Maandag onderhandelt het college van bestuur met de vakbonden over een puntensysteem. Floor Koornneef (Abvakabo) is nog niet van de voordelen overtuigd.
Hoe is de sfeer, aan de vooravond van het overleg?
“Natuurlijk zit er wel wat spanning op die vergadering. Omdat de tijdsdruk van de OOD-operatie zo groot is, maar ook omdat de discussie over puntensysteem en last in, first out (lifo) niet altijd even zuiver gevoerd is.”
In een recent pamflet van de Abvakabo staat dat er ‘een soort hetze tegen lifo gevoerd wordt’. Is dat niet wat overdreven?
“Het college van bestuur heeft bij de introductie van de reorganisatieplannen te pas en te onpas geroepen dat er een puntensysteem zal worden gehanteerd, en dat lifo niet goed werkt. Zo zet je werknemers op het verkeerde been. Mensen beginnen te denken dat zo’n puntensysteem er hoe dan ook zal komen, en dat lifo oneerlijk uitpakt. Ten onrechte.”
Biedt het nieuwe voorstel genoeg aanknopingspunten om te onderhandelen?
“Ja. Maar het biedt geen adequaat antwoord op de vragen die we al in november hebben geformuleerd: welk probleem kan niet worden opgelost met lifo en wel met het puntensysteem dat het college voor ogen heeft?”
Het probleem dat je met lifo niet de beste mensen kunt vasthouden en soms zelfs de veel minder goede mensen overhoudt.
“Het plaatsingsproces en het beoordelen van individuele werknemers zijn twee zaken die je strikt gescheiden moet houden. Voor het beoordelen of mensen goed functioneren bestaat de R&O-cyclus. Die werkt in de praktijk niet goed. Dat is jammer, maar de overhaaste invoering van een puntensysteem is niet de manier om dat recht te breien.
Wil je echt over de pro’s en contra’s van lifo kunnen praten, dan moet je eerst weten hoeveel ondersteuners per ‘domein’ (ict, vastgoed, enzovoorts) zijn ingedeeld. In elk domein zullen er meer mensen zijn ingedeeld dan er uiteindelijk vacatures zullen zijn. Als je dan als plaatsingssystematiek lifo hanteert, en het per leeftijdscategorie toepast, valt daar niks op aan te merken Natuurlijk kun je een domein dat voor negentig procent uit veertigplussers bestaat niet omtoveren in een domein met dertigers en twintigers.”
Stel: ondersteuner Y presteert uitstekend en heeft de pech hier pas twee jaar te werken. Wat zegt u tegen hem of haar als juist hij of zij straks boventallig wordt?
“Ik geef toe: dat is heel spijtig. Maar nogmaals: een reorganisatie dient niet als middel om het functioneren van medewerkers te beoordelen. Overigens: er staan het college van bestuur echt wel middelen ter beschikking om in bijzondere gevallen goede mensen te behouden voor de organisatie.”
Floor Koornneef (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Hoe is de sfeer, aan de vooravond van het overleg?
“Natuurlijk zit er wel wat spanning op die vergadering. Omdat de tijdsdruk van de OOD-operatie zo groot is, maar ook omdat de discussie over puntensysteem en last in, first out (lifo) niet altijd even zuiver gevoerd is.”
In een recent pamflet van de Abvakabo staat dat er ‘een soort hetze tegen lifo gevoerd wordt’. Is dat niet wat overdreven?
“Het college van bestuur heeft bij de introductie van de reorganisatieplannen te pas en te onpas geroepen dat er een puntensysteem zal worden gehanteerd, en dat lifo niet goed werkt. Zo zet je werknemers op het verkeerde been. Mensen beginnen te denken dat zo’n puntensysteem er hoe dan ook zal komen, en dat lifo oneerlijk uitpakt. Ten onrechte.”
Biedt het nieuwe voorstel genoeg aanknopingspunten om te onderhandelen?
“Ja. Maar het biedt geen adequaat antwoord op de vragen die we al in november hebben geformuleerd: welk probleem kan niet worden opgelost met lifo en wel met het puntensysteem dat het college voor ogen heeft?”
Het probleem dat je met lifo niet de beste mensen kunt vasthouden en soms zelfs de veel minder goede mensen overhoudt.
“Het plaatsingsproces en het beoordelen van individuele werknemers zijn twee zaken die je strikt gescheiden moet houden. Voor het beoordelen of mensen goed functioneren bestaat de R&O-cyclus. Die werkt in de praktijk niet goed. Dat is jammer, maar de overhaaste invoering van een puntensysteem is niet de manier om dat recht te breien.
Wil je echt over de pro’s en contra’s van lifo kunnen praten, dan moet je eerst weten hoeveel ondersteuners per ‘domein’ (ict, vastgoed, enzovoorts) zijn ingedeeld. In elk domein zullen er meer mensen zijn ingedeeld dan er uiteindelijk vacatures zullen zijn. Als je dan als plaatsingssystematiek lifo hanteert, en het per leeftijdscategorie toepast, valt daar niks op aan te merken Natuurlijk kun je een domein dat voor negentig procent uit veertigplussers bestaat niet omtoveren in een domein met dertigers en twintigers.”
Stel: ondersteuner Y presteert uitstekend en heeft de pech hier pas twee jaar te werken. Wat zegt u tegen hem of haar als juist hij of zij straks boventallig wordt?
“Ik geef toe: dat is heel spijtig. Maar nogmaals: een reorganisatie dient niet als middel om het functioneren van medewerkers te beoordelen. Overigens: er staan het college van bestuur echt wel middelen ter beschikking om in bijzondere gevallen goede mensen te behouden voor de organisatie.”
Floor Koornneef (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.