Campus

Een slim stukje machtspolitiek

1 Illustratie Bas Wilschut,,Minon, kan ik je in vertrouwen iets vragen?”Ze trok een vies gezicht.

,,Verliefd?”

Ortner schudde zijn hoofd. ,,Zitvlees.”

Ze haalde haar schouders op, maar kon niet verbergen dat ze nieuwsgierig was. ,,Mij kun je alles vertellen.”

,,Ik voel me hier de laatste tijd niet op mijn plaats. Toen ik hier kwam hier werken, had ik grootse plannen. Een superprofessor wilde ik worden. Ik zou een ijkpunt worden voor het academische leven. Maar er komt niets van terecht, Minon. Ik kweek alleen maar zitvlees. Ik dacht, misschien weet jij hoe ik meer op de voorgrond kan treden?”

,,Wat jij hebt, Hein, is een status-probleem. Dat is niet zo eenvoudig op te lossen. Nee, dat is helemaal niet eenvoudig.”

Ortner slikte zijn teleurstelling weg. ,,Laat ook maar, ik sta maar wat te bazelen.”

,,Nee Hein, je hebt wel degelijk gelijk. Je zou eigenlijk het het drie-stappen-plan moeten doorlopen. Maar in jouw geval zou dat wel eens heel lang kunnen duren. Misschien moet jij gewoon met stap drie beginnen. Sla jij het onderzoek en de publicatie maar over. Organiseer meteen een congres. Ja, dat lijkt me een goed idee. Als jij nu eens de ookaabeewee ging leiden? Die commissie ligt al plat sinds Gardman overleed. Jullie organiseren een congres en dat noem je het Ortner-congres. Dan sta je op de kaart.”

In de maanden dat de kamer van de commissie ookaabeewee leeg had gestaan, was de de lucht zo intens muf geworden dat hij bijna was gestold. Ortner zag de commissieleden als vage schimmen rond de grote vergadertafel zitten. Hij heette hen welkom.

,,De primaire taak van de commissie ookaabeewee in de komende maanden…”

,,Fout”, klonk het van het andere uiteinde van de tafel. Met moeite onderscheidde Ortner een oudere man. Grijze sik, spencertje, grote pijp in de mond; het was een van de fossielen van de faculteit.

,,Commissie is dubbelop”, beweerde hij, ,,kaa staat voor kommissie.”

Ortner begreep dat hij als nieuwkomer terecht werd gewezen.

,,Dank u wel voor de correctie”, slijmde hij. ,,Dan heten we voortaan ooceebeewee. Misschien kun je een korte inleiding geven over de ontstaansgeschiedenis van de commissie? Daar weet je zo te zien alles van.”

Die kans liet de man liet zich niet ontglippen. In brede verhaallijnen en dubbele bijzinnen mat hij zijn verdiensten uit, terwijl de toehoorders in hun ogen wreven, gingen verzitten, een pen op een vingertop lieten balanceren. Er werd in agenda’s gebladerd. Mouwen werden opgestroopt zodat horloges zichtbaar werden. Laat maar uitrazen, dacht Ortner. Ik ken dit soort mannetjes; zolang ze hun verhaal niet hebben gedaan is er geen land met hen te bezeilen. Dit geval vraagt om een slim stukje machtspolitiek. We moeten hem geduldig aanhoren, vervolgens de hemel in prijzen, dan is hij straksals was in mijn handen.

Ortner gebruikte de tijd om het lijstje door te nemen dat Alwin had opgesteld. Toch handig, zo’n promovendus als assistent. Je kon veel op hem aanmerken, maar hij was wel op de hoogte van de dingen. Op Ortners verzoek had hij een lijst van, even tellen, twaalf thema’s bedacht. Gelukkig had hij zelf de drie meest relevante aangestreept, dus daar hoefde de commissie maar uit te kiezen. In vijf minuten kon dat gepiept zijn, die ouwe sok aan de overkant kon alle tijd nemen.

Ortner keek de tafel nog eens rond. Links van hem zat die vrolijke vrouw van twee deuren verder, al was ze nu niet bijzonder vrolijk. Ze tekende complexe patronen van kringeltjes in haar schrijfblok. Daarnaast zat Alwin zelf, dat was voor Ortner een verrassing geweest. Hij gaapte, Ortner zag zwarte plekken in zijn kiezen. Aan de andere kant zat een man die hij nog niet eerder gezien had te priegelen op een elektronische zakagenda. Het was een kleine commissie met oneven aantal deelnemers, stelde Ortner tevreden vast. Onder zijn voorzitterschap zouden hier spijkers met koppen geslagen kunnen worden. Het Ortner-congres was min of meer een feit.

Uiteindelijk draaide het fossiel er dan toch een punt aan. ,,Tot slot wil ik nog zeggen dat, vanwege de tomeloze inzet die hij tentoonspreidde bij de laatste projecten, ik noemde ze al: het jubileumcongres, de reorganisatie en de nieuwbouw van de praktijkvleugel, vanwege zijn tomeloze inzet hierbij, ook toen zijn gezondheid er onder geleden moet hebben, het onze onontkoombare plicht en tevens ons voorrecht is om hem te herdenken door het congres naar hem te vernoemen: het eerste Gardman-congres. Ik reken op uw instemming.”

De voorzitter peilde de meningen. Vier stemmen voor, en volgende agendapunt graag.
Blikskater


1 Illustratie Bas Wilschut

,,Minon, kan ik je in vertrouwen iets vragen?”

Ze trok een vies gezicht. ,,Verliefd?”

Ortner schudde zijn hoofd. ,,Zitvlees.”

Ze haalde haar schouders op, maar kon niet verbergen dat ze nieuwsgierig was. ,,Mij kun je alles vertellen.”

,,Ik voel me hier de laatste tijd niet op mijn plaats. Toen ik hier kwam hier werken, had ik grootse plannen. Een superprofessor wilde ik worden. Ik zou een ijkpunt worden voor het academische leven. Maar er komt niets van terecht, Minon. Ik kweek alleen maar zitvlees. Ik dacht, misschien weet jij hoe ik meer op de voorgrond kan treden?”

,,Wat jij hebt, Hein, is een status-probleem. Dat is niet zo eenvoudig op te lossen. Nee, dat is helemaal niet eenvoudig.”

Ortner slikte zijn teleurstelling weg. ,,Laat ook maar, ik sta maar wat te bazelen.”

,,Nee Hein, je hebt wel degelijk gelijk. Je zou eigenlijk het het drie-stappen-plan moeten doorlopen. Maar in jouw geval zou dat wel eens heel lang kunnen duren. Misschien moet jij gewoon met stap drie beginnen. Sla jij het onderzoek en de publicatie maar over. Organiseer meteen een congres. Ja, dat lijkt me een goed idee. Als jij nu eens de ookaabeewee ging leiden? Die commissie ligt al plat sinds Gardman overleed. Jullie organiseren een congres en dat noem je het Ortner-congres. Dan sta je op de kaart.”

In de maanden dat de kamer van de commissie ookaabeewee leeg had gestaan, was de de lucht zo intens muf geworden dat hij bijna was gestold. Ortner zag de commissieleden als vage schimmen rond de grote vergadertafel zitten. Hij heette hen welkom.

,,De primaire taak van de commissie ookaabeewee in de komende maanden…”

,,Fout”, klonk het van het andere uiteinde van de tafel. Met moeite onderscheidde Ortner een oudere man. Grijze sik, spencertje, grote pijp in de mond; het was een van de fossielen van de faculteit.

,,Commissie is dubbelop”, beweerde hij, ,,kaa staat voor kommissie.”

Ortner begreep dat hij als nieuwkomer terecht werd gewezen.

,,Dank u wel voor de correctie”, slijmde hij. ,,Dan heten we voortaan ooceebeewee. Misschien kun je een korte inleiding geven over de ontstaansgeschiedenis van de commissie? Daar weet je zo te zien alles van.”

Die kans liet de man liet zich niet ontglippen. In brede verhaallijnen en dubbele bijzinnen mat hij zijn verdiensten uit, terwijl de toehoorders in hun ogen wreven, gingen verzitten, een pen op een vingertop lieten balanceren. Er werd in agenda’s gebladerd. Mouwen werden opgestroopt zodat horloges zichtbaar werden. Laat maar uitrazen, dacht Ortner. Ik ken dit soort mannetjes; zolang ze hun verhaal niet hebben gedaan is er geen land met hen te bezeilen. Dit geval vraagt om een slim stukje machtspolitiek. We moeten hem geduldig aanhoren, vervolgens de hemel in prijzen, dan is hij straksals was in mijn handen.

Ortner gebruikte de tijd om het lijstje door te nemen dat Alwin had opgesteld. Toch handig, zo’n promovendus als assistent. Je kon veel op hem aanmerken, maar hij was wel op de hoogte van de dingen. Op Ortners verzoek had hij een lijst van, even tellen, twaalf thema’s bedacht. Gelukkig had hij zelf de drie meest relevante aangestreept, dus daar hoefde de commissie maar uit te kiezen. In vijf minuten kon dat gepiept zijn, die ouwe sok aan de overkant kon alle tijd nemen.

Ortner keek de tafel nog eens rond. Links van hem zat die vrolijke vrouw van twee deuren verder, al was ze nu niet bijzonder vrolijk. Ze tekende complexe patronen van kringeltjes in haar schrijfblok. Daarnaast zat Alwin zelf, dat was voor Ortner een verrassing geweest. Hij gaapte, Ortner zag zwarte plekken in zijn kiezen. Aan de andere kant zat een man die hij nog niet eerder gezien had te priegelen op een elektronische zakagenda. Het was een kleine commissie met oneven aantal deelnemers, stelde Ortner tevreden vast. Onder zijn voorzitterschap zouden hier spijkers met koppen geslagen kunnen worden. Het Ortner-congres was min of meer een feit.

Uiteindelijk draaide het fossiel er dan toch een punt aan. ,,Tot slot wil ik nog zeggen dat, vanwege de tomeloze inzet die hij tentoonspreidde bij de laatste projecten, ik noemde ze al: het jubileumcongres, de reorganisatie en de nieuwbouw van de praktijkvleugel, vanwege zijn tomeloze inzet hierbij, ook toen zijn gezondheid er onder geleden moet hebben, het onze onontkoombare plicht en tevens ons voorrecht is om hem te herdenken door het congres naar hem te vernoemen: het eerste Gardman-congres. Ik reken op uw instemming.”

De voorzitter peilde de meningen. Vier stemmen voor, en volgende agendapunt graag.
Blikskater

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.