Campus

Enzymen testen

Witte jassen, ondefinieerbare gel in reageerkolven, veiligheidsbrillen en elektroden – het tweedejaars practicum biotechnologie in het Kluyverlaboratorium voldoet helemaal aan de verwachtingen.

Dit zijn chemisch technologen in de dop; hier worden spannende proefjes gedaan. Hier wordt een enzym getest.

De zes koppels studenten in het laboratorium blijven er nuchter onder. Ingespannen zijn ze bezig met hun installaties: grote ‘reageerbuiskolven’ met aan alle kanten in- en uitgaande slangen waar een bruine smurrie met bolletjes in zit, afgedekt met een stukje schuurspons. ,,De bolletjes bestaan voor negentig procent uit het enzym innulase”, legt practicant Rachid uit, ,,dat zet sucrose om in glucose en fructose.” De sucrose in kwestie blijkt uit de Makro gehaalde witte suiker. En nadat het enzym (‘eigenlijk gewoon een biologische katalysator’) zijn werk heeft gedaan is het eindproduct zoeter dan de oorspronkelijke suiker zelf.

,,Je kunt je wel voorstellen dat de voedingsindustrie blij is met dit enzym”, aldus practicumleider dr.ir. B.H.A. van Kleeff. ,,Zo kunnen ze met minder suiker dezelfde smaak creëren. En dan diet-coke op het etiket zetten.”

De voedingsindustrie kan vanochtend echter nog niet blij gemaakt worden. De suiker wordt pas volgende week aan het enzym toegevoegd, als alle eigenschappen van dat eiwit gemeten zijn. De meting lijkt niet zo moeilijk: studenten gooien een tracer, een felgroen fluorescerende zoutoplossing door de gel in de reageerbuis. Met twee elektroden die aan de reageerbuis zijn bevestigd, kan gemeten worden hoe snel de tracer door de enzymoplossing loopt. Op het aan de elektroden verbonden computerscherm is te zien wanneer de vloeistof passeert. Bij het voorbijgaan van de eerste sensor verschijnt een hoge piek, bij de tweede elektrode een smalle lage piek.

Rachid en partner Erik hebben afgelopen week hun installatie helemaal opgebouwd en nu zijn ze bezig de tracer door de reageerbuis te spoelen. Nu blijkt ook het nut van het schuursponsje: dat zorgt ervoor dat de opgegoten vloeistof zo gelijkmatig mogelijk wordt verdeeld.

,,De tweede piek komt niet”, roepen de twee halverwege de ochtend vertwijfeld. De tweede elektrode blijkt helemaal niet op de tracer te reageren. Vervelend, nu moet de proef over. De groene zoutoplossing moet helemaal uit de enzymoplossing gespoeld worden met – gedemineraliseerd – water en daarna moet er een verse lading door de reageerbuis.

Collega Folkert weet er alles van. Hij is al voor de derde keer bezig de tracer door zijn reageerkolf te gieten. ,,Ja, dat kost me dus anderhalf uur extra”, zegt hij niet erg uit het veld geslagen. Het probleem: de computer weigerde zijn mooie grafiekjes op te slaan. Zijn buren hebben het tijdelijk opgegeven en zijn in de kantine koffie gaan drinken. Bij hen weigerden zowel de elektroden als de computer. ,,Daar is het een practicum voor, hè”, merkt Folkert nog filosofisch op.

Het tweetal Erkan en Hanno ervaart dit aan den lijve. Zehebben een fikse achterstand opgebouwd omdat hun reageerbuis vol met zuurstofbelletjes zit. ,,We hebben eerst het droge enzym in de kolf gedaan en toen pas de oplossing erbij gegoten”, verklaart Erkan. ,,Nu zit er zuurstof in de oplossing.” Dat betekent net zolang roeren tot de bellen weer uit de enzymsubstantie verdwenen zijn. Hanno roert zo fanatiek dat de vloeistof over de tafel heen vliegt.

De twee boffen niet. Omdat de zoutoplossing al in hun reageerbuis zat moeten ze die ook eerst uitspoelen met water. Als de zuurstof tenslotte verdwenen is, kunnen ze opnieuw aan de proef beginnen. Maar hun zelf gecreëerde noodlot slaat opnieuw toe: één elektrode blijkt niet goed bevestigd en de meting mislukt. Aan het eind van de ochtend zijn ze weer terug bij af. Enigszins jaloers kijken ze naar de buren: die hebben mooie grafiekjes en zijn als eerste van de ploeg klaar met de proef. Maar alle andere koppels zijn minder vlug en kampen met insensitieve elektroden.

,,In theorie is het allemaal best makkelijk, maar als je zelf bezig bent valt het practicum toch nog tegen”, beaamt student-assistent Marjon. Om dat te benadrukken laat haar collega Peter een blaadje onaantrekkelijke vloeistofmechanica-formules zien waarmee de practicanten na afloop aan het rekenen moeten slaan. De aantrekkingskracht voor het enzym zou er door gaan verbleken.

Witte jassen, ondefinieerbare gel in reageerkolven, veiligheidsbrillen en elektroden – het tweedejaars practicum biotechnologie in het Kluyverlaboratorium voldoet helemaal aan de verwachtingen. Dit zijn chemisch technologen in de dop; hier worden spannende proefjes gedaan. Hier wordt een enzym getest.

De zes koppels studenten in het laboratorium blijven er nuchter onder. Ingespannen zijn ze bezig met hun installaties: grote ‘reageerbuiskolven’ met aan alle kanten in- en uitgaande slangen waar een bruine smurrie met bolletjes in zit, afgedekt met een stukje schuurspons. ,,De bolletjes bestaan voor negentig procent uit het enzym innulase”, legt practicant Rachid uit, ,,dat zet sucrose om in glucose en fructose.” De sucrose in kwestie blijkt uit de Makro gehaalde witte suiker. En nadat het enzym (‘eigenlijk gewoon een biologische katalysator’) zijn werk heeft gedaan is het eindproduct zoeter dan de oorspronkelijke suiker zelf.

,,Je kunt je wel voorstellen dat de voedingsindustrie blij is met dit enzym”, aldus practicumleider dr.ir. B.H.A. van Kleeff. ,,Zo kunnen ze met minder suiker dezelfde smaak creëren. En dan diet-coke op het etiket zetten.”

De voedingsindustrie kan vanochtend echter nog niet blij gemaakt worden. De suiker wordt pas volgende week aan het enzym toegevoegd, als alle eigenschappen van dat eiwit gemeten zijn. De meting lijkt niet zo moeilijk: studenten gooien een tracer, een felgroen fluorescerende zoutoplossing door de gel in de reageerbuis. Met twee elektroden die aan de reageerbuis zijn bevestigd, kan gemeten worden hoe snel de tracer door de enzymoplossing loopt. Op het aan de elektroden verbonden computerscherm is te zien wanneer de vloeistof passeert. Bij het voorbijgaan van de eerste sensor verschijnt een hoge piek, bij de tweede elektrode een smalle lage piek.

Rachid en partner Erik hebben afgelopen week hun installatie helemaal opgebouwd en nu zijn ze bezig de tracer door de reageerbuis te spoelen. Nu blijkt ook het nut van het schuursponsje: dat zorgt ervoor dat de opgegoten vloeistof zo gelijkmatig mogelijk wordt verdeeld.

,,De tweede piek komt niet”, roepen de twee halverwege de ochtend vertwijfeld. De tweede elektrode blijkt helemaal niet op de tracer te reageren. Vervelend, nu moet de proef over. De groene zoutoplossing moet helemaal uit de enzymoplossing gespoeld worden met – gedemineraliseerd – water en daarna moet er een verse lading door de reageerbuis.

Collega Folkert weet er alles van. Hij is al voor de derde keer bezig de tracer door zijn reageerkolf te gieten. ,,Ja, dat kost me dus anderhalf uur extra”, zegt hij niet erg uit het veld geslagen. Het probleem: de computer weigerde zijn mooie grafiekjes op te slaan. Zijn buren hebben het tijdelijk opgegeven en zijn in de kantine koffie gaan drinken. Bij hen weigerden zowel de elektroden als de computer. ,,Daar is het een practicum voor, hè”, merkt Folkert nog filosofisch op.

Het tweetal Erkan en Hanno ervaart dit aan den lijve. Zehebben een fikse achterstand opgebouwd omdat hun reageerbuis vol met zuurstofbelletjes zit. ,,We hebben eerst het droge enzym in de kolf gedaan en toen pas de oplossing erbij gegoten”, verklaart Erkan. ,,Nu zit er zuurstof in de oplossing.” Dat betekent net zolang roeren tot de bellen weer uit de enzymsubstantie verdwenen zijn. Hanno roert zo fanatiek dat de vloeistof over de tafel heen vliegt.

De twee boffen niet. Omdat de zoutoplossing al in hun reageerbuis zat moeten ze die ook eerst uitspoelen met water. Als de zuurstof tenslotte verdwenen is, kunnen ze opnieuw aan de proef beginnen. Maar hun zelf gecreëerde noodlot slaat opnieuw toe: één elektrode blijkt niet goed bevestigd en de meting mislukt. Aan het eind van de ochtend zijn ze weer terug bij af. Enigszins jaloers kijken ze naar de buren: die hebben mooie grafiekjes en zijn als eerste van de ploeg klaar met de proef. Maar alle andere koppels zijn minder vlug en kampen met insensitieve elektroden.

,,In theorie is het allemaal best makkelijk, maar als je zelf bezig bent valt het practicum toch nog tegen”, beaamt student-assistent Marjon. Om dat te benadrukken laat haar collega Peter een blaadje onaantrekkelijke vloeistofmechanica-formules zien waarmee de practicanten na afloop aan het rekenen moeten slaan. De aantrekkingskracht voor het enzym zou er door gaan verbleken.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.