Campus

‘François Guyon’ moet een soort ‘Amadeus’ worden

De opera die Krashna Musika gaat uitvoeren ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Delft nadert zijn voltooiing. Sinds enkele weken verkoopt uitgeverij Donemus de complete partituur van ‘François Guyon’, de kaartverkoop draait op volle toeren, de eerste repetities zijn gehouden en het model van het decor is af.

br />

Figuur 1 Schaalmodel van het decor

,,Twee jaar geleden heb ik de eerste scènes op papier gezet”, aldus librettist Ruud van Megen. ,,Ik had me eerst enige maanden verdiept in het leven van Willem van Oranje, die als onderwerp van de opera gekozen was. Eigenlijk bleek al snel dat de persoon Willem van Oranje niet zo geschikt was als onderwerp. Een opera moet namelijk drama hebben, en een basisconflict net als een film of toneelstuk.”

Volgens Van Megen is de politieke overtuiging van Willem van Oranje evenmin geschikt voor drama. ,,Het enige dramatische aan hem is zijn levenseinde.” Van Megen vond een ander gegeven: ,,Balthasar Gerards, wiens Franse pseudoniem François Guyon is, was dé vondst. Zijn fascinatie was Willem van Oranje. Vergelijk het met de film over Mozart, waar de componist weggezet wordt door iemand die compleet door hem gefascineerd is.”

,,Het conflict is godsdienstig”, aldus Van Megen. ,,Het gaat om een conflict waarin door desinformatie de dood over iemand afgeroepen wordt. Op het moment dat ik de opera schreef, speelde het conflict in Rwanda waar de propaganda bestond uit een radiostem die mensen opriep om elkaar met een kapmes te lijf te gaan. Waarom doen mensen dat?”

Van Megen legt vervolgens uit hoe het verhaal in elkaar zit. ,,Eigenlijk kun je het nog het best vergelijken met een klassiek toneelstuk. Je introduceert de personages, en langzaam komt het verhaal tot een climax. In de eerste scène zie je wat voor persoon Balthasar Gerards is, in de tweede zie je dat de Spanjaarden de godsdienstfanaat eigenlijk niet vertrouwen. Dan reist hij naar Delft, en dan ontvouwt het verhaal zich tot zijn eigen executie.”
Spanning

Van huis uit is Van Megen geen librettist. ,,Ik heb eerder afleveringen geschreven voor ‘Pleidooi’ en ‘Twaalf steden, dertien ongelukken’ en diverse toneelstukken. Als een soort ezelsbruggetje heb ik bij de teksten die ik wilde schrijven een stukje muziek van Mozart in gedachten gehouden. Daarvan gebruikte ik het metrum en het rijm, zodat het goed op muziek te zetten is.”

,,Ik ben heel benieuwd hoe het libretto overeind blijft in de uiteindelijke versie. Bij een toneelstuk merk je tijdens de uitvoering pas hoe het allemaal werkt. Bij een opera blijkt de muziek een grote invloed te hebben op bijvoorbeeld de spanning die je als publiek voelt. En dan blijkt dat de componist, Kees Olthuis, sommige scènes anders heeft getoonzet dan de bedoeling was. Een bepaald stuk was volgens mij bijvoorbeeld veel te kort om het effect over te brengen. Maar de muziek ligt al vast en is al gedrukt. Na overleg hebben we toen in demuziek herhalingsstrepen gezet om een stukje twee keer te doen.”

Ook voor de componist is spanning een belangrijk gegeven, bleek eerder op de operapresentatie. Kees Olthuis: ,,De opera moet vooral ook verstaanbaar zijn. Dat is met zang niet altijd haalbaar, maar het gaat hier om een Nederlandse opera.” De componist pleit voor een elektronische boventiteling in het theater. Zijn betrokkenheid blijkt uit zijn veelvuldige aanwezigheid op repetities. En hij is zeker niet passief aanwezig. Op de repetities laat hij duidelijk horen wat hij bedoelde met de muziek, en corrigeert bijvoorbeeld het koor waar nodig.


Figuur 2 Orkestrepetitie van Krashna Musika

Leo Rijkaart, dirigent van het koor, doet hiervoor een stapje opzij. ,,Uiteindelijk sta ik niet voor het koor tijdens de uitvoering. Maar je bent toch verantwoordelijk. Het is zeker een hooggegrepen project, maar dat is een stuk als Mahler’s tweede symfonie ook.”

Voor het koor is het de eerste keer dat het een opera doet. Rijkaart: ,,Dat brengt ook nieuwe problemen met zich mee, het koor moet de muziek uit het hoofd kennen. Dat betekent dat ze veel meer de muziek moeten begrijpen, dat ze het totaalbeeld goed kennen en zich veel bewuster moeten zijn van de partituur. Gelukkig is het goed geschreven muziek, vol pit, theatraal. Het is zeker geen concertstuk.”
Passie

Ook een uitdaging voor het koor is het acteren. Daarom repeteert het koor nu twee keer in de week in plaats van de gebruikelijke één keer. Een regisseur is hiervoor actief samen met een dansdocent. Dansvakdocent Kitty Oonk vertelt: ,,Het moeilijkste is om de beweging in woorden over te brengen op het koor. Na vier jaar opleiding ben je daar nog niet mee klaar. En deze mensen moeten nog leren hoe ze op toneel moeten staan. Je ziet al snel dat mensen geforceerd gaan lopen, met gestrekte knieën of zo.”

,,Gelukkig is de groep erg enthousiast. Wat ik wel merk is dat ik op een vrij fysieke opleiding gezeten heb. Het zijn toch allemaal mensen die achter een bureau zitten. Elkaar aanraken en met elkaar bezig zijn is niet iets wat bij hun dagelijkse ervaring hoort.”

Na een conflict met de vorige regisseur is tegen kerst een nieuwe regisseur ingehuurd. Jehan-François Boucher heeft al een lange geschiedenis achter de rug in de operamuziek. ,,Ik heb altijd al min of meer twee passies gehad, muziek en acteren. In Canada ben ik begonnen met een opleiding clavecimbel, en daarbij ben ik terecht gekomen in het theater toen ze een acteur zochten met muzikale kwaliteiten.”

,,Het koor is een soort tussenpersoon tussen het verhaal en het publiek, zoals in de Griekse tragedies. Het zijn de dronkaards, soldaten, hemelse engelen, Spanjaarden, wasvrouwen. Het koor moet iedere keer omschakelen. Omdat het zo’n grote groep is, is het handig om Kitty erbij te hebben, als een extra stel ogen.”

Boucher heeft een duidelijk ideaalbeeld van de opera. ,,Ik wil geloofwaardige personages wegzetten, zeg maar naturel. Het is een opera met historische gegevens, maar die kun je niet allemaal laten zien. In ‘Amadeus’ kon je ook niet alle muziekvan Mozart laten horen.”

Paul Rutten

,

De opera die Krashna Musika gaat uitvoeren ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Delft nadert zijn voltooiing. Sinds enkele weken verkoopt uitgeverij Donemus de complete partituur van ‘François Guyon’, de kaartverkoop draait op volle toeren, de eerste repetities zijn gehouden en het model van het decor is af.


Figuur 1 Schaalmodel van het decor

,,Twee jaar geleden heb ik de eerste scènes op papier gezet”, aldus librettist Ruud van Megen. ,,Ik had me eerst enige maanden verdiept in het leven van Willem van Oranje, die als onderwerp van de opera gekozen was. Eigenlijk bleek al snel dat de persoon Willem van Oranje niet zo geschikt was als onderwerp. Een opera moet namelijk drama hebben, en een basisconflict net als een film of toneelstuk.”

Volgens Van Megen is de politieke overtuiging van Willem van Oranje evenmin geschikt voor drama. ,,Het enige dramatische aan hem is zijn levenseinde.” Van Megen vond een ander gegeven: ,,Balthasar Gerards, wiens Franse pseudoniem François Guyon is, was dé vondst. Zijn fascinatie was Willem van Oranje. Vergelijk het met de film over Mozart, waar de componist weggezet wordt door iemand die compleet door hem gefascineerd is.”

,,Het conflict is godsdienstig”, aldus Van Megen. ,,Het gaat om een conflict waarin door desinformatie de dood over iemand afgeroepen wordt. Op het moment dat ik de opera schreef, speelde het conflict in Rwanda waar de propaganda bestond uit een radiostem die mensen opriep om elkaar met een kapmes te lijf te gaan. Waarom doen mensen dat?”

Van Megen legt vervolgens uit hoe het verhaal in elkaar zit. ,,Eigenlijk kun je het nog het best vergelijken met een klassiek toneelstuk. Je introduceert de personages, en langzaam komt het verhaal tot een climax. In de eerste scène zie je wat voor persoon Balthasar Gerards is, in de tweede zie je dat de Spanjaarden de godsdienstfanaat eigenlijk niet vertrouwen. Dan reist hij naar Delft, en dan ontvouwt het verhaal zich tot zijn eigen executie.”
Spanning

Van huis uit is Van Megen geen librettist. ,,Ik heb eerder afleveringen geschreven voor ‘Pleidooi’ en ‘Twaalf steden, dertien ongelukken’ en diverse toneelstukken. Als een soort ezelsbruggetje heb ik bij de teksten die ik wilde schrijven een stukje muziek van Mozart in gedachten gehouden. Daarvan gebruikte ik het metrum en het rijm, zodat het goed op muziek te zetten is.”

,,Ik ben heel benieuwd hoe het libretto overeind blijft in de uiteindelijke versie. Bij een toneelstuk merk je tijdens de uitvoering pas hoe het allemaal werkt. Bij een opera blijkt de muziek een grote invloed te hebben op bijvoorbeeld de spanning die je als publiek voelt. En dan blijkt dat de componist, Kees Olthuis, sommige scènes anders heeft getoonzet dan de bedoeling was. Een bepaald stuk was volgens mij bijvoorbeeld veel te kort om het effect over te brengen. Maar de muziek ligt al vast en is al gedrukt. Na overleg hebben we toen in demuziek herhalingsstrepen gezet om een stukje twee keer te doen.”

Ook voor de componist is spanning een belangrijk gegeven, bleek eerder op de operapresentatie. Kees Olthuis: ,,De opera moet vooral ook verstaanbaar zijn. Dat is met zang niet altijd haalbaar, maar het gaat hier om een Nederlandse opera.” De componist pleit voor een elektronische boventiteling in het theater. Zijn betrokkenheid blijkt uit zijn veelvuldige aanwezigheid op repetities. En hij is zeker niet passief aanwezig. Op de repetities laat hij duidelijk horen wat hij bedoelde met de muziek, en corrigeert bijvoorbeeld het koor waar nodig.


Figuur 2 Orkestrepetitie van Krashna Musika

Leo Rijkaart, dirigent van het koor, doet hiervoor een stapje opzij. ,,Uiteindelijk sta ik niet voor het koor tijdens de uitvoering. Maar je bent toch verantwoordelijk. Het is zeker een hooggegrepen project, maar dat is een stuk als Mahler’s tweede symfonie ook.”

Voor het koor is het de eerste keer dat het een opera doet. Rijkaart: ,,Dat brengt ook nieuwe problemen met zich mee, het koor moet de muziek uit het hoofd kennen. Dat betekent dat ze veel meer de muziek moeten begrijpen, dat ze het totaalbeeld goed kennen en zich veel bewuster moeten zijn van de partituur. Gelukkig is het goed geschreven muziek, vol pit, theatraal. Het is zeker geen concertstuk.”
Passie

Ook een uitdaging voor het koor is het acteren. Daarom repeteert het koor nu twee keer in de week in plaats van de gebruikelijke één keer. Een regisseur is hiervoor actief samen met een dansdocent. Dansvakdocent Kitty Oonk vertelt: ,,Het moeilijkste is om de beweging in woorden over te brengen op het koor. Na vier jaar opleiding ben je daar nog niet mee klaar. En deze mensen moeten nog leren hoe ze op toneel moeten staan. Je ziet al snel dat mensen geforceerd gaan lopen, met gestrekte knieën of zo.”

,,Gelukkig is de groep erg enthousiast. Wat ik wel merk is dat ik op een vrij fysieke opleiding gezeten heb. Het zijn toch allemaal mensen die achter een bureau zitten. Elkaar aanraken en met elkaar bezig zijn is niet iets wat bij hun dagelijkse ervaring hoort.”

Na een conflict met de vorige regisseur is tegen kerst een nieuwe regisseur ingehuurd. Jehan-François Boucher heeft al een lange geschiedenis achter de rug in de operamuziek. ,,Ik heb altijd al min of meer twee passies gehad, muziek en acteren. In Canada ben ik begonnen met een opleiding clavecimbel, en daarbij ben ik terecht gekomen in het theater toen ze een acteur zochten met muzikale kwaliteiten.”

,,Het koor is een soort tussenpersoon tussen het verhaal en het publiek, zoals in de Griekse tragedies. Het zijn de dronkaards, soldaten, hemelse engelen, Spanjaarden, wasvrouwen. Het koor moet iedere keer omschakelen. Omdat het zo’n grote groep is, is het handig om Kitty erbij te hebben, als een extra stel ogen.”

Boucher heeft een duidelijk ideaalbeeld van de opera. ,,Ik wil geloofwaardige personages wegzetten, zeg maar naturel. Het is een opera met historische gegevens, maar die kun je niet allemaal laten zien. In ‘Amadeus’ kon je ook niet alle muziekvan Mozart laten horen.”

Paul Rutten

De opera die Krashna Musika gaat uitvoeren ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Delft nadert zijn voltooiing. Sinds enkele weken verkoopt uitgeverij Donemus de complete partituur van ‘François Guyon’, de kaartverkoop draait op volle toeren, de eerste repetities zijn gehouden en het model van het decor is af.


Figuur 1 Schaalmodel van het decor

,,Twee jaar geleden heb ik de eerste scènes op papier gezet”, aldus librettist Ruud van Megen. ,,Ik had me eerst enige maanden verdiept in het leven van Willem van Oranje, die als onderwerp van de opera gekozen was. Eigenlijk bleek al snel dat de persoon Willem van Oranje niet zo geschikt was als onderwerp. Een opera moet namelijk drama hebben, en een basisconflict net als een film of toneelstuk.”

Volgens Van Megen is de politieke overtuiging van Willem van Oranje evenmin geschikt voor drama. ,,Het enige dramatische aan hem is zijn levenseinde.” Van Megen vond een ander gegeven: ,,Balthasar Gerards, wiens Franse pseudoniem François Guyon is, was dé vondst. Zijn fascinatie was Willem van Oranje. Vergelijk het met de film over Mozart, waar de componist weggezet wordt door iemand die compleet door hem gefascineerd is.”

,,Het conflict is godsdienstig”, aldus Van Megen. ,,Het gaat om een conflict waarin door desinformatie de dood over iemand afgeroepen wordt. Op het moment dat ik de opera schreef, speelde het conflict in Rwanda waar de propaganda bestond uit een radiostem die mensen opriep om elkaar met een kapmes te lijf te gaan. Waarom doen mensen dat?”

Van Megen legt vervolgens uit hoe het verhaal in elkaar zit. ,,Eigenlijk kun je het nog het best vergelijken met een klassiek toneelstuk. Je introduceert de personages, en langzaam komt het verhaal tot een climax. In de eerste scène zie je wat voor persoon Balthasar Gerards is, in de tweede zie je dat de Spanjaarden de godsdienstfanaat eigenlijk niet vertrouwen. Dan reist hij naar Delft, en dan ontvouwt het verhaal zich tot zijn eigen executie.”
Spanning

Van huis uit is Van Megen geen librettist. ,,Ik heb eerder afleveringen geschreven voor ‘Pleidooi’ en ‘Twaalf steden, dertien ongelukken’ en diverse toneelstukken. Als een soort ezelsbruggetje heb ik bij de teksten die ik wilde schrijven een stukje muziek van Mozart in gedachten gehouden. Daarvan gebruikte ik het metrum en het rijm, zodat het goed op muziek te zetten is.”

,,Ik ben heel benieuwd hoe het libretto overeind blijft in de uiteindelijke versie. Bij een toneelstuk merk je tijdens de uitvoering pas hoe het allemaal werkt. Bij een opera blijkt de muziek een grote invloed te hebben op bijvoorbeeld de spanning die je als publiek voelt. En dan blijkt dat de componist, Kees Olthuis, sommige scènes anders heeft getoonzet dan de bedoeling was. Een bepaald stuk was volgens mij bijvoorbeeld veel te kort om het effect over te brengen. Maar de muziek ligt al vast en is al gedrukt. Na overleg hebben we toen in demuziek herhalingsstrepen gezet om een stukje twee keer te doen.”

Ook voor de componist is spanning een belangrijk gegeven, bleek eerder op de operapresentatie. Kees Olthuis: ,,De opera moet vooral ook verstaanbaar zijn. Dat is met zang niet altijd haalbaar, maar het gaat hier om een Nederlandse opera.” De componist pleit voor een elektronische boventiteling in het theater. Zijn betrokkenheid blijkt uit zijn veelvuldige aanwezigheid op repetities. En hij is zeker niet passief aanwezig. Op de repetities laat hij duidelijk horen wat hij bedoelde met de muziek, en corrigeert bijvoorbeeld het koor waar nodig.


Figuur 2 Orkestrepetitie van Krashna Musika

Leo Rijkaart, dirigent van het koor, doet hiervoor een stapje opzij. ,,Uiteindelijk sta ik niet voor het koor tijdens de uitvoering. Maar je bent toch verantwoordelijk. Het is zeker een hooggegrepen project, maar dat is een stuk als Mahler’s tweede symfonie ook.”

Voor het koor is het de eerste keer dat het een opera doet. Rijkaart: ,,Dat brengt ook nieuwe problemen met zich mee, het koor moet de muziek uit het hoofd kennen. Dat betekent dat ze veel meer de muziek moeten begrijpen, dat ze het totaalbeeld goed kennen en zich veel bewuster moeten zijn van de partituur. Gelukkig is het goed geschreven muziek, vol pit, theatraal. Het is zeker geen concertstuk.”
Passie

Ook een uitdaging voor het koor is het acteren. Daarom repeteert het koor nu twee keer in de week in plaats van de gebruikelijke één keer. Een regisseur is hiervoor actief samen met een dansdocent. Dansvakdocent Kitty Oonk vertelt: ,,Het moeilijkste is om de beweging in woorden over te brengen op het koor. Na vier jaar opleiding ben je daar nog niet mee klaar. En deze mensen moeten nog leren hoe ze op toneel moeten staan. Je ziet al snel dat mensen geforceerd gaan lopen, met gestrekte knieën of zo.”

,,Gelukkig is de groep erg enthousiast. Wat ik wel merk is dat ik op een vrij fysieke opleiding gezeten heb. Het zijn toch allemaal mensen die achter een bureau zitten. Elkaar aanraken en met elkaar bezig zijn is niet iets wat bij hun dagelijkse ervaring hoort.”

Na een conflict met de vorige regisseur is tegen kerst een nieuwe regisseur ingehuurd. Jehan-François Boucher heeft al een lange geschiedenis achter de rug in de operamuziek. ,,Ik heb altijd al min of meer twee passies gehad, muziek en acteren. In Canada ben ik begonnen met een opleiding clavecimbel, en daarbij ben ik terecht gekomen in het theater toen ze een acteur zochten met muzikale kwaliteiten.”

,,Het koor is een soort tussenpersoon tussen het verhaal en het publiek, zoals in de Griekse tragedies. Het zijn de dronkaards, soldaten, hemelse engelen, Spanjaarden, wasvrouwen. Het koor moet iedere keer omschakelen. Omdat het zo’n grote groep is, is het handig om Kitty erbij te hebben, als een extra stel ogen.”

Boucher heeft een duidelijk ideaalbeeld van de opera. ,,Ik wil geloofwaardige personages wegzetten, zeg maar naturel. Het is een opera met historische gegevens, maar die kun je niet allemaal laten zien. In ‘Amadeus’ kon je ook niet alle muziekvan Mozart laten horen.”

Paul Rutten

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.