Campus

‘Die koektrommels lopen als een speer’

Pas ingestemd en niet van plan je Ikea-tienerkamer mee naar Delft te verhuizen? Of gewoon op zoek naar een nieuwe koelkast of een extra bankje. Nieuw kopen kan, maar is duur.

Voor alle krapbebeursden en rommelmarktstruiners een tocht door het Delftse kringloopcircuit.

,,Eenmaal andermaal, wie meer dan vijf gulden voor deze cd-speler? De eigenaar zegt dat-ie het geweldig doet. Meneer daar: een tientje is geboden. We gaan door met een. Wie biedt? Elf, twaalf, twaalf gulden. Verkocht aan Ali daar bij de bar.”

Je komt er niet zomaar na een college langslopen: de Delftse konijnen en curiosaveiling kent een heel eigen publiek. In een rokerige loods op de Faradayweg vlakbij de Makro, wordt iedere week op dinsdag en donderdagavond werkelijk alles wat maar enigszins te verkopen valt geveild.

Na een paar vogels in kooien, is nu de beurt aan een ram. Aan een touw wordt het arme beest rondgeleid door het zaaltje, zodat de bezoekers goed de vetlaag van het dier kunnen voelen. Na betaling verdwijnt de ram in de verder met meubels en kamerplanten gevulde aanhangwagen van een breed grijnzende koper.
Gejat

Toch kan de student die even niet aan dierenliefde doet hier goede zaken doen: vooral fietsen zijn niet duur en vaak van hoge kwaliteit. En het is beter voor je geweten dan stelen: je betaalt er tenslotte voor.

Hoeveel? Dat is sterk afhankelijk van het aantal bieders. Het blijft een veiling: alles wordt bij opbod verkocht. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een versleten opoefiets met een lekke band dertig gulden kost, en een glimmende racefiets voor de helft van dat bedrag van eigenaar verwisselt.

,,Ze zijn allemaal gejat hoor”, grijnst een toeschouwer nadat wij onze aankopen in ontvangst nemen.

,,Nee, nee, alles is gewoon afkomstig uit bijvoorbeeld erfenissen en mensen die hun schuur opruimen”, verzekert een medewerker.

De kopers zijn voornamelijk allochtonen, kleine scharrelaars en koopjesjagers die er een uitje voor het hele gezin van maken. Want een bezoek aan de veiling kan lang duren: van zeven tot elf. Vandaar de snackbar in het loodsje.

Hoewel het hier overduidelijk geen Sotheby’s is, wordt er soms flink tegen elkaar opgeboden en veilingmeester Hans van der Giessen weet met flair zijn waar aan de man te brengen: ,,Als niemand die koperen asbak wil, doen we er gewoon een naaimachine bij.” Na afloop gooit de vrouw die beide objecten in combinatie kocht de asbak in een vuilcontainer.

Barman Jan: ,,Ja, soms komen hier wel studenten. Voor de fietsen hè. En ze nemen dan nog wel eens wat anders mee, een versterkertje of een koelkast.”

Intussen verwisselen koffiezetapparaten voor een tientje van eigenaar. Daarna: ,,Een kleuren-tv. Volgens mij hoeft er alleen maar een draadje vastgesoldeerd te worden en dan doet hij het wel weer.” Maar ondanks de aanmoedigingen van de veilingmeester komt de prijs niet boven het gevraagde minimum van twintig gulden. De televisie wordt dus doorgedraaid. Volgende week beter.

Over het algemeen liggen de prijzen hier laag (stofzuiger voor tien gulden) maar de louche uitstraling en het sterk wisselende aanbod zijn twee grote minpunten van de veiling. Zo zijn er deze week vooral komkommers, een bowlingbal, heel veel kamerplanten en stofzuigers en vijf identieke nieuwe koffiezetapparaten te koop. De konijnen en curiosaveiling is dan ook alleen een aanrader voor liefhebbers van het echte randgebeuren. Stel je bescheiden op en laat je clubdas thuis, de vaste bezoekers van de veiling stellen al te nadrukkelijk aanwezige studenten niet op prijs. Voor een fiets kun je het beste na achten langskomen: dan is de kans dat deze geveild worden het grootst en is het kleinvee de veilingmeester al gepasseerd.
Schoonmoeder

In de Giststraat, het steegje tussen het Achterom en de Lange Geer, vinden we de Flintstones. Deze kringloopwinkel is behoorlijk populair onder studenten. En niet voor niets: achter de afstotende entree gaat een schat aan witgoed, bedden en nèt niet antieke prullaria schuil.

,,Nadat mijn man Fred afgekeurd was en geen werk kon vinden, hebben we deze zaak overgenomen”, vertelt eigenaresse Wilma Link van de Flintstones. ,,Er komen hier allerlei soorten mensen: van student tot buitenlanders en zelfs professoren.”

De Flintstones is een zogenaamde kringloopwinkel. Link: ,,Dat betekent dat we de spullen gratis afhalen bij mensen, vervolgens opknappen en verkopen in de winkel.”

Onder het streng toeziend oog van Wilma’s schoonmoeder (,,Normaal zit mijn moeder bij de ingang te breien, maar die is nu met vakantie”) bekijken de klanten de opgestapelde meubels en koelkasten.

Roland, student civiele techniek, is op zoek naar een stofzuiger en een magnetron: ,,Ik verhuis over een maandje naar de Balthasar van der Polweg en heb nog wat spullen nodig. Maar een kleine magnetron kost hier vijfennegentig piek. Dat valt me nogal tegen, want een nieuwe kost maar honderdvijfentachtig.” Ook de stofzuigers bevallen hem niet en Roland gaat met lege handen naar huis. ,,Ik kom hier ook echt alleen maar als ik iets nodig heb.”

Misschien had hij moeten onderhandelen: bij de Flintstones valt over de prijs te praten, en de gekochte waar wordt bijna altijd gratis thuisbezorgd. Ook zit er op een heleboel apparatuur een maand garantie. Fred Link: ,,Maar als mensen klachten hebben kunnen ze altijd terugkomen. Al gebeurt dat bijna nooit, de mensen zijn tevreden met onze spullen.”

Toch staat ook hier de nodige rotzooi: lampen met een dodelijk gedateerde jaren zeventig-look (tegenwoordig weer erg trendy) en slaapbanken met onduidelijke vlekken. Maar met wat afdingen en door goed op te letten kun je bij de Flintstones voor de laagste prijs aan de beste spullen komen.
Heidi

De Stichting Kringloopwinkels Delft bestaat uit een waar conglomeraat van kringloopwinkels en heeft drie filialen. Het laatst geopend is de vestiging aan de Mercuriusweg: ,,We willen echt een winkel zijn. En door het tweedehands-image niet te veel uit te stralen, verlagen wij de drempel voor veel mensen om ook eens naar gebruikte spullen te komen kijken”, zegt Peter de Kok, verkoper in de kringloopwinkel, die hier kwam werken nadat hij bij overbuurman Delft Instruments na twintig jaar overbodig was geworden.

De Kok: ,,De directeur, die ik kende uit de ondernemingsraad, is nog wel eens langs geweest en zei ‘Wat kan het leven toch gek lopen’. Toen heb ik maar gezegd dat hij me dan niet had moeten ontslaan.”

Maar ondanks de fris geverfde gevel en toonzaal-opstelling, blijft de uitgestalde waar vergelijkbaar met die in andere winkels. Ook hier kun je met wat geluk een bankje voor vijfenzeventig gulden en een koelkast vanaf honderd gulden kopen. Nadeel: thuisbezorgen kost vijfentwintig gulden, wat de geringe belangstelling van studenten verklaart. Jammer, want zeker in de hoofdvestiging aan de Rotterdamseweg is de keus en voorraad uitgebreid. Maar ja, in deze handel gaat de prijs boven alles. Overigens is de apparatuur die deze kringloopwinkels aanbieden door professionele reparateurs nagekeken, wat de garantie en de hogere prijs voor een deel rechtvaardigt.

Voor de breed uitgestalde koektrommels en glazen hoef je in ieder geval geen hoge prijs te betalen. Maar wie koopt dat soort prullaria?

,,Die koektrommels? Die lopen als een speer. Je moest eens weten hoeveel oude dametjes hier langskomen en zo’n trommeltje kopen. Maar het klopt dat we het niet van die kleine handel moeten hebben”, verklaart De Kok. ,,De laatste tijd zien we wel steeds meer studenten, vooral jongens en meisjes waarvan de ouders hier eens geweest zijn, worden naar ons gestuurd om goedkoop een bed of zo te kopen. Nou zijn er veel die een tweedehands matras vies vinden, maar kijk je in een hotel onder de lakens? En moet je je eigen bed maar eens goed bekijken…”

Afgestudeerd io’er Casper onderbreekt De Kok’s woordenstroom om twee Heidi-LP’s af te rekenen. Wat moet iemand met de verzamelalbums van een door Japanners getekende serie over een grootogig alpenmeisje?

,,Een geintje, ik geef ze cadeau aan iemand die er de humor wel van inziet. Ik kom wel vaker bij tweedehandswinkels, als ik een wasmachine of iets dergelijks nodig heb. Nee, een favoriete winkel heb ik niet, ik loop ze allemaal af.”
Twintig colbertjes

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn kringloopwinkels commerciële bedrijven. Met als core-business het gratis ophalen van oude troep, die vervolgens voor een aantrekkelijke prijs doorverkocht wordt.

Ook de Goede Doelen-winkel werkt volgens dat principe, maar onderscheidt zich van de commerciële jongens door alleen met vrijwilligers te werken. De winst die zo overblijft, wordtgebruikt om projecten waar kinderen over de hele wereld mee geholpen worden te ondersteunen.

In de winkel aan de Yperstraat, vlak naast de bibliotheek vertelt penningmeester Henk den Besten: ,,Vorig jaar hebben we tachtigduizend gulden uitgedeeld. Er ging bijvoorbeeld tien mille naar een tehuis in Bangladesh. We geven het geld ook expres niet aan grote organisaties, want we weten uit ervaring dat daar relatief veel geld aan andere zaken verloren gaat.”

De Goede Doelen-winkel richt zich vooral op de wat kleinere spullen: voor grote kasten, bedden of koelkasten hoef je hier niet te komen. Maar voor wie zijn kamer wil opvrolijken met een aparte lamp of gek servies kan hier terecht. Een medewerkster: ,,Er komen hier ook studenten industrieel ontwerpen. Die zijn dan heel gericht op zoek naar bepaalde spullen voor werkstukken. Studenten zijn de allerleukste klanten. Ze zullen ook nooit afdingen.”

Het studerende deel van Delft schijnt in golven bij de vrijwilligers op bezoek te komen: ,,Soms verkopen we binnen een dag opeens twintig oude colbertjes. Ik vraag me maar nooit af hoe die jasjes er de volgende dag uitzien”, aldus gepensioneerd ambtenaar Den Besten.

Behalve kleding, serviesgoed en boeken, kan de echte fan hier ook voor een paar gulden oude lp’s van Udo Jürgens kopen. En een grote kleurentelevisie kost niet meer dan vijfentachtig gulden. De twee autobanden (voor een Volvo 850) die honderd gulden per stuk op moeten brengen, staan een beetje verdwaald tussen het glaswerk. Den Besten ,,Soms brengen mensen hier de gekste dingen, en die probeer je dan toch maar weer te verkopen.”

Verder treffen we een betrouwbaar ogende verzameling prehistorische pc’s en homecomputers aan. Zoals een echte Headstart pc met twintig megabyte harddisk voor een geeltje. De monitor moet een tientje opbrengen. Tien jaar geleden ondenkbaar, nu nog altijd geschikt als tekstverwerker of nerdy verjaardagscadeau.

Volgens de penningmeester bracht zelfs voormalig burgemeester Van Walsum zijn oude pc’tje naar het winkeltje. De harddisk moest nog wel even gewist worden.

Den Besten: ,,We werken ook goed samen met de andere kringloopwinkels, maar bijvoorbeeld die van de Flintstones klagen wel eens dat we te goedkoop zijn.”

Dat klopt: de prijzen zijn altijd laag en thuisbezorgen binnen Delft kost maar vijf gulden. Een nadeel vormt het beperkte assortiment. En nogmaals: afdingen bij een winkel waar echt al het geld naar een goed doel gaat is natuurlijk not done.

Overigens is er in Delft nog een tweedehandswinkel waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat: de winkel van Terre des Hommes aan de Verwersdijk. Deze winkel is klein en jammergenoeg maar een paar dagen in de week geopend. Den Besten: ,,Ik ben bang dat wij misschien wel een klein beetje in hun vaarwater opereren.”
Scheepsbrug

Een eerste poging De Kijkhoek te bezoeken, strandt bij het bordje ‘Ben even in het pakhuis achter’. De tweede keer is de winkel gewoon gesloten en pas bij een derde bezoek kunnen we naar binnen.

De buitengevel van het bakstenen gebouwtje is opgevrolijkt met handgeschilderde borden en een paar oude ski’s. Naast de open deur staat een grote stoel. Binnen bekruipt je al snel het gevoel ongevraagd iemands huis te zijn binnengelopen. Niet bepaald een modelhuis, integendeel. Maar er staan maar één bed (met beslapen dekens), één zithoek en één tafel. Met daartussen alle mogelijke prullaria en troep, variërend van een incompleet gipsen schaakspel tot oude voetbalbekers.

In deze tweedehands reïncarnatie van een woning uit 1975 loopt ook de kleurrijke eigenaar Jan Schilperoort rond: ,,Ik zet expres van alles maar één exemplaar neer. Meer ruimte heb ik niet, en als ik bijvoorbeeld vijf koelkasten neerzet dan kunnen de mensen weer niet kiezen. Maar ik vraag altijd of je op zoek naar iets bent.”

Hoewel de naam andere verwachtingen wekt, heeft kijken hier weinig. Dus gewoon vragen waar je naar op zoek bent, want de kans is groot dat Jan het in één van zijn twee pakhuizen heeft staan. Schilperoort: ,,Waar ik ook helemaal gek van kan worden, zijn die mensen die twintigduizend keer binnen komen, kijken en aan je spullen zitten. Maar nooit iets kopen. Dan denk ik: hier heb je anderhalve gulden en haal bij de Hema een rookworst, maar val mij niet lastig.”

Met studenten kan hij het volgens eigen zeggen prima vinden: ,,Zeker tegen september zorg ik dat ik wat rare dingen in huis heb. Dan komen ze langs hoor, vooral voor feestjes. Oude piano’s en orgels, maar ik heb ook eens een keer een halve scheepsbrug verkocht. Hadden ze voor een feest nodig. Niet te tillen dat ding.”

Ter indicatie: een ‘goed spelende, echt oud-Engelse piano’ kost 350 gulden. Een bankstel of koelkast heb je al vanaf vijftig gulden.

Ook hier is thuisbezorgen niet echt een probleem: bij aankopen boven de honderd gulden is het gratis, daaronder kost het vijftien gulden. ,,Maar dan bezorg ik het ook echt overal ter wereld. Nee, dat is niet onvoordelig voor mij. Kijk, als ik iets in Hengelo moet bezorgen dan doe ik dat bijvoorbeeld op zondag als ik niets anders te doen heb en verder heb ik ook een mooi uitje”, meent Schilperoort.

De grootste nadelen van de Kijkhoek zijn de onmogelijkheid om eens rustig rond te snuffelen en de ondoorzichtige voorraad. Aan de andere kant: Schilperoort is een enorme scharrelaar die bijna alles voor elkaar kan krijgen. Dus voor gekke themafeesten of bizarre verzamelobjecten kun je nergens beter terecht. Maar wel eerst even nadenken wat je wilt en je niet door een gesloten deur of woeste baard laten afschrikken.

Over die onoverzichtelijke openingstijden zegt Jan Schilperoort tot slot: ,,Als klanten voor een gesloten deur staan is dat pech voor ze. Het is tenslotte mijn winkel en ik bepaal wanneer ik open ben. Ik heb jarenlang voor een baas gewerkt, uiteindelijk ben ik dit begonnen en vind dat ik het nu wat rustiger aan mag doen. Voor mij hoeft het ook niet: ik blijf liever klein, anders krijg je alleen maar gezeur. Zie je die oude stoel waar ik op zit? Als ik me uit de naad werk kan ik misschien een nieuwe kopen, maar waarom? Deze zit toch ook lekker.”

Pas ingestemd en niet van plan je Ikea-tienerkamer mee naar Delft te verhuizen? Of gewoon op zoek naar een nieuwe koelkast of een extra bankje. Nieuw kopen kan, maar is duur. Voor alle krapbebeursden en rommelmarktstruiners een tocht door het Delftse kringloopcircuit.

,,Eenmaal andermaal, wie meer dan vijf gulden voor deze cd-speler? De eigenaar zegt dat-ie het geweldig doet. Meneer daar: een tientje is geboden. We gaan door met een. Wie biedt? Elf, twaalf, twaalf gulden. Verkocht aan Ali daar bij de bar.”

Je komt er niet zomaar na een college langslopen: de Delftse konijnen en curiosaveiling kent een heel eigen publiek. In een rokerige loods op de Faradayweg vlakbij de Makro, wordt iedere week op dinsdag en donderdagavond werkelijk alles wat maar enigszins te verkopen valt geveild.

Na een paar vogels in kooien, is nu de beurt aan een ram. Aan een touw wordt het arme beest rondgeleid door het zaaltje, zodat de bezoekers goed de vetlaag van het dier kunnen voelen. Na betaling verdwijnt de ram in de verder met meubels en kamerplanten gevulde aanhangwagen van een breed grijnzende koper.
Gejat

Toch kan de student die even niet aan dierenliefde doet hier goede zaken doen: vooral fietsen zijn niet duur en vaak van hoge kwaliteit. En het is beter voor je geweten dan stelen: je betaalt er tenslotte voor.

Hoeveel? Dat is sterk afhankelijk van het aantal bieders. Het blijft een veiling: alles wordt bij opbod verkocht. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een versleten opoefiets met een lekke band dertig gulden kost, en een glimmende racefiets voor de helft van dat bedrag van eigenaar verwisselt.

,,Ze zijn allemaal gejat hoor”, grijnst een toeschouwer nadat wij onze aankopen in ontvangst nemen.

,,Nee, nee, alles is gewoon afkomstig uit bijvoorbeeld erfenissen en mensen die hun schuur opruimen”, verzekert een medewerker.

De kopers zijn voornamelijk allochtonen, kleine scharrelaars en koopjesjagers die er een uitje voor het hele gezin van maken. Want een bezoek aan de veiling kan lang duren: van zeven tot elf. Vandaar de snackbar in het loodsje.

Hoewel het hier overduidelijk geen Sotheby’s is, wordt er soms flink tegen elkaar opgeboden en veilingmeester Hans van der Giessen weet met flair zijn waar aan de man te brengen: ,,Als niemand die koperen asbak wil, doen we er gewoon een naaimachine bij.” Na afloop gooit de vrouw die beide objecten in combinatie kocht de asbak in een vuilcontainer.

Barman Jan: ,,Ja, soms komen hier wel studenten. Voor de fietsen hè. En ze nemen dan nog wel eens wat anders mee, een versterkertje of een koelkast.”

Intussen verwisselen koffiezetapparaten voor een tientje van eigenaar. Daarna: ,,Een kleuren-tv. Volgens mij hoeft er alleen maar een draadje vastgesoldeerd te worden en dan doet hij het wel weer.” Maar ondanks de aanmoedigingen van de veilingmeester komt de prijs niet boven het gevraagde minimum van twintig gulden. De televisie wordt dus doorgedraaid. Volgende week beter.

Over het algemeen liggen de prijzen hier laag (stofzuiger voor tien gulden) maar de louche uitstraling en het sterk wisselende aanbod zijn twee grote minpunten van de veiling. Zo zijn er deze week vooral komkommers, een bowlingbal, heel veel kamerplanten en stofzuigers en vijf identieke nieuwe koffiezetapparaten te koop. De konijnen en curiosaveiling is dan ook alleen een aanrader voor liefhebbers van het echte randgebeuren. Stel je bescheiden op en laat je clubdas thuis, de vaste bezoekers van de veiling stellen al te nadrukkelijk aanwezige studenten niet op prijs. Voor een fiets kun je het beste na achten langskomen: dan is de kans dat deze geveild worden het grootst en is het kleinvee de veilingmeester al gepasseerd.
Schoonmoeder

In de Giststraat, het steegje tussen het Achterom en de Lange Geer, vinden we de Flintstones. Deze kringloopwinkel is behoorlijk populair onder studenten. En niet voor niets: achter de afstotende entree gaat een schat aan witgoed, bedden en nèt niet antieke prullaria schuil.

,,Nadat mijn man Fred afgekeurd was en geen werk kon vinden, hebben we deze zaak overgenomen”, vertelt eigenaresse Wilma Link van de Flintstones. ,,Er komen hier allerlei soorten mensen: van student tot buitenlanders en zelfs professoren.”

De Flintstones is een zogenaamde kringloopwinkel. Link: ,,Dat betekent dat we de spullen gratis afhalen bij mensen, vervolgens opknappen en verkopen in de winkel.”

Onder het streng toeziend oog van Wilma’s schoonmoeder (,,Normaal zit mijn moeder bij de ingang te breien, maar die is nu met vakantie”) bekijken de klanten de opgestapelde meubels en koelkasten.

Roland, student civiele techniek, is op zoek naar een stofzuiger en een magnetron: ,,Ik verhuis over een maandje naar de Balthasar van der Polweg en heb nog wat spullen nodig. Maar een kleine magnetron kost hier vijfennegentig piek. Dat valt me nogal tegen, want een nieuwe kost maar honderdvijfentachtig.” Ook de stofzuigers bevallen hem niet en Roland gaat met lege handen naar huis. ,,Ik kom hier ook echt alleen maar als ik iets nodig heb.”

Misschien had hij moeten onderhandelen: bij de Flintstones valt over de prijs te praten, en de gekochte waar wordt bijna altijd gratis thuisbezorgd. Ook zit er op een heleboel apparatuur een maand garantie. Fred Link: ,,Maar als mensen klachten hebben kunnen ze altijd terugkomen. Al gebeurt dat bijna nooit, de mensen zijn tevreden met onze spullen.”

Toch staat ook hier de nodige rotzooi: lampen met een dodelijk gedateerde jaren zeventig-look (tegenwoordig weer erg trendy) en slaapbanken met onduidelijke vlekken. Maar met wat afdingen en door goed op te letten kun je bij de Flintstones voor de laagste prijs aan de beste spullen komen.
Heidi

De Stichting Kringloopwinkels Delft bestaat uit een waar conglomeraat van kringloopwinkels en heeft drie filialen. Het laatst geopend is de vestiging aan de Mercuriusweg: ,,We willen echt een winkel zijn. En door het tweedehands-image niet te veel uit te stralen, verlagen wij de drempel voor veel mensen om ook eens naar gebruikte spullen te komen kijken”, zegt Peter de Kok, verkoper in de kringloopwinkel, die hier kwam werken nadat hij bij overbuurman Delft Instruments na twintig jaar overbodig was geworden.

De Kok: ,,De directeur, die ik kende uit de ondernemingsraad, is nog wel eens langs geweest en zei ‘Wat kan het leven toch gek lopen’. Toen heb ik maar gezegd dat hij me dan niet had moeten ontslaan.”

Maar ondanks de fris geverfde gevel en toonzaal-opstelling, blijft de uitgestalde waar vergelijkbaar met die in andere winkels. Ook hier kun je met wat geluk een bankje voor vijfenzeventig gulden en een koelkast vanaf honderd gulden kopen. Nadeel: thuisbezorgen kost vijfentwintig gulden, wat de geringe belangstelling van studenten verklaart. Jammer, want zeker in de hoofdvestiging aan de Rotterdamseweg is de keus en voorraad uitgebreid. Maar ja, in deze handel gaat de prijs boven alles. Overigens is de apparatuur die deze kringloopwinkels aanbieden door professionele reparateurs nagekeken, wat de garantie en de hogere prijs voor een deel rechtvaardigt.

Voor de breed uitgestalde koektrommels en glazen hoef je in ieder geval geen hoge prijs te betalen. Maar wie koopt dat soort prullaria?

,,Die koektrommels? Die lopen als een speer. Je moest eens weten hoeveel oude dametjes hier langskomen en zo’n trommeltje kopen. Maar het klopt dat we het niet van die kleine handel moeten hebben”, verklaart De Kok. ,,De laatste tijd zien we wel steeds meer studenten, vooral jongens en meisjes waarvan de ouders hier eens geweest zijn, worden naar ons gestuurd om goedkoop een bed of zo te kopen. Nou zijn er veel die een tweedehands matras vies vinden, maar kijk je in een hotel onder de lakens? En moet je je eigen bed maar eens goed bekijken…”

Afgestudeerd io’er Casper onderbreekt De Kok’s woordenstroom om twee Heidi-LP’s af te rekenen. Wat moet iemand met de verzamelalbums van een door Japanners getekende serie over een grootogig alpenmeisje?

,,Een geintje, ik geef ze cadeau aan iemand die er de humor wel van inziet. Ik kom wel vaker bij tweedehandswinkels, als ik een wasmachine of iets dergelijks nodig heb. Nee, een favoriete winkel heb ik niet, ik loop ze allemaal af.”
Twintig colbertjes

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn kringloopwinkels commerciële bedrijven. Met als core-business het gratis ophalen van oude troep, die vervolgens voor een aantrekkelijke prijs doorverkocht wordt.

Ook de Goede Doelen-winkel werkt volgens dat principe, maar onderscheidt zich van de commerciële jongens door alleen met vrijwilligers te werken. De winst die zo overblijft, wordtgebruikt om projecten waar kinderen over de hele wereld mee geholpen worden te ondersteunen.

In de winkel aan de Yperstraat, vlak naast de bibliotheek vertelt penningmeester Henk den Besten: ,,Vorig jaar hebben we tachtigduizend gulden uitgedeeld. Er ging bijvoorbeeld tien mille naar een tehuis in Bangladesh. We geven het geld ook expres niet aan grote organisaties, want we weten uit ervaring dat daar relatief veel geld aan andere zaken verloren gaat.”

De Goede Doelen-winkel richt zich vooral op de wat kleinere spullen: voor grote kasten, bedden of koelkasten hoef je hier niet te komen. Maar voor wie zijn kamer wil opvrolijken met een aparte lamp of gek servies kan hier terecht. Een medewerkster: ,,Er komen hier ook studenten industrieel ontwerpen. Die zijn dan heel gericht op zoek naar bepaalde spullen voor werkstukken. Studenten zijn de allerleukste klanten. Ze zullen ook nooit afdingen.”

Het studerende deel van Delft schijnt in golven bij de vrijwilligers op bezoek te komen: ,,Soms verkopen we binnen een dag opeens twintig oude colbertjes. Ik vraag me maar nooit af hoe die jasjes er de volgende dag uitzien”, aldus gepensioneerd ambtenaar Den Besten.

Behalve kleding, serviesgoed en boeken, kan de echte fan hier ook voor een paar gulden oude lp’s van Udo Jürgens kopen. En een grote kleurentelevisie kost niet meer dan vijfentachtig gulden. De twee autobanden (voor een Volvo 850) die honderd gulden per stuk op moeten brengen, staan een beetje verdwaald tussen het glaswerk. Den Besten ,,Soms brengen mensen hier de gekste dingen, en die probeer je dan toch maar weer te verkopen.”

Verder treffen we een betrouwbaar ogende verzameling prehistorische pc’s en homecomputers aan. Zoals een echte Headstart pc met twintig megabyte harddisk voor een geeltje. De monitor moet een tientje opbrengen. Tien jaar geleden ondenkbaar, nu nog altijd geschikt als tekstverwerker of nerdy verjaardagscadeau.

Volgens de penningmeester bracht zelfs voormalig burgemeester Van Walsum zijn oude pc’tje naar het winkeltje. De harddisk moest nog wel even gewist worden.

Den Besten: ,,We werken ook goed samen met de andere kringloopwinkels, maar bijvoorbeeld die van de Flintstones klagen wel eens dat we te goedkoop zijn.”

Dat klopt: de prijzen zijn altijd laag en thuisbezorgen binnen Delft kost maar vijf gulden. Een nadeel vormt het beperkte assortiment. En nogmaals: afdingen bij een winkel waar echt al het geld naar een goed doel gaat is natuurlijk not done.

Overigens is er in Delft nog een tweedehandswinkel waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat: de winkel van Terre des Hommes aan de Verwersdijk. Deze winkel is klein en jammergenoeg maar een paar dagen in de week geopend. Den Besten: ,,Ik ben bang dat wij misschien wel een klein beetje in hun vaarwater opereren.”
Scheepsbrug

Een eerste poging De Kijkhoek te bezoeken, strandt bij het bordje ‘Ben even in het pakhuis achter’. De tweede keer is de winkel gewoon gesloten en pas bij een derde bezoek kunnen we naar binnen.

De buitengevel van het bakstenen gebouwtje is opgevrolijkt met handgeschilderde borden en een paar oude ski’s. Naast de open deur staat een grote stoel. Binnen bekruipt je al snel het gevoel ongevraagd iemands huis te zijn binnengelopen. Niet bepaald een modelhuis, integendeel. Maar er staan maar één bed (met beslapen dekens), één zithoek en één tafel. Met daartussen alle mogelijke prullaria en troep, variërend van een incompleet gipsen schaakspel tot oude voetbalbekers.

In deze tweedehands reïncarnatie van een woning uit 1975 loopt ook de kleurrijke eigenaar Jan Schilperoort rond: ,,Ik zet expres van alles maar één exemplaar neer. Meer ruimte heb ik niet, en als ik bijvoorbeeld vijf koelkasten neerzet dan kunnen de mensen weer niet kiezen. Maar ik vraag altijd of je op zoek naar iets bent.”

Hoewel de naam andere verwachtingen wekt, heeft kijken hier weinig. Dus gewoon vragen waar je naar op zoek bent, want de kans is groot dat Jan het in één van zijn twee pakhuizen heeft staan. Schilperoort: ,,Waar ik ook helemaal gek van kan worden, zijn die mensen die twintigduizend keer binnen komen, kijken en aan je spullen zitten. Maar nooit iets kopen. Dan denk ik: hier heb je anderhalve gulden en haal bij de Hema een rookworst, maar val mij niet lastig.”

Met studenten kan hij het volgens eigen zeggen prima vinden: ,,Zeker tegen september zorg ik dat ik wat rare dingen in huis heb. Dan komen ze langs hoor, vooral voor feestjes. Oude piano’s en orgels, maar ik heb ook eens een keer een halve scheepsbrug verkocht. Hadden ze voor een feest nodig. Niet te tillen dat ding.”

Ter indicatie: een ‘goed spelende, echt oud-Engelse piano’ kost 350 gulden. Een bankstel of koelkast heb je al vanaf vijftig gulden.

Ook hier is thuisbezorgen niet echt een probleem: bij aankopen boven de honderd gulden is het gratis, daaronder kost het vijftien gulden. ,,Maar dan bezorg ik het ook echt overal ter wereld. Nee, dat is niet onvoordelig voor mij. Kijk, als ik iets in Hengelo moet bezorgen dan doe ik dat bijvoorbeeld op zondag als ik niets anders te doen heb en verder heb ik ook een mooi uitje”, meent Schilperoort.

De grootste nadelen van de Kijkhoek zijn de onmogelijkheid om eens rustig rond te snuffelen en de ondoorzichtige voorraad. Aan de andere kant: Schilperoort is een enorme scharrelaar die bijna alles voor elkaar kan krijgen. Dus voor gekke themafeesten of bizarre verzamelobjecten kun je nergens beter terecht. Maar wel eerst even nadenken wat je wilt en je niet door een gesloten deur of woeste baard laten afschrikken.

Over die onoverzichtelijke openingstijden zegt Jan Schilperoort tot slot: ,,Als klanten voor een gesloten deur staan is dat pech voor ze. Het is tenslotte mijn winkel en ik bepaal wanneer ik open ben. Ik heb jarenlang voor een baas gewerkt, uiteindelijk ben ik dit begonnen en vind dat ik het nu wat rustiger aan mag doen. Voor mij hoeft het ook niet: ik blijf liever klein, anders krijg je alleen maar gezeur. Zie je die oude stoel waar ik op zit? Als ik me uit de naad werk kan ik misschien een nieuwe kopen, maar waarom? Deze zit toch ook lekker.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.