Onderwijs

Huygens-lezing luidt jubileumjaar Elektro in

De opleiding elektrotechniek bestaat in juli honderd jaar. Ze grijpt de landing van de Huygenssonde op Saturnusmaan Titan aan voor een grote publiekslezing, met wetenschappers van ruimtevaartorganisatie ESA-Estec.

De lezing wordt gegeven door drie technische sleutelfiguren in de Cassini-Huygensmissie en wordt woensdag 2 februari gehouden in de B-collegezaal van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.

Volgens de secretaris van de opleiding, drs. Jacqueline Dekker, is het onderwerp gekozen vanwege de enorme hoeveelheid elektrotechniek die in het project wordt gebruikt. “Met een project als de Huygens-Cassini-missie heb je een tastbaar project waarbij je iets kunt laten zien van wat elektrotechnici doen. Ons onderzoek is naar buiten toe vaak moeilijker toonbaar dan veel onderzoek bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, waar je misschien eerder een lezing over dit onderwerp zou verwachten.”

Eerste spreker is de baas van de electromagnetic and space environment division van ruimtevaartorganisatie ESA, dr. Antoine Roederer. Hij zal een lezing geven over de zeven jaar durende vlucht, de landing en de bijbehorende techniek. Zijn collega Thierry Blancquaert zal een inzicht geven in de eerste resultaten die de missie heeft opgeleverd.

Op tv was al te zien dat op Titan rivieren van methaan te vinden zijn bij temperaturen van 150 graden onder nul. Behalve voor ons vijandige leefomstandigheden, trof de sonde ook geofysische processen aan die vergelijkbaar zijn met Aarde. Hierin geeft Blancquaert een klein inzicht.

Zijn ESA-collega Kees van ’t Klooster behandelt de signaalverwerking van de sonde. Deze moet op 1,2 miljard kilometer afstand duidelijk maken wat er in zijn omgeving te zien is. De detectie van deze signalen vraagt state of the art antennetechniek, waarmee ook de link naar de EWI-faculteit wordt gelegd.

De signalen van de Huygenssonde werden opgepikt met 18 radiotelescopen in Dwingeloo. Van ’t Klooster laat zien hoe met deze telescopen in een array (gelijkmatige rij) een honderd maal sterkere resolutie wordt bereikt dan de Hubble-telescoop lukt. De sterkte van het door de sonde uitgezonden signaal is vergelijkbaar met die van een mobiele telefoon.

“Hoogfrequente radiosignalen verzwakken heel sterk, omdat ze zich vanaf de planeet in bolvorm verspreiden”, verklaart prof.dr.ir. Leo Ligthart van radarinstituut IRCTR, die veel met Roederer en Van ’t Klooster samenwerkt. “De signalen verzwakken kwadratisch als de afstand toeneemt, dus je krijgt een enorm zwak signaal dat je hier op Aarde moet oppikken. Je moet dus de codering van het signaal weten om het te herkennen en dan hopen dat je genoeg overhoudt om het boven de achtergrondruis te herkennen.” (RZ)

De lezing wordt gegeven door drie technische sleutelfiguren in de Cassini-Huygensmissie en wordt woensdag 2 februari gehouden in de B-collegezaal van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.

Volgens de secretaris van de opleiding, drs. Jacqueline Dekker, is het onderwerp gekozen vanwege de enorme hoeveelheid elektrotechniek die in het project wordt gebruikt. “Met een project als de Huygens-Cassini-missie heb je een tastbaar project waarbij je iets kunt laten zien van wat elektrotechnici doen. Ons onderzoek is naar buiten toe vaak moeilijker toonbaar dan veel onderzoek bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, waar je misschien eerder een lezing over dit onderwerp zou verwachten.”

Eerste spreker is de baas van de electromagnetic and space environment division van ruimtevaartorganisatie ESA, dr. Antoine Roederer. Hij zal een lezing geven over de zeven jaar durende vlucht, de landing en de bijbehorende techniek. Zijn collega Thierry Blancquaert zal een inzicht geven in de eerste resultaten die de missie heeft opgeleverd.

Op tv was al te zien dat op Titan rivieren van methaan te vinden zijn bij temperaturen van 150 graden onder nul. Behalve voor ons vijandige leefomstandigheden, trof de sonde ook geofysische processen aan die vergelijkbaar zijn met Aarde. Hierin geeft Blancquaert een klein inzicht.

Zijn ESA-collega Kees van ’t Klooster behandelt de signaalverwerking van de sonde. Deze moet op 1,2 miljard kilometer afstand duidelijk maken wat er in zijn omgeving te zien is. De detectie van deze signalen vraagt state of the art antennetechniek, waarmee ook de link naar de EWI-faculteit wordt gelegd.

De signalen van de Huygenssonde werden opgepikt met 18 radiotelescopen in Dwingeloo. Van ’t Klooster laat zien hoe met deze telescopen in een array (gelijkmatige rij) een honderd maal sterkere resolutie wordt bereikt dan de Hubble-telescoop lukt. De sterkte van het door de sonde uitgezonden signaal is vergelijkbaar met die van een mobiele telefoon.

“Hoogfrequente radiosignalen verzwakken heel sterk, omdat ze zich vanaf de planeet in bolvorm verspreiden”, verklaart prof.dr.ir. Leo Ligthart van radarinstituut IRCTR, die veel met Roederer en Van ’t Klooster samenwerkt. “De signalen verzwakken kwadratisch als de afstand toeneemt, dus je krijgt een enorm zwak signaal dat je hier op Aarde moet oppikken. Je moet dus de codering van het signaal weten om het te herkennen en dan hopen dat je genoeg overhoudt om het boven de achtergrondruis te herkennen.” (RZ)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.