Ongecategoriseerd

Goede reputatie voor Nederlandse universiteiten

Vijf Nederlandse universiteiten staan in de wereldwijde top honderd van instellingen met de beste reputatie, meldt de Times Higher Education. Alleen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië staan vaker in de lijst.


Over het algemeen hebben Nederlandse universiteiten een goede naam, maar ze staan niet tussen de absolute top. De beste reputatie heeft de TU Delft, die op een gedeelde plaats 51 tot en met zestig staat.


Dat meldt de Times Higher Education, die ieder jaar een veel besproken ranglijst van beste universiteiten ter wereld maakt, waarin ook onderzoeks- en onderwijskwaliteit meewegen. Deze reputatie-ranking is daarvan afgeleid. De scores zijn bepaald aan de hand van een enquête die door 17,5 duizend academici uit 137 landen is ingevuld.


Alleen de Verenigde Staten (44) en Groot-Brittannië (10) hebben meer universiteiten in de reputatie-ranglijst. Japan staat op gelijke hoogte met eveneens vijf universiteiten in de top honderd, maar heeft daar wel een absolute topuniversiteit tussen zitten: de Universiteit van Tokyo op nummer acht.


De Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht komen op 71 tot 80 uit, de Universiteit Leiden staat op 81 tot 90 en Wageningen Universiteit staat als laatste op een gedeelde 91ste tot honderdste plaats.


De reputatie van Nederlandse instellingen is hoger dan hun positie in de gewone ranglijst, waarin ook meetbare gegevens over onderwijs en onderzoek worden meegewogen. Daarin staan maar vier Nederlandse universiteiten in de top honderd en hoger dan plaats 68 (Universiteit Utrecht) komen ze niet.


“Reputatie is mistig en subjectief”, erkent Phil Baty van de Times Higher Education. “Maar imago’s zijn wel deel van de werkelijkheid. Instellingen met een goede reputatie trekken meer studenten en betere wetenschappers aan. Ze kunnen erop voortbouwen. Misschien zegt de reputatie ook iets wat niet in andere indicatoren te vangen is. Het zijn zeer geïnformeerde academici die hun mening geven. Ze weten waar ze over praten.”


Dat Nederland zoveel instellingen in de top heeft, noemt Baty tremendous. “Het is werkelijk een geweldige prestatie”, zegt hij. “Het is overduidelijk dat Nederland een sterk systeem van hoger onderwijs heeft, met veel goede universiteiten. Dat blijkt ook uit de gewone ranglijst: in de top 200 staan twaalf Nederlandse instellingen. Terwijl er naar schatting twintigduizend universiteiten in de wereld zijn. The Dutch are punching above their weight. De reputatie van Duitse universiteiten is bijvoorbeeld minder groot.”


Of Nederland ernaar moet streven dat één instelling tot de absolute top doordringt? Baty durft het niet te zeggen. “In landen met zwak hoger onderwijs zie je wel eens dat ze alle beschikbare middelen aan één universiteit besteden, zodat die tot de top kan doordringen. Maar Nederland heeft al fantastisch hoger onderwijs. Misschien is zo’n vlaggenschip nergens voor nodig.”

 

Voor de waterpoloërs van Wave is het deze weken erop of eronder. De heren staan in de eindfase van de competitie voorlaatste in hun poule. Een plek die goed is voor degradatie uit de eerste districtsklasse. Zondagavond leed de studentenploeg in het Kerkpolderbad een fikse thuisnederlaag tegen De Vliet (2-8). “We kwamen tekort”, was de nuchtere constatering van topscorer Roel Bijlard, die dit keer het vijandelijk doel niet kon vinden. “De tegenstander was goed op ons ingespeeld, daar konden wij niet zo goed mee omgaan.” Waarschijnlijk valt de beslissing over degradatie of lijfsbehoud in het laatste duel op 16 april, als ZPC Rotterdam 3 op bezoek komt in Delft. Een ploeg met hetzelfde aantal punten. Bijlard: “Het wordt lastig, maar het is haalbaar. We zijn in elk geval hard aan het trainen. In de heenwedstrijd hebben we nipt van ze verloren, maar in theorie zijn wij beter.” 

Hetzelfde lot, degraderen, dreigt voor het herenteam van Blue Falcons. De studentenfloorballers promoveerden vorig jaar naar de hoogste divisie, maar het niveauverschil blijkt vrij groot. Dat twee van de drie laatste tegenstanders de directe concurrentie betreft geeft nog enige hoop op ontsnapping, aldus Gerard Pijcke. Mocht de ploeg degraderen, dan is zij toch een ervaring rijker volgens de speler/voorzitter: “We hebben ons wel verbeterd.” Zaterdag eindigde een team van Blue Falcons als zevende van veertien deelnemende teams aan het NSK in Wageningen. Een tweede, enigszins geïmproviseerd team werd negende. Op het NSK werd de klein-veld-variant gespeeld, met viertallen bestaande uit twee mannen en twee vrouwen. Floorball is een soort zaalvariant van ijshockey.

Op het front van mogelijke promotie liep Ariston’80 enige averij op. Zaterdag stonden de voetballers tegenover Maasdijk, dat een week eerder nog zo fraai van de tweede (promotie)plaats verdreven was. De Westlanders trokken op eigen terrein aan het langste eind (3-1), zodat de twee rivalen weer van plaats verwisselden op de ranglijst.

De volleyballers van Punch handhaafden zich kort voor het competitie-einde wel op de tweede plek van de promotieklasse. Op eigen veld werd vrijdagavond Kratos’08 geklopt met 3-1. Er zijn nog twee uitduels en één thuiswedstrijd te gaan om play-offs veilig te stellen. 

Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.