Onderwijs

Geen onbespoten witlof meer

Twintig jaar lang had hij een lapje grond op het volkstuintjescomplex van de TU Delft achter het IRI, en nu moet hij weg. Willem Kunz (53) van het Student Facility Centre baalt als een stekker.

Twintig jaar lang had hij een lapje grond op het volkstuintjescomplex van de TU Delft achter het IRI, en nu moet hij weg. Willem Kunz (53) van het Student Facility Centre baalt als een stekker. Voor eind 2004 moet hij de kleine kas voor zijn tomaten, de bloemenperkjes van zijn vrouw, de rijen onbespoten prei, witlof en snijbiet allemaal hebben opgeruimd. Zijn tuintje en tachtig andere moeten plaatsmaken voor de aanleg van tramlijn 19, die ter hoogte van het tuintjescomplex een keerlus moet maken.

Kunz laat zijn tuintje, dat er nu herfstig bijstaat, trots zien. Twintig jaar lang ging hij hier elke avond heen om groente op te halen voor het avondmaal. “Toen de kinderen nog thuis waren, moest de vriezer altijd vol zijn. Nu krijgen we het niet allemaal op. Ik geef veel weg”, zegt hij, terwijl hij een spitskool ontdoet van zijn bruine jasje en in een zak stopt.

Kunz werkt al vanaf zijn zestiende bij de TU en was meteen enthousiast toen de universiteit in 1972 grond beschikbaar stelde voor volkstuintjes. Hij kwam eerst op een wachtlijst, maar al snel kreeg hij een mooi stukje grond, vlakbij de ingang en vlakbij de toiletten. Een prima plek, vond hij.

Maar die plek is nu wat minder gelukkig, want Kunz’ tuintje hoort bij de eerste lichting die moet verdwijnen. Alles moet uit de grond, tegels moeten weg, bomen gekapt, huisjes afgebroken. De gemeente heeft dwars door het tuintjescomplex een lijn getrokken die aangeeft wat er voor 1 januari 2005 wegmoet en wat voor 1 augustus. Daarna is het complex ongeveer gehalveerd.

Het is dinsdagmorgen ver in oktober en dat betekent dat het niet druk is op het tuintjescomplex als Kunz laat zien wat er allemaal weg moet. “Dat huisje staat er pas een jaar”, zegt hij wijzend naar een klein houtkleurig bungalowtje. “Hartstikke zonde.”

Kunz kent bijna iedereen op het complex bij naam. En hij kent hun verhalen. Zoals de vrouw die in korte tijd haar man, haar dochter en nu ook nog haar tuin kwijt is. Kunz’ eigen vrouw is ook aangeslagen door het nieuws dat de tuin weg moet. “Ze werkt sinds 1 september niet meer en wilde net meer tijd gaan steken in de bloemenperken. Nu moeten we maar zien of dat nog kan.”

Kunz is samen met zijn overbuurvrouw op het tuintjescomplex, Hennie van Workum (69), al langs geweest bij de andere volkstuintjesvereniging in Delft, Levenslust. “Ik sta daar nu op een wachtlijst. Als ik niet snel iets hoor, moet ik mijn kas wegdoen, want waar moet ik hem laten?”

Ook Van Workum heeft nog geen idee wat ze met haar spullen aanmoet. De fik erin, grapt Kunz, maar haar huisje bestaat daarvoor uit veel te goed hout, vindt Van Workum. Ze is erg verdrietig dat ze weg moet. “Ik ben weduwe en heb hier mijn aanspraak en vertier.”

Saskia Bonger

Voor eind 2004 moet hij de kleine kas voor zijn tomaten, de bloemenperkjes van zijn vrouw, de rijen onbespoten prei, witlof en snijbiet allemaal hebben opgeruimd. Zijn tuintje en tachtig andere moeten plaatsmaken voor de aanleg van tramlijn 19, die ter hoogte van het tuintjescomplex een keerlus moet maken.



Kunz laat zijn tuintje, dat er nu herfstig bijstaat, trots zien. Twintig jaar lang ging hij hier elke avond heen om groente op te halen voor het avondmaal. “Toen de kinderen nog thuis waren, moest de vriezer altijd vol zijn. Nu krijgen we het niet allemaal op. Ik geef veel weg”, zegt hij, terwijl hij een spitskool ontdoet van zijn bruine jasje en in een zak stopt.



Kunz werkt al vanaf zijn zestiende bij de TU en was meteen enthousiast toen de universiteit in 1972 grond beschikbaar stelde voor volkstuintjes. Hij kwam eerst op een wachtlijst, maar al snel kreeg hij een mooi stukje grond, vlakbij de ingang en vlakbij de toiletten. Een prima plek, vond hij.



Maar die plek is nu wat minder gelukkig, want Kunz’ tuintje hoort bij de eerste lichting die moet verdwijnen. Alles moet uit de grond, tegels moeten weg, bomen gekapt, huisjes afgebroken. De gemeente heeft dwars door het tuintjescomplex een lijn getrokken die aangeeft wat er voor 1 januari 2005 wegmoet en wat voor 1 augustus. Daarna is het complex ongeveer gehalveerd.



Het is dinsdagmorgen ver in oktober en dat betekent dat het niet druk is op het tuintjescomplex als Kunz laat zien wat er allemaal weg moet. “Dat huisje staat er pas een jaar”, zegt hij wijzend naar een klein houtkleurig bungalowtje. “Hartstikke zonde.”



Kunz kent bijna iedereen op het complex bij naam. En hij kent hun verhalen. Zoals de vrouw die in korte tijd haar man, haar dochter en nu ook nog haar tuin kwijt is. Kunz’ eigen vrouw is ook aangeslagen door het nieuws dat de tuin weg moet. “Ze werkt sinds 1 september niet meer en wilde net meer tijd gaan steken in de bloemenperken. Nu moeten we maar zien of dat nog kan.”



Kunz is samen met zijn overbuurvrouw op het tuintjescomplex, Hennie van Workum (69), al langs geweest bij de andere volkstuintjesvereniging in Delft, Levenslust. “Ik sta daar nu op een wachtlijst. Als ik niet snel iets hoor, moet ik mijn kas wegdoen, want waar moet ik hem laten?”



Ook Van Workum heeft nog geen idee wat ze met haar spullen aanmoet. De fik erin, grapt Kunz, maar haar huisje bestaat daarvoor uit veel te goed hout, vindt Van Workum. Ze is erg verdrietig dat ze weg moet. “Ik ben weduwe en heb hier mijn aanspraak en vertier.”



Saskia Bonger


 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.