De tentoonstelling ‘Chairs, Tables, Lamps and Sets’ die in augustus in de TU Library stond, beleeft vanaf 6 september tot 9 oktober een tweede ronde in het Prinsenkwartier.
Het Prinsenkwartier wil een ontmoetingsplaats zijn voor ontwerp, techniek en kunst. Het deelt het pand onder anderen met techniek ontwikkelingspunt TOP en stadslab Maakbaar. De expositieruimte bevindt op de eerste verdieping en is gratis toegankelijk. Projectregisseur José Zeldenthuis zegt erover: “Kunst en techniek hebben veel met elkaar te maken. We zijn op zoek naar overlap en raakvlakken daartussen. Deze tentoonstelling past daar uitstekend bij.”
De tentoonstelling toont werk van studenten die zich hebben laten inspireren door exemplaren uit de stoelencollectie van de faculteit Bouwkunde. Studenten werden uitgenodigd ‘een dialoog aan te gaan’ met een stoel en op basis daarvan iets nieuws te ontwerpen: een lamp, een tafel of een ‘set’ (een hoekje van een interieur). De tentoonstelling toont stoelen uit de Erfgoedcollectie naast de lampen en (schaalmodellen van) tafels van studenten. Zij vertaalden als het ware het materiaal, de stijl, de vormtaal of de verbindingen van de stoel naar een eigen ontwerp.
Voor collectiebeheerder drs. Charlotte van Wijk (faculteit Bouwkunde) was de ontwerpopdracht een manier om de stoelencollectie nieuw leven in te blazen door stoelen in te zetten voor het onderwijs. Studenten bestudeerden klassiekers uit de Erfgoedcollectie grondig. Dankzij de tentoonstelling kregen bovendien de stoelen een breder publiek dan wanneer ze binnen BK-city waren gebleven.
Organisator en tentoonstellingsmaker ir. Marion Vredeling (TU Library) is altijd op zoek naar mogelijkheden om Erfgoed van de TU op afwisselende manieren voor het voetlicht te brengen. Eerder bedacht ze de wisselende opstelling met ‘Mystery Objects’ in de bibliotheek waar bezoekers werden uitgedaagd op te schrijven waar het raadselachtige toestel in de vitrine voor had gediend. Ook zoekt ze altijd passende boeken bij de voorwerpen om de aansluiting met de bibliotheek te versterken.
Veel mensen zien de wisselende tentoonstellingen in de centrale hal doordat de bibliotheek een enorme aantrekkingskracht uitoefent op studenten die op zoek zijn naar een werkplek met gratis internet en goede koffie. Het is een plek waar het publiek als vanzelf de tentoonstelling vindt zonder dat er geadverteerd voor hoeft te worden. Na maximaal twee maanden maakt een tentoonstelling plaats voor een volgende.
Vredeling is daarom erg blij met een tweede leven voor de tentoonstelling in het Prinsenkwartier, waar ander publiek komt dan in de bibliotheek. Zeldenthuis ziet naast studenten ook scholieren en in cultuur geïnteresseerde ouderen. Doordat er in het Prinsenkwartier meer plaats is, worden daar ook de interieurfragmenten of ‘sets’ tentoongesteld.
De samenwerking met het Prinsenkwartier is overigens niet uniek of exclusief, vertelt Vredeling. Eerder was er al een uitwisseling met MOTI (museum of the image) in Breda. Ook vindt er overleg plaats met Het Nieuwe Instituut in Rotterdam (het is de opvolger van het Nederlandse Architectuur instituut NAi dat zich nu ook richt op mode en design) wat volgens Vredeling bij het volgende Ifot technologiefestival te merken zal zijn. De trend is duidelijk: techniek trekt de stad in.
——————————————————————————
Twitter: @prinsenkwartier, @tudelftlibrary
FB: https://www.facebook.com/prinsenkwartier/
Comments are closed.