Honderdduizend studenten hebben zich afgelopen week uitgesproken tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs, zegt de Landelijke Studenten Vakbond. Vrijdag 23 maart protesteerden zo´n tweeduizend studenten op de Dam in Amsterdam.
Door het hele land voerden studenten vorige week actie tegen de plannen van het kabinet, waaronder de langstudeerboete, het afschaffen van de basisbeurs voor masterstudenten en het inperken van het recht op een ov-studentenkaart.
De acties waren klein, maar het waren er wel veel. Er fietsten studenten van Amsterdam naar Den Haag, in Delft lieten ze een Jenga-toren instorten die de kenniseconomie voorstelde, in Wageningen verrees een ‘wensmuur’, enzovoorts.
“We hebben debatten gevoerd, filmpjes vertoond en collegepraatjes gehouden”, vertelt voorzitter Pascal ten Have van de Landelijke Studenten Vakbond. “We hebben het heel lokaal gehouden. Uiteindelijk hebben we 50 duizend brieven, 20 duizend kaartjes en 30 duizend handtekeningen verzameld tegen de plannen. Dat zijn honderdduizend studenten.”
De grootste demonstratie vond vrijdag plaats op de Dam in Amsterdam. Politici waren daar op het podium niet welkom. “We zien daar de toegevoegde waarde niet van”, zegt organisator Eline Peters van de lokale studentenvakbond ASVA. “Politici hebben nog niets voor elkaar gekregen. Iedereen die in de regering zat, heeft bezuinigingen op onderwijs laten doorgaan. De rest heeft kennelijk niet genoeg gedaan om die tegen te houden. Laten ze maar gewoon tussen de studenten staan om te luisteren in plaats van mooie woorden op het podium te spreken.”
Peters’ verwachtingen van de demonstratie waren bescheiden. “Hopelijk scheppen we net iets meer onderhandelingsruimte als we laten zien hoeveel studenten tegen de plannen zijn. Dan wordt het recht op de ov-studentenkaart misschien niet met twee jaar ingeperkt, maar met één jaar. Ik hoop ook dat ze de basisbeurs voor bachelorstudenten niet zullen afschaffen als wij laten zien hoeveel studenten daar tegen zijn.”
Intussen gaat de politieke lobby door. Ten Have heeft al met de afvallige PVV’er Hero Brinkman gesproken. “Het waren hectische dagen, dus hoger onderwijs stond niet helemaal boven aan zijn prioriteitenlijst. Maar als het onderwerp in de Kamer komt, zullen we zeker weer contact hebben.”
Er wordt fors bezuinigd op het programma ‘Een sterk innovatievermogen’. Dat onderzoeksbudget wordt gehalveerd van 459 miljoen naar 237 miljoen euro, voorspelt het Rathenau Instituut.
Het instituut zal voortaan jaarlijks de overheidsuitgaven aan onderzoek en innovatie tegen het licht houden. Voorheen deed de overheid dit zelf, maar het Rathenau neemt het over. Dit jaar moeten de rapporteurs een slag om de arm houden, omdat de bezuinigingen nog niet allemaal zijn doorgevoerd.
Tot 2015 zakken de totale overheidsuitgaven naar verwachting van 4,8 miljard nu, naar 4,3 miljard in 2015. Dat komt onder meer doordat het onderzoeksgeld uit de aardgasbaten wegvalt. Dat geld komt nu ten goede aan de schatkist.
Tegenover de bezuinigingen staat wel het belastingvoordeel voor bedrijven die aan research & development (r&d) doen. Daarin is Nederland ruimhartig, vergeleken met de meeste andere landen. Ruim tien procent van alle onderzoeksuitgaven van het Rijk is ‘indirect’ en dat aandeel zal volgens het regeerakkoord groter worden. Het kabinet wil r&d meer in het algemeen aanwakkeren in plaats van met gerichte subsidies.
Comments are closed.