelijking, maar het op een grotere schaal als geheel bekijken.” Ze ontwikkelde een concept voor een flexibele waterstad, met een vaste infrastructuur van wegen en bruggen, een paar kerngebouwen en een netwerk voor watertaxi’s. Van daaruit kan de Waalhaven steeds verder verstedelijken met allerlei typen drijvende gebouwen. Ze draagt daarvoor een hele catalogus aan met drijvende bebouwingsmogelijkheden. Tan: ‘Mensen zijn tegenwoordig snel verveeld. Een drijvende stad biedt flexibiliteit, doordat woningen bijvoorbeeld gedraaid of verplaatst kunnen worden.”
Het Water Island van Tan vindt misschien zijn weg naar de praktijk. Bouwmaatschappij Dura Vermeer zal het concept voorleggen aan de gemeente Rotterdam om diens interesse te peilen voor een drijvende stad. Rijcken ziet ook wel toekomst in de plannen voor de Waalhaven. “In Azië en Noord-Amerika heb ik gezien dat waterwijken dikwijls een soort oase van rust en schoonheid vormen in minder aantrekkelijke stadsdelen”, aldus Rijcken. Docent waterrecht dr. Erik Mostert (Civiele Techniek), ziet ook goede kansen voor drijvende bebouwing in het oude havengebied, omdat de milieueisen daar minder streng zijn dan in natuurgebieden. Mostert: “Om te bouwen op water zijn meerdere vergunningen nodig. Vooral de Europese habitat- en vogelrichtlijnen kunnen in de buurt van natuurgebieden voor problemen zorgen.”
Echte drijvende steden zullen op korte termijn nog niet worden gerealiseerd, voorspelt Rijcken. Volgens hem vraagt een drijvende stad teveel ingrijpende veranderingen op alle schaalniveaus en is het reëler om de visie stap voor stap te bereiken. Hij ziet wel snelle mogelijkheden voor een modelwaterwijk ter grootte van een dorp of stadswijk. Rijcken: “Het platform moet wel nog zo groot zijn dat de bewoners geen last hebben van hinderlijke schommelingen, een doorsnede van twintig tot vijftig meter is al zeer stabiel. Een of meerdere van dergelijke eilandjes, met in het midden woningen en tuintjes eromheen, zou een enorme doorbraak zijn.”
Ook woonbootbewoners die nu nog geen vaste aanlegplaats hebben, zouden aan het platform gekoppeld kunnen worden en er zou ruimte zijn voor een aantal zelfvoorzienende drijfunits. “De oudere woonboten brengen een vorm van nostalgie in de nieuwe waterstad. Drijvende woningen kunnen, door gebruik te maken van grijswater (afvalwater) en zonnecellen, volledig zelfvoorzienend zijn en dus vrij ronddobberen. Dat is voor veel mensen een heel romantisch beeld”, aldus Rijcken.
img:Dikeclimber(9).jpg
Dwarsdoorsnede van de rivier tijdens gemiddelde waterafvoer. De Dikeclimbers van bouwkundestudenten Marcel van Slobbe, Sander Bongers en Melwin Ideler kruipen tijdens hoog water over een rail de dijk op. Ze liggen rechts van de binnendijk langs de hoofdgeul van de rivier tussen de kribben. Links van de binnendijk zijn in de uiterwaarden eilandjes met drijvende recreatiewoningen ontworpen. (Illustratie: Bongers/Ideler/Van Slobbe)
Zijaanzicht van de Dikeclimber, met rechts de trap op de dijk die tevens dienst doet als geleiderail voor de woning. Rechtsboven is de eetkamer op een hogere verdieping ontworpen, zodat het uitzicht over de dijk ook bij laagwater is gegarandeerd. Links is de woonkamer lager ontworpen om dichter op het water te zitten. (Illustratie: Bongers/Ideler/Van Slobbe)
img:ekim_planwaterisland.jpg
Water Island is een ontwerp voor een flexibele waterstad in de oude Waalhaven van Rotterdam. Het enige dat vastligt in het ontwerp van bouwkundestudent Ekim Tan is de infrastructuur op deze kaart. De bebouwing wordt naar wens samengesteld uit een uitgebreide catalogus van drijvende gebouwen. (Illustratie: Ekim Tan)
img:5overzichtstekening.jpg
Overzicht van een waterwijk op een drijvende fundering, die bestaat uit zeshoekige drijvende bouwstenen van speciaal beton en piepschuim. Met dit systeem zijn de mogelijkheden voor drijvende steden eindeloos. (Illustratie: Ties Rijcken, patent pending no:1025707)
De zondvloed van de TU
Flood resistant housing – masterclass en tentoonstelling in het NAi
De masterclass flood resistant housing wordt van 27 mei tot 1 juni gegeven door de Amerikaanse architect Greg Lynn. In de masterclass worden circa zeventig deelnemers uitgedaagd om woningtypen te ontwikkelen voor gebieden die regelmatig kunnen overstromen. De resultaten van de masterclass zijn te zien als onderdeel van de tentoonstelling Flow’ in het Nederlands Architectuurinstituut. De projecten waarmee TU-studenten een plaats wonnen in de masterclass, zoals de ‘Dikeclimber’ en het ‘Waalhaven – Water Island’, zijn eveneens tentoongesteld in het NAi.
‘Atlas Dutch Water Cities’ – uitgave van H. Meyer en F. Hooimeijer
De ‘Atlas of the Dutch Water Cities’ brengt de Nederlandse relatie tussen stedenbouw en waterbouw in kaart en toont tal van projecten die de infrastructuur van waterbeheer en waterkering integreren in stedenbouwkundige concepten. De atlas van hoogleraar stedenbouwkunde prof.dr.ir. Han Meyer (Bouwkunde) en promovendus drs. Fransje Hooimeijer (Bouwkunde), verschijnt bij de tentoonstelling ‘De Hollandse Waterstad’ in het Rotterdamse Las Palmas.
Bij het hoofdstuk ‘Tijd, ruimte en water’ verschijnt een calendarium, dat eveneens te zien is op de tentoonstelling. In het beeldverhaal zijn de thema’s techniek en stedenbouw geordend aan de hand van de functies van het water. Onder de tijdbalk zijn de thema’s territorium en klimaat en maatschappij in beeld gebracht.
‘Tussen doem en droom, ontwerpen met water in het Hollandse landschap’ . debatten in het NAi
De TU Delft organiseert twee ‘Lagerhuis’-debatten waarbij het waterontwerp op twee schaalniveaus wordt bekeken. Op 31 mei gaat het debat ‘Doorbraken/denkbeelden’ over nieuwe vormen van stedenbouw, die het ‘grote systeem’ met zee en rivieren dynamischer kunnen maken. Op 3 juni gaat het debat ‘Natte voeten/droge dromen’ over het regionale systeem van polders en boezems, met onderwerpen als drijvend wonen, makelaarswater en wild wonen aan rustig water.
‘Polders, theater van land en water – tentoonstelling in het NAi
Het verleden, heden en de toekomst van vijftien polders worden geïllustreerd met een maquettereeks, historische kaarten, prenten, tekeningen en foto’s. Daarbij wordt aandacht besteed aan het transformatieproces van bekende polders als de Watergraafsmeer, de Haarlemmermeer en de IJsselmeerpolders, maar ook aan minder bekende gebieden als de Borsselepolder. De vijftien maquettes zijn gemaakt door de afdeling landschapsarchitectuur van Bouwkunde.
www.biennalerotterdam.nl
Honderd jaar Bouwkunde
De faculteit Bouwkunde bestaat honderd jaar en er vinden veel activiteiten plaats. Hier volgt een selectie, het complete programma is te vinden op www.bk.tudelft.nl.
‘Water Works’ . tentoonstelling
Tot 31 mei zijn de projecten van TU-studenten die een plek wonnen in de masterclass van de biënnale tentoongesteld in de achterhal van Bouwkunde. Ook de Nederlandse inzending voor de biënnale in Venetië is daar te zien.
‘Indesem 2005, a political act’ – international design seminar
Op 6 en 10 juni geven onder anderen Wolf Prix, Eyal Weizman, Stefano Boeri, Reinier de Graaf, Michael Speaks en Hilde Heynen lezingen bij Bouwkunde en volgen tachtig nationale en internationale studenten ontwerpworkshops.
www.indesem.nl
5th International Space Syntax Conference
Van 13 tot 17 juni wordt de vijfde internationale Space Syntax Conference voor het eerst in Nederland gehouden. Onderzoekers van over de hele wereld komen naar de faculteit Bouwkunde voor workshops en lezingen over de invloed van de ruimtelijke inrichting op het menselijk gedrag.
www.spacesyntax.tudelft.nl
‘Exit Utopia – Architectural Provocations 1956-76’
Op donderdag 2 juni 2005 wordt om 16.00 uur op Bouwkunde het boek ‘Exit Utopia . Architectural Provocations 1956-76’ gepresenteerd. De publicatie van Martin van Schaik en Otakar Ma’čel komt voort uit het symposium ‘New Babylon . the value of dreaming the city of tomorrow’, van januari 2000. Voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen zal de eerste twee exemplaren van het boek overhandigen aan de decaan van Bouwkunde Hans Beunderman en aan dichter/schrijver Simon Vinkenoog.
Comments are closed.