Eén Chazia Mourali, vier hoogleraren, dertig toeschouwers en talloze open deuren. Eén Chazia Mourali, vier hoogleraren, dertig toeschouwers en talloze open deuren.Op de dag van de nutteloze kennis worden TU-profs door tv-personality Mourali ‘aan de tand gevoeld over het Nut van Kennis en Andere Lastige Vragen’.
Ondanks alle hoofdletters blijkt al snel dat het houden van een debat over nutteloze kennis niet alleen weinig zinvol is, maar vooral saai en oninteressant.
Een gemiste kans, want met Delftse verbale kanonnen als Dirken en Koolhaas mag het publiek wel wat verwachten. Opponent is de oprichter van de ‘Universiteit Vrij van Nut’. Deze door de universiteit Utrecht gesponsorde hobbyclub strijdt tegen de teloorgang van de universiteit. ,,Een voetbal is op zich een nutteloos object. Pas door het spel wordt het een nuttig ding. Zo is het ook met kennis, heel veel kennis is nutteloos, maar kan later toch van pas komen.”
Hij schetst het beeld van de intellectueel die al ronddwalend door het kennisheelal bij toeval zinvolle zaken tegenkomt. Helaas (voor de discussie) bestrijden de Delftenaren dat de TU daarvoor te weinig ruimte biedt. ,,We hebben hier niet voor niets een vak als ethiek.”
Opgejaagd door de dominant aanwezige Mourali komt het debat niet op gang. Het gesprek hobbelt via de politiek en buitenlandse betrekkingen van generalisatie naar generalisatie. Ondertussen vragen de weinige toeschouwers zich hoorbaar af of dit nu juist een performance is om nutteloze kennis te demonstreren. Even vrolijkt het evenement op, als een toeschouwer over haar zelfontdekte samenzweringstheorieën begint. Om dan definitief weg te zakken in het moeras van elitair-intellectualisme met de allesvergoelijkende conclusie dat ‘nuttig alleen bestaat als er nutteloos is’. Zoals boeiende debatten alleen opvallen bij de gratie van slechtgeleid open-deur-intrappen.
Eén Chazia Mourali, vier hoogleraren, dertig toeschouwers en talloze open deuren.
Op de dag van de nutteloze kennis worden TU-profs door tv-personality Mourali ‘aan de tand gevoeld over het Nut van Kennis en Andere Lastige Vragen’. Ondanks alle hoofdletters blijkt al snel dat het houden van een debat over nutteloze kennis niet alleen weinig zinvol is, maar vooral saai en oninteressant.
Een gemiste kans, want met Delftse verbale kanonnen als Dirken en Koolhaas mag het publiek wel wat verwachten. Opponent is de oprichter van de ‘Universiteit Vrij van Nut’. Deze door de universiteit Utrecht gesponsorde hobbyclub strijdt tegen de teloorgang van de universiteit. ,,Een voetbal is op zich een nutteloos object. Pas door het spel wordt het een nuttig ding. Zo is het ook met kennis, heel veel kennis is nutteloos, maar kan later toch van pas komen.”
Hij schetst het beeld van de intellectueel die al ronddwalend door het kennisheelal bij toeval zinvolle zaken tegenkomt. Helaas (voor de discussie) bestrijden de Delftenaren dat de TU daarvoor te weinig ruimte biedt. ,,We hebben hier niet voor niets een vak als ethiek.”
Opgejaagd door de dominant aanwezige Mourali komt het debat niet op gang. Het gesprek hobbelt via de politiek en buitenlandse betrekkingen van generalisatie naar generalisatie. Ondertussen vragen de weinige toeschouwers zich hoorbaar af of dit nu juist een performance is om nutteloze kennis te demonstreren. Even vrolijkt het evenement op, als een toeschouwer over haar zelfontdekte samenzweringstheorieën begint. Om dan definitief weg te zakken in het moeras van elitair-intellectualisme met de allesvergoelijkende conclusie dat ‘nuttig alleen bestaat als er nutteloos is’. Zoals boeiende debatten alleen opvallen bij de gratie van slechtgeleid open-deur-intrappen.
Comments are closed.