Jongeren staan minder snel op eigen benen en al helemaal als ze geen breed netwerk hebben. Het leenstelsel, flexwerk en de krappe woningmarkt leiden tot stress.
Hiervoor waarschuwt de Sociaal-Economische Raad (SER). Op verzoek van de Tweede Kamer en het kabinet heeft de SER een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de vraag of jongeren voldoende worden toegerust om een zelfstandig bestaan op te bouwen. De SER deed dit samen met zijn Jongerenplatform, waarin ook de studentenorganisaties LSVb en ISO vertegenwoordigd zijn.
Toegankelijkheid
Een belangrijk pluspunt is volgens de onderzoekers dat nieuwere generaties vaker en langer studeren. Het Nederlandse vervolgonderwijs is bovendien relatief goed, toegankelijk en redelijk betaalbaar. Maar doordat er meer geselecteerd wordt in het (hoger) onderwijs, de basisbeurs is afgeschaft en steeds meer opleidingen Engelstalig zijn, staat die toegankelijkheid wel onder druk, net als de doorstroom.
Studenten moeten meer lenen en gaan later op kamers, ook al omdat de huren door de krapte op de woningmarkt steeds hoger worden. Verder wijzen de onderzoekers op toenemende prestatiedruk, onder meer door de verhoogde norm van het bindend studieadvies, en daarmee samenhangende psychische klachten bij jongeren.
Flexwerk
Wie klaar is met school of studie moet steeds vaker en langer genoegen nemen met een tijdelijk contract. Tien jaar geleden hadden de meeste jongeren een vaste baan als ze 24 jaar waren. Inmiddels is die grens opgeschoven naar 27 jaar. Daarmee samenhangend gaan ze ook minder snel samenwonen of trouwen, krijgen ze minder snel kinderen en kopen ze minder snel een woning, al heeft dit natuurlijk ook veel te maken met de overspannen woningmarkt.
Bron SER/CBS 2019. ‘Mijlpalen’ twintigers, tien jaar geleden (stippellijn) en nu (ononderbroken lijn)
Generatietoets
De belangrijkste aanbeveling van de SER en zijn Jongerenplatform is dat de overheid meer aandacht moet hebben voor het effect van beleidsmaatregelen op jongeren. Sommige daarvan zijn afzonderlijk best verdedigbaar, schrijven ze, maar de optelsom kan een aanzienlijk negatief effect hebben. Ze pleiten daarom voor een generatietoets bij de doorrekening van belangrijke politieke en sociale akkoorden.
Verder willen ze onderzoek naar de gevolgen van het leenstelsel en flexwerk voor de financiële positie van jongeren. Nu én bij de vervolgstappen in hun leven, zoals het kopen van een huis en het starten van een gezin. Ook moeten er meer geschikte woningen voor jongeren komen, en willen ze dat hypotheekverstrekkers niet de oorspronkelijke maar de actuele studieschuld meetellen bij de berekening van het maximale leenbedrag.
HOP, Hein Cuppen
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.