De afdeling Spoedeisende Hulp van het Reinier de Graafgasthuis en de Delftse studentenverenigingen willen regelmatiger met elkaar om de tafel zitten.
Dit werd onlangs duidelijk tijdens een eerste overleg tussen het ziekenhuis en de Verenigingsraad (Vera), het overlegorgaan van de studentenvereningen.
De Verenigingsraad had het gesprek met de afdeling aangevraagd na een aantal klachten over lange wachttijden. Maar na afloop van het gesprek begrijpt Suzanne Van der Waal, secretaris van de Vera, dat lange wachttijden soms onvermijdelijk zijn: ,,Soms komen er ernstige gevallen binnen, alleen zie je daar in de wachtkamer niets van. Natuurlijk gaan zij voor. Misschien dat het ziekenhuis wel wat aan de voorlichting zou kunnen doen, door bijvoorbeeld te laten weten hoe lang het ongeveer gaat duren.”
Volgens Van der Waal moet er goed overleg met het ziekenhuis zijn om dit soort misverstanden te voorkomen: ,,We hoeven niet elke maand te overleggen, maar als dat nodig is moeten we elkaar weten te vinden.”
Nelleke Slewenhoek, hoofd Spoedeisende Hulp, is het hiermee eens. Zij hoop hierdoor vooraf te horen wanneer de feesten op de verenigingen zijn. Dat zijn volgens haar namelijk de dagen waarop er veel studenten op de afdeling komen.
Maar daarnaast zou zo ook het aantal onnodige bezoeken verminderd kunnen worden. ,,Niet alle verwondingen hoeven met gillende sirene naar het ziekenhuis”, aldus Slewenhoek. Daarom vindt zij het een goed idee om de verenigingen voor te lichten over welke verwondingen op haar afdeling behandeld moeten worden. ,,Maar,” zo relativeert zij, ,,wij blijven alle patiënten serieus te nemen.”
Op dit moment wordt door het ziekenhuis bij het Corps al voorlichting gegeven. Daarnaast komen jaarlijks enkele bestuurders voorafgaand aan de kennismakingstijd een kijkje nemen op de afdeling om zo een indruk te krijgen van het werk daar. Slewenhoek wil dit, wanneer er belangstelling voor is, voor alle verenigingen doen.
Een ander punt van overleg is de ‘begeleiding’ van een gewonde, voor Slewenhoek een punt van zorg: ,,Als je net iemand gereanimeerd hebt, zit je niet te wachten op drie aangeschoten studenten die hun gevallen vriend vergezellen. Ik heb begrepen dat er bij feesten altijd een paar studenten de leiding heeft en nuchter blijft, laat één van hen dan meegaan naar het ziekenhuis.” Volgens haar leidt deze ‘goedbedoelde begeleiding’ soms ook tot irritatie in de wachtkamer.
Maar Slewenhoek heeft ook een compliment voor de verenigingen. Het aantal verenigingspatiënten is gedaald. Zij verklaart dit door het gebruik van veiligheidsglas en plastic bierglazen op sommige sociëteiten. Hiermee worden veel snijwonden voorkomen. (S.H.)
De afdeling Spoedeisende Hulp van het Reinier de Graafgasthuis en de Delftse studentenverenigingen willen regelmatiger met elkaar om de tafel zitten. Dit werd onlangs duidelijk tijdens een eerste overleg tussen het ziekenhuis en de Verenigingsraad (Vera), het overlegorgaan van de studentenvereningen.
De Verenigingsraad had het gesprek met de afdeling aangevraagd na een aantal klachten over lange wachttijden. Maar na afloop van het gesprek begrijpt Suzanne Van der Waal, secretaris van de Vera, dat lange wachttijden soms onvermijdelijk zijn: ,,Soms komen er ernstige gevallen binnen, alleen zie je daar in de wachtkamer niets van. Natuurlijk gaan zij voor. Misschien dat het ziekenhuis wel wat aan de voorlichting zou kunnen doen, door bijvoorbeeld te laten weten hoe lang het ongeveer gaat duren.”
Volgens Van der Waal moet er goed overleg met het ziekenhuis zijn om dit soort misverstanden te voorkomen: ,,We hoeven niet elke maand te overleggen, maar als dat nodig is moeten we elkaar weten te vinden.”
Nelleke Slewenhoek, hoofd Spoedeisende Hulp, is het hiermee eens. Zij hoop hierdoor vooraf te horen wanneer de feesten op de verenigingen zijn. Dat zijn volgens haar namelijk de dagen waarop er veel studenten op de afdeling komen.
Maar daarnaast zou zo ook het aantal onnodige bezoeken verminderd kunnen worden. ,,Niet alle verwondingen hoeven met gillende sirene naar het ziekenhuis”, aldus Slewenhoek. Daarom vindt zij het een goed idee om de verenigingen voor te lichten over welke verwondingen op haar afdeling behandeld moeten worden. ,,Maar,” zo relativeert zij, ,,wij blijven alle patiënten serieus te nemen.”
Op dit moment wordt door het ziekenhuis bij het Corps al voorlichting gegeven. Daarnaast komen jaarlijks enkele bestuurders voorafgaand aan de kennismakingstijd een kijkje nemen op de afdeling om zo een indruk te krijgen van het werk daar. Slewenhoek wil dit, wanneer er belangstelling voor is, voor alle verenigingen doen.
Een ander punt van overleg is de ‘begeleiding’ van een gewonde, voor Slewenhoek een punt van zorg: ,,Als je net iemand gereanimeerd hebt, zit je niet te wachten op drie aangeschoten studenten die hun gevallen vriend vergezellen. Ik heb begrepen dat er bij feesten altijd een paar studenten de leiding heeft en nuchter blijft, laat één van hen dan meegaan naar het ziekenhuis.” Volgens haar leidt deze ‘goedbedoelde begeleiding’ soms ook tot irritatie in de wachtkamer.
Maar Slewenhoek heeft ook een compliment voor de verenigingen. Het aantal verenigingspatiënten is gedaald. Zij verklaart dit door het gebruik van veiligheidsglas en plastic bierglazen op sommige sociëteiten. Hiermee worden veel snijwonden voorkomen. (S.H.)

Comments are closed.