Campus

Feuilleton

Druk (17)Greek gigoloSanja is voor de rest van het jaar geschorst en weet dit voor iedereen geheim te houden.

Ze is in Athene en gaat op bezoek bij haar frauderende Griekse ex-huisgenote.

Sanja overziet het slagveld: voor haar bord staat een grote schaal met salade, daarnaast verschillende kazen, een fles wijn, brood, een dampende schaal met iets wat op aardappelen lijkt en Zoë’s moeder komt aanzetten met een ovenschotel. Of deze mensen eten altijd alsof het feest is, of ze zijn gewoon erg blij haar te zien.

Onhandig. Want het was de bedoeling dat ze Zoë meteen zou doorzagen over de niet-betaalde telefoonrekening van duizenden guldens, en niet om aan een olympisch eetfestijn deel te nemen.

,,Wil je onze ouzo proberen?”, vraagt Zoë.

Sanja weet dat net te voorkomen. In plaats daarvan krijgt ze een glas wijn. De hele familie bestudeert iedere beweging die Sanja maakt. Niemand eet, dus Sanja wacht ook. Na een minuut op en neer glimlachen begrijpt ze dat zij als eerste geacht wordt een hap te nemen. Het ijs is gebroken, Sanja geniet van Grieks eten dat niets met eten bij de Griek in Nederland te maken heeft. Maar als haar eerste trek gestild is danst de gedachte weer rond: ‘Hoe kan ik Zoë op een niet al te beledigende manier confronteren met de telefoonrekening?’.

Gek genoeg is het Zoë die er zelf over begint: ,,Sanja, ik bedenk me dat het ontzettend handig is dat je nu hier bent. Ik ben in de haast om te vertrekken totaal vergeten om de telefoonrekening te betalen. Het geld had ik al in een envelop zitten. Ik zal het meteen even pakken, dan kunnen we op z’n Hollands meteen alles afhandelen. Als jij het dan thuis aan Evelien geeft, die rekent toch de telefoon uit?”

Sanja, die op alle mogelijke ellende en ruzie was voorbereid, leeft blij verrast op. Zoë verdwijnt uit beeld en komt dan terug met een originele gratis Giro-envelop. ‘Phone for House’ staat er op geschreven. Met een zwierig gebaar overhandigt de Griekse het geld: ,,Zo, nu heb ik al mijn schulden afbetaald”, lacht ze.

Sanja pakt de envelop aarzelend aan. Er zal toch niet ruim vierduizend gulden in zitten?

,,Kijk er maar in hoor”, dringt Zoë aan. ,,Hollanders zijn de schattigste mensen op aarde, zolang je je geldzaken netjes afhandelt”, verklapt de Griekse aan haar ouders.

Sanja opent de envelop. Vijfenzeventig gulden. Ofwel vierduizend-tweehonderdvijfentwintig minder dan de telefoonrekening. Sanja kijkt Zoë vragend aan.

,,Oké, het is eigenlijk te veel, maar laat die gulden maar zitten”, lacht Zoë onschuldig. Sanja verslikt zich bijna in het stuk vlees. Haar gastmoeder komt uiteraard aangesneld met een glas water.

,,Sanja, waar is jouw moeder trouwens?”

Ze kijkt op haar horloge: ,,Bijna vergeten. Die zit op een terrasje te wachten. Ik had er eigenlijk al moeten zijn”, zegt Sanja, zich inmiddels weer afvragend hoe ze dit in godsnaam op een nette manierkan oplossen. Het lijkt wel of haar normale doortastendheid op Schiphol is achtergebleven.

,,Waarom gaan we haar niet samen ophalen? Met mijn autootje is dat zo gebeurd.”

Schouder aan schouder in het minstens twintig jaar oude Fiatje racend door de straten van Athene. Voor een stoplicht wachtend vraagt Sanja: ,,Je bent zeker wel blij om weer thuis te zijn? Kun je je vriend weer vaker zien.”

Zoë kijkt vragend over de rand van haar zonnebril opzij: ,,Hoezo? Ik heb helemaal geen vriendje.”

,,Ik dacht dat je vriend in Thessaloniki woonde?”, aarzelt Sanja.

Het licht springt via oranje op groen en Zoë brengt de Fiat ratelend in beweging. Ze lijkt Sanja’s vraag niet gehoord te hebben.

,,Wacht, hier verderop is het terras waar mijn moeder zit.” Sanja tuurt langs de stoelen. ,,Ze heeft een witte lange rok en een soort safariblouse aan.”

Zoë stopt het geelbruin-bejaarde voertuig naast het trottoir. ,,Heeft je vader soms een snor?”

,,Waar heb je het over? Mijn vader is drie jaar geleden”, begint Sanja. Maar dan ziet ze het ook. Daar zit haar moeder. Samen met een besnorde man. ,,Who the fuck?”

Zoë schatert: ,,Ik denk dat je moeder je niet echt gemist heeft. Zie je wel dat Griekse mannen de beste zijn.”

,,Verdomme, waar slaat dat op. Trouwens, ik vroeg je net wat: Als je geen vriend in Thessaloniki hebt, waarom heb je er dan voor weet-ik-niet-hoeveel geld naartoe zitten bellen?” Sanja is echt kwaad, Zoë verbijsterd. Terwijl ze agressief de handrem aantrekt roept ze: ,,IK naar Thessaloniki gebeld? Wat heeft zij lopen rondouwehoeren? Dat was Evelien. Háár vriendje woont in Thessaloniki.”

Druk (17)


Greek gigolo

Sanja is voor de rest van het jaar geschorst en weet dit voor iedereen geheim te houden. Ze is in Athene en gaat op bezoek bij haar frauderende Griekse ex-huisgenote.

Sanja overziet het slagveld: voor haar bord staat een grote schaal met salade, daarnaast verschillende kazen, een fles wijn, brood, een dampende schaal met iets wat op aardappelen lijkt en Zoë’s moeder komt aanzetten met een ovenschotel. Of deze mensen eten altijd alsof het feest is, of ze zijn gewoon erg blij haar te zien.

Onhandig. Want het was de bedoeling dat ze Zoë meteen zou doorzagen over de niet-betaalde telefoonrekening van duizenden guldens, en niet om aan een olympisch eetfestijn deel te nemen.

,,Wil je onze ouzo proberen?”, vraagt Zoë.

Sanja weet dat net te voorkomen. In plaats daarvan krijgt ze een glas wijn. De hele familie bestudeert iedere beweging die Sanja maakt. Niemand eet, dus Sanja wacht ook. Na een minuut op en neer glimlachen begrijpt ze dat zij als eerste geacht wordt een hap te nemen. Het ijs is gebroken, Sanja geniet van Grieks eten dat niets met eten bij de Griek in Nederland te maken heeft. Maar als haar eerste trek gestild is danst de gedachte weer rond: ‘Hoe kan ik Zoë op een niet al te beledigende manier confronteren met de telefoonrekening?’.

Gek genoeg is het Zoë die er zelf over begint: ,,Sanja, ik bedenk me dat het ontzettend handig is dat je nu hier bent. Ik ben in de haast om te vertrekken totaal vergeten om de telefoonrekening te betalen. Het geld had ik al in een envelop zitten. Ik zal het meteen even pakken, dan kunnen we op z’n Hollands meteen alles afhandelen. Als jij het dan thuis aan Evelien geeft, die rekent toch de telefoon uit?”

Sanja, die op alle mogelijke ellende en ruzie was voorbereid, leeft blij verrast op. Zoë verdwijnt uit beeld en komt dan terug met een originele gratis Giro-envelop. ‘Phone for House’ staat er op geschreven. Met een zwierig gebaar overhandigt de Griekse het geld: ,,Zo, nu heb ik al mijn schulden afbetaald”, lacht ze.

Sanja pakt de envelop aarzelend aan. Er zal toch niet ruim vierduizend gulden in zitten?

,,Kijk er maar in hoor”, dringt Zoë aan. ,,Hollanders zijn de schattigste mensen op aarde, zolang je je geldzaken netjes afhandelt”, verklapt de Griekse aan haar ouders.

Sanja opent de envelop. Vijfenzeventig gulden. Ofwel vierduizend-tweehonderdvijfentwintig minder dan de telefoonrekening. Sanja kijkt Zoë vragend aan.

,,Oké, het is eigenlijk te veel, maar laat die gulden maar zitten”, lacht Zoë onschuldig. Sanja verslikt zich bijna in het stuk vlees. Haar gastmoeder komt uiteraard aangesneld met een glas water.

,,Sanja, waar is jouw moeder trouwens?”

Ze kijkt op haar horloge: ,,Bijna vergeten. Die zit op een terrasje te wachten. Ik had er eigenlijk al moeten zijn”, zegt Sanja, zich inmiddels weer afvragend hoe ze dit in godsnaam op een nette manierkan oplossen. Het lijkt wel of haar normale doortastendheid op Schiphol is achtergebleven.

,,Waarom gaan we haar niet samen ophalen? Met mijn autootje is dat zo gebeurd.”

Schouder aan schouder in het minstens twintig jaar oude Fiatje racend door de straten van Athene. Voor een stoplicht wachtend vraagt Sanja: ,,Je bent zeker wel blij om weer thuis te zijn? Kun je je vriend weer vaker zien.”

Zoë kijkt vragend over de rand van haar zonnebril opzij: ,,Hoezo? Ik heb helemaal geen vriendje.”

,,Ik dacht dat je vriend in Thessaloniki woonde?”, aarzelt Sanja.

Het licht springt via oranje op groen en Zoë brengt de Fiat ratelend in beweging. Ze lijkt Sanja’s vraag niet gehoord te hebben.

,,Wacht, hier verderop is het terras waar mijn moeder zit.” Sanja tuurt langs de stoelen. ,,Ze heeft een witte lange rok en een soort safariblouse aan.”

Zoë stopt het geelbruin-bejaarde voertuig naast het trottoir. ,,Heeft je vader soms een snor?”

,,Waar heb je het over? Mijn vader is drie jaar geleden”, begint Sanja. Maar dan ziet ze het ook. Daar zit haar moeder. Samen met een besnorde man. ,,Who the fuck?”

Zoë schatert: ,,Ik denk dat je moeder je niet echt gemist heeft. Zie je wel dat Griekse mannen de beste zijn.”

,,Verdomme, waar slaat dat op. Trouwens, ik vroeg je net wat: Als je geen vriend in Thessaloniki hebt, waarom heb je er dan voor weet-ik-niet-hoeveel geld naartoe zitten bellen?” Sanja is echt kwaad, Zoë verbijsterd. Terwijl ze agressief de handrem aantrekt roept ze: ,,IK naar Thessaloniki gebeld? Wat heeft zij lopen rondouwehoeren? Dat was Evelien. Háár vriendje woont in Thessaloniki.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.