Waar het vandaan komt weet nog niemand, maar de inschrijvingen zitten in de lift.De groei van het aantal eerstejaars aan de TU Delft is hard op weg naar de acht procent.
Delen
Medio vorige week stond het aantal eerstejaars inschrijvingen op 2407 (1920 mannen en 487 vrouwen). Vergeleken met de eindstand van vorig jaar is dat een groei van vijf procent. Op 1 december vorig jaar stond de TU op 2284 eerstejaars, waarvan 424 vrouwen.
Stafmedewerkers van het college van bestuur zijn er nu al zeker van dat een groei van acht procent haalbaar is, omdat nog vele inschrijvingen op verwerking liggen te wachten.
Opvallend in de cijfers is dat de groei van het aantal vrouwelijke eerstejaars veel sterker is dan dat van de mannen: vijftien procent versus drie procent. Uitgesplitst naar herkomst valt op dat de groei van de TU voor 67 procent afkomstig is uit de ‘eigen’ regio, ofwel de Randstadprovincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht.
Het college van bestuur heeft gevraagd nader onderzoek te doen naar de redenen voor de onverwacht sterke stijging. Nog maar een paar maanden geleden werd gevreesd voor een daling met vier procent.
De beurzenactie van de drie technische universiteiten kwam te laat voor dit effect op de instroom. Ook de publiciteit rondom de aanstaande infrastructurele investeringen in Nederland kan de verklaring niet zijn. De winst van de TU is eigenlijk geheel te danken aan de groei van Technische Bestuurskunde (+76 studenten), Informatica (+48) en Lucht- en Ruimtevaart (+38). Civiel blijft gelijk, Werktuigbouw daalt licht. Grotere verliezers zijn Scheikunde, Technische Aardwetenschappen en Elektrotechniek, met respectievelijk -10 procent, -15 procent en -21 procent.
Waar het vandaan komt weet nog niemand, maar de inschrijvingen zitten in de lift.
De groei van het aantal eerstejaars aan de TU Delft is hard op weg naar de acht procent. Medio vorige week stond het aantal eerstejaars inschrijvingen op 2407 (1920 mannen en 487 vrouwen). Vergeleken met de eindstand van vorig jaar is dat een groei van vijf procent. Op 1 december vorig jaar stond de TU op 2284 eerstejaars, waarvan 424 vrouwen.
Stafmedewerkers van het college van bestuur zijn er nu al zeker van dat een groei van acht procent haalbaar is, omdat nog vele inschrijvingen op verwerking liggen te wachten.
Opvallend in de cijfers is dat de groei van het aantal vrouwelijke eerstejaars veel sterker is dan dat van de mannen: vijftien procent versus drie procent. Uitgesplitst naar herkomst valt op dat de groei van de TU voor 67 procent afkomstig is uit de ‘eigen’ regio, ofwel de Randstadprovincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht.
Het college van bestuur heeft gevraagd nader onderzoek te doen naar de redenen voor de onverwacht sterke stijging. Nog maar een paar maanden geleden werd gevreesd voor een daling met vier procent.
De beurzenactie van de drie technische universiteiten kwam te laat voor dit effect op de instroom. Ook de publiciteit rondom de aanstaande infrastructurele investeringen in Nederland kan de verklaring niet zijn. De winst van de TU is eigenlijk geheel te danken aan de groei van Technische Bestuurskunde (+76 studenten), Informatica (+48) en Lucht- en Ruimtevaart (+38). Civiel blijft gelijk, Werktuigbouw daalt licht. Grotere verliezers zijn Scheikunde, Technische Aardwetenschappen en Elektrotechniek, met respectievelijk -10 procent, -15 procent en -21 procent.
Comments are closed.