Campus

Eigenwijze groene jongeling

Duurzaamheid is onze beste kans om de planeet Aarde leefbaar te houden, zeggen velen. Helaas ligt duurzaam gedrag niet in de aard van de mens.

Alexander de Haan, docent/onderzoeker bij TBM en student sociale psychologie in Leiden, wil weten of je daar iets aan kunt doen.

Dinsdag geef je een lezing over duurzaamheidsdilemma’s. Wat zijn dat?

“Die vraag kan ik het beste met een bekend verhaaltje beantwoorden. Stel, je hebt een groot stuk weidegrond waarop tien boeren ieder een kudde van tien koeien laten grazen. Eén boer denkt: wat maakt het uit als ik mijn kudde met twee koeien uitbreid? Vervolgens gaat iedereen zijn kudde uitbreiden. De weidegrond wordt kaalgegraasd, en daarvan ondervindt elk individu in de groep groot nadeel.

Natuurlijk wil je dat de weidegrond zo lang mogelijk voor iedereen beschikbaar is. Maar kennelijk is de verleiding van het voordeel op korte termijn zo groot, dat je de nadelen op lange termijn vergeet.”

Niet zo slim.

“Nee. Maar als het om leuke dingen gaat, houden mensen niet van uitstellen. En als het om vervelende dingen gaat, doen ze juist niets liever. In de psychologie wordt dat verschijnsel discounting genoemd. De opkomst van het afsluiten van leningen bij financiële dienstverleners is een mooi voorbeeld van discounting. Mensen weten ondanks de commercials heel goed dat die bedrijven dat geld niet gratis weggeven, maar laten zich door de lage afbetalingsom per maand verleiden. Dat je vaak uiteindelijk dubbel zo veel betaalt speelt blijkbaar op het keuzemoment geen rol.”

Waarom zitten we zo in elkaar?

“Dat weten we niet echt. Freud sprak ooit over het Id, een bak vol driften waar het superego geen greep op heeft. Maar dat is eerder een beschrijving dan een verklaring.”

Als het om duurzaamheid gaat verkiest een verrassend grote groep tóch voor het groepsbelang en de lange termijn.

“Dat is inderdaad intrigerend: bij experimenten in de sociale psychologie blijkt tot vijftig procent van de mensen niet aan discounting te doen bij duurzaamheidsdilemma’s. Men wil best nu offers brengen voor later.

Als je die experimenten analyseert, zie je dat die mensen sterk het idee hebben dat er bij die keuzes belangrijke morele principes in het geding zijn. Maar de vraag blijft waarom sommige mensen dat zo ervaren en anderen niet.”

Is het moeilijk voor mensen om zich aan hoogstaande normen over duurzaamheid te houden als hun omgeving dat niet doet?

“Daar ga ik in Leiden onderzoek naar doen: hoe houdt de eigen norm over duurzaam gedrag zich staande tegenover de norm van het groepsgedrag? Ik ben daar niet optimistisch over. En dan heb je een probleem: veel mensen kiezen pas voor goed gedrag als ze zien dat ‘iedereen’voor goed gedrag kiest. Catch 22.”

Knagende onzekerheid over het nut van je ‘goede’ gedrag lijkt ook een remmende factor. Misschien is het effect van je offers en inspanningen wel futiel.

“Het effect van zulke onzekerheden is dramatisch, blijkt uit experimenten. Mensen zijn dan al helemaal niet meer geneigd tot kiezen voor het groepsbelang. Bij kiezen voor eigenbelang weet je tenminste precies wat je te wachten staat. En het werpt ook nog eens lekker snel resultaten af.”

Dus kiezen voor eigenbelang is rationeel gedrag?

“Maar ten dele, vind ik. Als je ontevreden bent over zaken als milieuvervuiling, maar niks doet omdat je niet weet in hoeverre dat zal helpen, verandert er niks. Dat vind ik een beetje slap.”

Ga je tijdens de lezing je publiek met dit soort mechanismen confronteren?

“Ik ga nog een stapje verder. Ik wil laten zien hoe je in experimenten manipulaties kunt toepassen die maken dat mensen opeens wel het groepsbelang en de lange termijn voorop stellen. Binnen een groep een leider aanstellen, bijvoorbeeld. Vervolgens gaan we bekijken in hoeverre je zulke experimenten kunt vertalen naar de praktijk. Dan kan het om van alles gaan: van een ecowijk tot een overheidscampagne.”

Maar in het psychologielab gaat het om een beperkt aantal mensen: dan is het makkelijk om elementen als sociale controle en groepsidentiteit te introduceren.

“Natuurlijk is het moeilijk om die experimenten naar de realiteit te vertalen. Mijn begeleider van de sectie sociale psychologie raadt me ook voortdurend aan daar voorzichtig mee te zijn. Hij is buitengewoon slim en hij heeft volkomen gelijk, maar als eigenwijze groene jongeling probeer ik het toch.

Overigens lijkt het aanstellen van een sterke leider me in de praktijk geen goed idee. Mensen houden niet van dwang, en zullen in een democratie niet snel hun vrijheid vrijwillig inleveren.”

Inspelen op de emoties van de mensen dan maar?

“Dat stuit me dan persoonlijk weer een beetje tegen de borst. Ik heb ook een hekel aan inzamelingsacties die inzoomen op individueel leed, in plaats aandacht te vragen voor de structurele problemen die dat leed veroorzaken.”

Wat wil je met je lezing bereiken?

“Ik wil graag de technologische innovatie en de psychologie uit het lab sleuren, en met een groepje geïnteresseerden kijken wat je er mee kunt in de praktijk. In de luchtvaartsector, bijvoorbeeld.

Verder heb ik wel iets met duurzaamheid. Een evenwicht vinden tussen milieubelangen, economie en sociale rechtvaardigheid, dat voelt goed en verstandig.”

Uiteindelijk is duurzaamheid een gevoelsmatige keuze?

“Voor mij wel, tot nu toe. Je kunt met een aantal harde cijfers laten zien dat bepaalde zaken mis gaan in de wereld, maar ik heb niet een onomstotelijk bewijs dat duurzaamheid de oplossing is. Maar ik denk het wel.”

Moet je geen keihard bewijs hebben?

“Nee. Je kunt van geen enkel systeem met absolute zekerheid zeggen dat het werkt.”

Hoe duurzaam is je eigen manier van leven?

“Wat dat betreft wijk ik nauwelijks af van de gemiddelde Nederlander. Ik ben echt niet zo’n ‘consuminderaar’. Ik rijd bijvoorbeeld auto, zij het niet zo heel veel. Af en toe doe ik iets waarvan ik besef dat het groepsbelang er niet mee gediend is. Ik heb daar niet zoveel moeite mee.”

Waarom ben je niet strenger in de leer?

“Weet ik eigenlijk niet. Ik ben pragmatisch. Ik eet vlees, maar biologisch vlees. Ik ben tegen vliegreisjes naar de andere kant van de wereld om twee dagen te shoppen, maar ik wil best wel eens drie maanden in een ver land doorbrengen met mijn vrouw.”

Niet elke handeling op een duurzaamheidsweegschaaltje leggen: is dat een voorwaarde om duurzaam gedrag vol te kunnen houden?

“Je zou knettergek worden als je je bij alles moest afvragen of het nu duurzaam is of niet. En een groepje wijze mensen die de rest vertellen hoe het allemaal moet, daar worden mensen recalcitrant van. Ik ook.”

Goed, geen drammerigheid. Dan krijg je dus een béétje duurzaam gedrag. Is dat genoeg?

“Dat weet ik niet, maar ik vind het al heel wat. Het heeft tenminste groeipotentie. Mensen duurzaam gedrag door de strot rammen heeft geen zin.”

Jij hebt je bezig gehouden met duurzaamheid in vliegtuigbouw. Ben je niet bang dat mensen zeggen: ik hoef me geen zorgen te maken over mijn hoeveelheid vlieguren, ze zijn toch bezig vliegtuigen te ontwikkelen die geen aanslag meer vormen op het milieu?

“Dat risico bestaat, maar je hebt duurzame technologie hard nodig om een bepaalde speelruimte te creëren voor duurzaam gedrag. Stel dat je met minder brandstof de oceaan kunt overvliegen. Dat kan betekenen dat er meer mensen gaan vliegen: dan is het voordeel weer opgeheven. Maar het hoeft niet zo te gaan. Overheid, airliners, vliegtuigbouwers en tour operators kunnen ook tot afspraken proberen te komen. En de consument kan er voor kiezen om minder te vliegen. Het gaat om de combinatie van factoren.”

Tegenover elk vlammend betoog over het belang van duurzame ontwikkeling staat een sceptische visie die zaken als het broeikaseffect tot hype verklaart. Je kunt naar de waarheid gaan zoeken, maar waarschijnlijk ga je meer twijfelen, naarmate je dieper in het onderwerp duikt.

“Je hebt twee uitersten: zonder nadenken een besluit nemen en eindeloos informatie verzamelen zonder ooit tot een besluit te komen. De tussenweg is: over een aantal punten heel goed nadenken en dan een niet op volmaakte zekerheid berustende keuze te maken. Ik vraag me af of je meer kunt doen dan dat.”

Lezing ‘Duurzaamheidsdilemma’s’ door Alexander de Haan, dinsdag 13 april, 20:00 uur, De Waag.

www.osiris.tudelft.nl . .

WIE IS ALEXANDER DE HAAN?

Omdat hij meer over de factor ‘menselijk gedrag’ wilde weten dan in de opleiding luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan bod kwam, besloot Alexander de Haan elf jaar geleden om óók psychologie in Leiden te gaan studeren. Na een lang intermezzo heeft hij in 2003 de draad weer opgepakt: hij hoopt dit jaar af te studeren.

De Haan (32) heeft veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van duurzame ontwikkeling in de luchtvaartsector. Na zijn afstuderen bij L & R deed hij onder meer projecten voor Fokker-Stork. Sinds 1998 is hij als universitair docent in dienst bij TBM, de laatste jaren bij de sectie Beleidsanalyse.

Duurzaamheid is onze beste kans om de planeet Aarde leefbaar te houden, zeggen velen. Helaas ligt duurzaam gedrag niet in de aard van de mens. Alexander de Haan, docent/onderzoeker bij TBM en student sociale psychologie in Leiden, wil weten of je daar iets aan kunt doen.

Dinsdag geef je een lezing over duurzaamheidsdilemma’s. Wat zijn dat?

“Die vraag kan ik het beste met een bekend verhaaltje beantwoorden. Stel, je hebt een groot stuk weidegrond waarop tien boeren ieder een kudde van tien koeien laten grazen. Eén boer denkt: wat maakt het uit als ik mijn kudde met twee koeien uitbreid? Vervolgens gaat iedereen zijn kudde uitbreiden. De weidegrond wordt kaalgegraasd, en daarvan ondervindt elk individu in de groep groot nadeel.

Natuurlijk wil je dat de weidegrond zo lang mogelijk voor iedereen beschikbaar is. Maar kennelijk is de verleiding van het voordeel op korte termijn zo groot, dat je de nadelen op lange termijn vergeet.”

Niet zo slim.

“Nee. Maar als het om leuke dingen gaat, houden mensen niet van uitstellen. En als het om vervelende dingen gaat, doen ze juist niets liever. In de psychologie wordt dat verschijnsel discounting genoemd. De opkomst van het afsluiten van leningen bij financiële dienstverleners is een mooi voorbeeld van discounting. Mensen weten ondanks de commercials heel goed dat die bedrijven dat geld niet gratis weggeven, maar laten zich door de lage afbetalingsom per maand verleiden. Dat je vaak uiteindelijk dubbel zo veel betaalt speelt blijkbaar op het keuzemoment geen rol.”

Waarom zitten we zo in elkaar?

“Dat weten we niet echt. Freud sprak ooit over het Id, een bak vol driften waar het superego geen greep op heeft. Maar dat is eerder een beschrijving dan een verklaring.”

Als het om duurzaamheid gaat verkiest een verrassend grote groep tóch voor het groepsbelang en de lange termijn.

“Dat is inderdaad intrigerend: bij experimenten in de sociale psychologie blijkt tot vijftig procent van de mensen niet aan discounting te doen bij duurzaamheidsdilemma’s. Men wil best nu offers brengen voor later.

Als je die experimenten analyseert, zie je dat die mensen sterk het idee hebben dat er bij die keuzes belangrijke morele principes in het geding zijn. Maar de vraag blijft waarom sommige mensen dat zo ervaren en anderen niet.”

Is het moeilijk voor mensen om zich aan hoogstaande normen over duurzaamheid te houden als hun omgeving dat niet doet?

“Daar ga ik in Leiden onderzoek naar doen: hoe houdt de eigen norm over duurzaam gedrag zich staande tegenover de norm van het groepsgedrag? Ik ben daar niet optimistisch over. En dan heb je een probleem: veel mensen kiezen pas voor goed gedrag als ze zien dat ‘iedereen’voor goed gedrag kiest. Catch 22.”

Knagende onzekerheid over het nut van je ‘goede’ gedrag lijkt ook een remmende factor. Misschien is het effect van je offers en inspanningen wel futiel.

“Het effect van zulke onzekerheden is dramatisch, blijkt uit experimenten. Mensen zijn dan al helemaal niet meer geneigd tot kiezen voor het groepsbelang. Bij kiezen voor eigenbelang weet je tenminste precies wat je te wachten staat. En het werpt ook nog eens lekker snel resultaten af.”

Dus kiezen voor eigenbelang is rationeel gedrag?

“Maar ten dele, vind ik. Als je ontevreden bent over zaken als milieuvervuiling, maar niks doet omdat je niet weet in hoeverre dat zal helpen, verandert er niks. Dat vind ik een beetje slap.”

Ga je tijdens de lezing je publiek met dit soort mechanismen confronteren?

“Ik ga nog een stapje verder. Ik wil laten zien hoe je in experimenten manipulaties kunt toepassen die maken dat mensen opeens wel het groepsbelang en de lange termijn voorop stellen. Binnen een groep een leider aanstellen, bijvoorbeeld. Vervolgens gaan we bekijken in hoeverre je zulke experimenten kunt vertalen naar de praktijk. Dan kan het om van alles gaan: van een ecowijk tot een overheidscampagne.”

Maar in het psychologielab gaat het om een beperkt aantal mensen: dan is het makkelijk om elementen als sociale controle en groepsidentiteit te introduceren.

“Natuurlijk is het moeilijk om die experimenten naar de realiteit te vertalen. Mijn begeleider van de sectie sociale psychologie raadt me ook voortdurend aan daar voorzichtig mee te zijn. Hij is buitengewoon slim en hij heeft volkomen gelijk, maar als eigenwijze groene jongeling probeer ik het toch.

Overigens lijkt het aanstellen van een sterke leider me in de praktijk geen goed idee. Mensen houden niet van dwang, en zullen in een democratie niet snel hun vrijheid vrijwillig inleveren.”

Inspelen op de emoties van de mensen dan maar?

“Dat stuit me dan persoonlijk weer een beetje tegen de borst. Ik heb ook een hekel aan inzamelingsacties die inzoomen op individueel leed, in plaats aandacht te vragen voor de structurele problemen die dat leed veroorzaken.”

Wat wil je met je lezing bereiken?

“Ik wil graag de technologische innovatie en de psychologie uit het lab sleuren, en met een groepje geïnteresseerden kijken wat je er mee kunt in de praktijk. In de luchtvaartsector, bijvoorbeeld.

Verder heb ik wel iets met duurzaamheid. Een evenwicht vinden tussen milieubelangen, economie en sociale rechtvaardigheid, dat voelt goed en verstandig.”

Uiteindelijk is duurzaamheid een gevoelsmatige keuze?

“Voor mij wel, tot nu toe. Je kunt met een aantal harde cijfers laten zien dat bepaalde zaken mis gaan in de wereld, maar ik heb niet een onomstotelijk bewijs dat duurzaamheid de oplossing is. Maar ik denk het wel.”

Moet je geen keihard bewijs hebben?

“Nee. Je kunt van geen enkel systeem met absolute zekerheid zeggen dat het werkt.”

Hoe duurzaam is je eigen manier van leven?

“Wat dat betreft wijk ik nauwelijks af van de gemiddelde Nederlander. Ik ben echt niet zo’n ‘consuminderaar’. Ik rijd bijvoorbeeld auto, zij het niet zo heel veel. Af en toe doe ik iets waarvan ik besef dat het groepsbelang er niet mee gediend is. Ik heb daar niet zoveel moeite mee.”

Waarom ben je niet strenger in de leer?

“Weet ik eigenlijk niet. Ik ben pragmatisch. Ik eet vlees, maar biologisch vlees. Ik ben tegen vliegreisjes naar de andere kant van de wereld om twee dagen te shoppen, maar ik wil best wel eens drie maanden in een ver land doorbrengen met mijn vrouw.”

Niet elke handeling op een duurzaamheidsweegschaaltje leggen: is dat een voorwaarde om duurzaam gedrag vol te kunnen houden?

“Je zou knettergek worden als je je bij alles moest afvragen of het nu duurzaam is of niet. En een groepje wijze mensen die de rest vertellen hoe het allemaal moet, daar worden mensen recalcitrant van. Ik ook.”

Goed, geen drammerigheid. Dan krijg je dus een béétje duurzaam gedrag. Is dat genoeg?

“Dat weet ik niet, maar ik vind het al heel wat. Het heeft tenminste groeipotentie. Mensen duurzaam gedrag door de strot rammen heeft geen zin.”

Jij hebt je bezig gehouden met duurzaamheid in vliegtuigbouw. Ben je niet bang dat mensen zeggen: ik hoef me geen zorgen te maken over mijn hoeveelheid vlieguren, ze zijn toch bezig vliegtuigen te ontwikkelen die geen aanslag meer vormen op het milieu?

“Dat risico bestaat, maar je hebt duurzame technologie hard nodig om een bepaalde speelruimte te creëren voor duurzaam gedrag. Stel dat je met minder brandstof de oceaan kunt overvliegen. Dat kan betekenen dat er meer mensen gaan vliegen: dan is het voordeel weer opgeheven. Maar het hoeft niet zo te gaan. Overheid, airliners, vliegtuigbouwers en tour operators kunnen ook tot afspraken proberen te komen. En de consument kan er voor kiezen om minder te vliegen. Het gaat om de combinatie van factoren.”

Tegenover elk vlammend betoog over het belang van duurzame ontwikkeling staat een sceptische visie die zaken als het broeikaseffect tot hype verklaart. Je kunt naar de waarheid gaan zoeken, maar waarschijnlijk ga je meer twijfelen, naarmate je dieper in het onderwerp duikt.

“Je hebt twee uitersten: zonder nadenken een besluit nemen en eindeloos informatie verzamelen zonder ooit tot een besluit te komen. De tussenweg is: over een aantal punten heel goed nadenken en dan een niet op volmaakte zekerheid berustende keuze te maken. Ik vraag me af of je meer kunt doen dan dat.”

Lezing ‘Duurzaamheidsdilemma’s’ door Alexander de Haan, dinsdag 13 april, 20:00 uur, De Waag.

www.osiris.tudelft.nl . .

WIE IS ALEXANDER DE HAAN?

Omdat hij meer over de factor ‘menselijk gedrag’ wilde weten dan in de opleiding luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan bod kwam, besloot Alexander de Haan elf jaar geleden om óók psychologie in Leiden te gaan studeren. Na een lang intermezzo heeft hij in 2003 de draad weer opgepakt: hij hoopt dit jaar af te studeren.

De Haan (32) heeft veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van duurzame ontwikkeling in de luchtvaartsector. Na zijn afstuderen bij L & R deed hij onder meer projecten voor Fokker-Stork. Sinds 1998 is hij als universitair docent in dienst bij TBM, de laatste jaren bij de sectie Beleidsanalyse.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.