Onderwijs

Een robot als partner

De 174-ste Dies van de TU staat in het teken van ‘onze toekomst met robots’. Op het symposium voorafgaand aan de viering spreken vijf internationale experts over de samenwerking met robots. Catholijn Jonker verwoordt de Delftse visie.

U bent een van de sprekers op het DIES-congres over intelligente robots met een lezing over ‘interactieve intelligentie’. Wat is dat?

“Interactieve intelligentie is mijn vakgebied, maar op het congres zal ik het standpunt van de TU Delft over de robotica vertegenwoordigen. Dat gaat over het onderzoek aan de TU over robotica waarin we ons richten op de robot als team player in plaats van een stuk gereedschap dat je kunt inzetten. Een stuk gereedschap gebruik je als je er behoefte aan hebt, maar een teamspeler ziet dat jij behoefte hebt aan ondersteuning omdat je bijvoorbeeld met een doos onder je armen de deur niet open krijgt en helpt je dan.”

Dan heeft u het over robots die begrijpen wat mensen willen en daarop inspelen?

“Ze begrijpen niet alleen wat mensen willen, maar weten ook dat hun verschijning als bedreigend ervaren kan worden. Van drones bijvoorbeeld verlang je dat ze afstand houden en niet vlak over je hoofd scheren, ook al zou dat veilig zijn. De beleving van mensen moet meegenomen worden in het ontwerp daarvan. Je kijkt dan niet alleen naar wat technisch mogelijk is, maar je houdt ook rekening met de normen en waarden van de omgangsvormen.”

U streeft vriendelijke behulpzame robots na?

Als je een robot uit de beveiligde kooi uit een fabriek wilt halen, dat betekent nogal wat in termen van interactie. Het betekent dat die robots veel meer bewustzijn moeten hebben van hun omgeving en de mensen dan ze tot nu toe hebben. Dat vraagt om een groter stuk intelligentie.”

Robots staan erg in de belangstelling. Mensen vrezen voor hun baan of denken dat robots de zorg gaan overnemen. Toch kom je ze nog nauwelijks tegen. Gaat dat veranderen?

“Ik denk zeker dat het gaat veranderen. De drones zijn in opmars en in de Verenigde Staten zijn bedrijven serieus van plan om er pakketjes mee af te leveren.”

Worden de drones als vliegende robots de eerste voorbeelden van robots in onze leefomgeving?

“Vliegende robots hebben natuurlijk als voordeel dat ze zich rechtlijnig door de ruimte kunnen verplaatsen zonder dat ze al te veel obstakels tegenkomen. Maar ik denk ook dat ze in het huishouden zullen verschijnen. De stofzuigrobot is er een simpele voorloper van. Maar ook in de industrie zullen mensen meer met robots te maken krijgen, bijvoorbeeld om meer maatwerk te maken. Daarvoor moet je een algemeen profiel aanpassen in een specifiek profiel voor een bepaalde klant. Dan moet je robots makkelijk kunnen her programmeren voor een nieuwe taak. Als fabrieksmedewerkers dat moeten doen, dan moet de interactie met robots nog een stuk verbeteren.”

Tot nu toe vindt de interactie tussen mens en robot vooral plaats via toetsenbord of touchscreen. Gaat dat veranderen?

“Je ziet de haptische techniek zijn intrede doen. Daarmee breng je de robotarm naar de plek die je wilt. Fysieke manipulatie in plaats van het ingeven van coördinaten. Als je een gewenste handeling moet voordoen aan de robot, dan is de bediening ervan door iemand met een MBO-diploma ook goed te doen. Dat vraagt wel wat van de programmering om dat mogelijk te maken. Wij moeten de robot zo intelligent maken dat die kan samenwerken met een fabrieksarbeider.”

Wat is het voordeel van robots over de vloer?

“We kunnen allerlei taken waar we geen zin in hebben of waar we niet zo goed in zijn aan hen delegeren. Dat zal invloed hebben op het werk, maar die veranderingen zijn al twee eeuwen aan de gang. Allerlei gevaarlijk, vies of saai werk zijn we minder gaan doen omdat we het hebben kunnen automatiseren. Dat heeft banen gekost, maar daar zijn andere banen voor in de plaats gekomen. Tot nu toe is de totale hoeveelheid werk er niet door afgenomen.”

Wat zijn de belangrijkste gevaren van robots in de samenleving?

“Dat het op de manier moet waarop de robot het kan en niet zoals wij vinden dat het moet. Hoe het nu gaat in de ICT is dat als je per ongeluk acht dagen een auto hebt gehuurd, terwijl het voor een weekend was, daar niks aan te doen valt. Aan de balie snappen ze de vergissing, maar ze kunnen er niks aan doen omdat ‘het systeem’ niet toestaat het teveel betaalde bedrag terug te boeken. ”

De computer Kafka?

“Dat krijg je met robots net zo. Als de robot niet voldoende flexibel is, moet iedereen zich aan de robot aanpassen, terwijl dat de omgekeerde wereld is. Ik zie dat als een gevaarlijk neveneffect waar we ons best voor moeten doen om dat zo klein mogelijk te maken. Maar gezien de ontwikkelingen in de ICT heb ik er een hard hoofd in, want het is lekker goedkoop om een inflexibel systeem te maken.”

Moeten mensen assertiever worden naar onhandige ICT applicaties?

“Dat vind ik van wel, ja. Maar dan moeten ze ook bereid zijn om ervoor te betalen. Dat is de keerzijde van de zaak. Intelligentie maken is verdomd duur.”

Zou u mensen aanraden om het symposium te bezoeken?

“Je krijgt er een geweldig overzicht van de stand van zaken op dit gebied met prachtige filmpjes, dingen waarvan je nog nooit hebt gedacht dat het mogelijk zou zijn met robots. Dat alleen al is een heel belangrijke reden om erheen te gaan. En ook vanwege het debat waar we het over hadden: wat zijn de risico’s van robots om je heen, waar moeten we op letten. We kunnen samen dromen, maar we moeten ook samen het ethische debat gaan voeren over waar robots nu echt aan moeten voldoen. Is het een goed idee om een robot tot teamspeler te maken, of kunnen we ze beter als gereedschap blijven zien?”

Professor Catholijn Jonker is sectieleider van de sectie interactive intelligence aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica. De andere sprekers op het seminar zijn Sebastian Thrun (Stanford University), Tom Sheridan (MIT), Dirk Helbing (ETH/TU Delft) en Jeff Bradshaw (IHMC).

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.