Onderwijs

Helft masters heeft te weinig startmomenten

Bij veel universitaire masteropleidingen kunnen studenten alleen in september van start. Wie het bachelordiploma net niet op tijd haalt, loopt een jaar studievertraging op. De TU Delft is de enige waar alle masters meerdere startmomenten hebben.


De TU scoort honderd procent. Alle 31 masters kennen meerdere instroommomenten. De Universiteit Leiden volgt met 97 procent van haar masteropleidingen en de Rijksuniversiteit Groningen met negentig procent.



Maar de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht lopen flink achter. Bij hen heeft nog geen kwart van alle masteropleidingen een extra instroommoment. Die informatie heeft minister Bussemaker op verzoek van GroenLinks naar de Tweede Kamer gestuurd.



Voorheen mochten studenten alvast aan hun master beginnen als ze in hun bachelor nog maar een paar studiepunten hoefden te behalen. Zo konden ze maanden studievertraging voorkomen, was de gedachte.



Maar het nadeel was dat veel studenten min of meer automatisch voor de doorstroommaster aan hun eigen universiteit kozen en niet nadachten over masteropleidingen in een andere stad of in het buitenland.



Daarom heeft het vorige kabinet een zogeheten ‘harde knip’ tussen bachelor en master ingevoerd: studenten mogen pas aan hun masteropleiding beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben.



Voorwaarde was dat masteropleidingen – uitzonderingen daargelaten – allemaal twee of meer instroommomenten per jaar moesten bieden, vonden toenmalig staatsecretaris Zijlstra en de Tweede Kamer. Dat zou de schade voor vertraagde studenten binnen de perken houden.



Sinds dit studiejaar hebben tien van de dertien universiteiten een harde knip. De Vrije Universiteit, de Universiteit van Tilburg en Wageningen Universiteit kregen een jaar respijt, onder meer omdat hun masters nog niet genoeg instroommomenten boden. Nu blijkt dat ook andere universiteiten achterlopen.


Instroommomenten masteropleidingen



















 


Totaal aantal master-opleidingen


masters met extra instroom-moment


percentage


Maastricht University


58


14


24%


Vrije Universiteit


96


23


24%


Wageningen Universiteit


27


8


30%


Erasmus Universiteit


48


15


31%


UvA


153


49


32%


Universiteit Twente


33


11


33%


Tilburg University


51


25


49%


Universiteit Utrecht


110


57


52%


Radboud Universiteit


71


49


69%


TU Eindhoven


23


20


87%


Rijksuniversiteit Groningen


122


110


90%


Leiden University


71


69


97%


TU Delft


31


31


100%


Totaal


894


481


54%


 


© HOP. Bron: ministerie van OCW.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.