Naam: Loesje Bevers (27)Nationaliteit: NederlandseOnderwerp: wolfraamenzymen in Pyrococcus furiosusPromotor: prof.d
r. Wilfred Hagen (Technische Natuurwetenschappen) van de sectie enzymologie, afdeling biotechnologie
Tussenstand: Bevers promoveert in oktober 2007
“Het micro-organisme dat ik onderzoek, Pyrococcus furiosus, is heel bijzonder. Het leeft in de buurt van vulkanen heel diep in de oceaan bij 100 graden Celsius. Normaal gaan eiwitten bij zulke hoge temperaturen kapot, waardoor ze voor warme chemische processen nooit gebruikt kunnen worden. Dit geeft dus hoop op een eiwit dat bij hogere temperaturen nog stabiel blijft.
Het bijzonderste is dat sommige eiwitten in het organisme wolfraam bevatten. Dat metaal komt verder bijna niet voor in de natuur. Amerikaanse onderzoekers hadden in het organisme al vier eiwitten met wolfraam ontdekt. Uit het DNA hadden ze afgeleid dat er nog een vijfde eiwit met wolfraam moest zijn, maar dat hadden ze nog niet gevonden. In mijn promotieonderzoek ben ik daar naar op zoek gegaan.
In het lab kweek ik mijn micro-organismen in een reactor. Dat is geen pretje, want ik werk met een kokende brei van een halve kilo cellen die vanwege de zwavelverbindingen ontzettend naar rotte eieren stinkt. Daarentegen hoef ik me, vanwege de temperatuur, gelukkig nooit zorgen te maken over het steriliseren van de apparatuur.
Als ik na twee weken kweken voldoende cellen heb, breek ik ze open om de eiwitten eruit te halen. In een mengsel van zo’n tweeduizend verschillende eiwitten ga ik op zoek naar die ene met de naam WOR 5 (wolfraam oxidoreductase). Met allerlei zuiveringstechnieken probeer ik het eiwit te zuiveren. En als het misgaat begin ik weer opnieuw.
Tot het afgelopen december opeens was gelukt; ik had samen met mijn collega’s het vijfde eiwit ontdekt. We hadden het laatste puzzelstukje van een fundamenteel onderzoek in handen. Dan begint de stress pas echt. Je weet dat de concurrenten in Georgia hetzelfde proberen, dus je wilt het zo snel mogelijk publiceren. Eerst had ik het aangeboden aan het biochemische vaktijdschrift FEBS Letters omdat die binnen een maand kunnen publiceren. Maar zij wilden het niet plaatsen omdat ze het onderwerp te specifiek vonden voor hun lezerspubliek. Ik heb het toen aangeboden bij het microbiologische vaktijdschrift The Journal of Bacteriology. Over twee weken zal het daarin verschijnen, tien maanden na de ontdekking. Eigenlijk is het beter zo, want ik hoorde later dat dit tijdschrift meer punten oplevert in het allocatiemodel van de TU, en ik ben nog steeds op tijd. Dat wordt mijn eerste publicatie, hopelijk nog twee te gaan.
Maar ik ga me nu ook weer op andere zaken richten. Omdat ik in Utrecht scheikunde heb gestudeerd, was ik in het begin niet goed bekend met de TU en Delft. Om meer mensen buiten mijn onderzoeksgroep te leren kennen, ben ik lid geworden van Promood, de vereniging voor Delftse promovendi. Ik ben daar nu secretaris en we hebben onlangs een enquête rondgestuurd naar alle aio’s. We hebben nu een stapel van zevenhonderd enquêtes liggen die we moeten verwerken.” (IdB)
Naam: Loesje Bevers (27)
Nationaliteit: Nederlandse
Onderwerp: wolfraamenzymen in Pyrococcus furiosus
Promotor: prof.dr. Wilfred Hagen (Technische Natuurwetenschappen) van de sectie enzymologie, afdeling biotechnologie
Tussenstand: Bevers promoveert in oktober 2007
“Het micro-organisme dat ik onderzoek, Pyrococcus furiosus, is heel bijzonder. Het leeft in de buurt van vulkanen heel diep in de oceaan bij 100 graden Celsius. Normaal gaan eiwitten bij zulke hoge temperaturen kapot, waardoor ze voor warme chemische processen nooit gebruikt kunnen worden. Dit geeft dus hoop op een eiwit dat bij hogere temperaturen nog stabiel blijft.
Het bijzonderste is dat sommige eiwitten in het organisme wolfraam bevatten. Dat metaal komt verder bijna niet voor in de natuur. Amerikaanse onderzoekers hadden in het organisme al vier eiwitten met wolfraam ontdekt. Uit het DNA hadden ze afgeleid dat er nog een vijfde eiwit met wolfraam moest zijn, maar dat hadden ze nog niet gevonden. In mijn promotieonderzoek ben ik daar naar op zoek gegaan.
In het lab kweek ik mijn micro-organismen in een reactor. Dat is geen pretje, want ik werk met een kokende brei van een halve kilo cellen die vanwege de zwavelverbindingen ontzettend naar rotte eieren stinkt. Daarentegen hoef ik me, vanwege de temperatuur, gelukkig nooit zorgen te maken over het steriliseren van de apparatuur.
Als ik na twee weken kweken voldoende cellen heb, breek ik ze open om de eiwitten eruit te halen. In een mengsel van zo’n tweeduizend verschillende eiwitten ga ik op zoek naar die ene met de naam WOR 5 (wolfraam oxidoreductase). Met allerlei zuiveringstechnieken probeer ik het eiwit te zuiveren. En als het misgaat begin ik weer opnieuw.
Tot het afgelopen december opeens was gelukt; ik had samen met mijn collega’s het vijfde eiwit ontdekt. We hadden het laatste puzzelstukje van een fundamenteel onderzoek in handen. Dan begint de stress pas echt. Je weet dat de concurrenten in Georgia hetzelfde proberen, dus je wilt het zo snel mogelijk publiceren. Eerst had ik het aangeboden aan het biochemische vaktijdschrift FEBS Letters omdat die binnen een maand kunnen publiceren. Maar zij wilden het niet plaatsen omdat ze het onderwerp te specifiek vonden voor hun lezerspubliek. Ik heb het toen aangeboden bij het microbiologische vaktijdschrift The Journal of Bacteriology. Over twee weken zal het daarin verschijnen, tien maanden na de ontdekking. Eigenlijk is het beter zo, want ik hoorde later dat dit tijdschrift meer punten oplevert in het allocatiemodel van de TU, en ik ben nog steeds op tijd. Dat wordt mijn eerste publicatie, hopelijk nog twee te gaan.
Maar ik ga me nu ook weer op andere zaken richten. Omdat ik in Utrecht scheikunde heb gestudeerd, was ik in het begin niet goed bekend met de TU en Delft. Om meer mensen buiten mijn onderzoeksgroep te leren kennen, ben ik lid geworden van Promood, de vereniging voor Delftse promovendi. Ik ben daar nu secretaris en we hebben onlangs een enquête rondgestuurd naar alle aio’s. We hebben nu een stapel van zevenhonderd enquêtes liggen die we moeten verwerken.” (IdB)
Comments are closed.