De EU verdeelde deze week bijna vierhonderd starting grants van zo’n anderhalf miljoen euro. Daarvan zijn er vier voor Delftse onderzoekers.
De Europese subsidie voor een programma van vijf jaar is bedoeld om individuele wetenschappers hun eigen teams te laten opbouwen en baanbrekend onderzoek te doen. De European Research Council (ERC) is vergelijkbaar met de Nederlandse onderzoeksfinancier NWO. Onderzoekers kunnen voorstellen indienen, waarna commissies een selectie maken en het geld verdelen.
In totaal kregen 397 onderzoekers een beurs. In het landenklassement staat Duitsland ver bovenaan met 72 beurzen. Daarna volgen Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland met 53, 46 en 44 beurzen. Gedeeld vijfde staan Zwitserland en Italië met elk 28 beurzen. Overigens kreeg nog geen tien procent van de aanvragers een pot geld. De kritiek op dit soort beurzen is dat er veel tijd en moeite wordt verspild als zoveel onderzoekers achter het net vissen.
De vier ERC Starting Grant-ontvangers van TU Delft zijn: Marie-Eve Aubin Tam (TNW), Sabina Caneva (3mE), Richard Norte (3mE) en Branko Šavija (CiTG). Lees hieronder meer over hun plannen.
Voor materiaalkundige Marie-Eve Aubin Tam zijn levende organismen erg bijzonder. “Ze veranderen van vorm. Ze groeien en reageren op signalen als licht en chemicaliën.” Dit is heel anders dan onze traditionele kunstmatige materialen die behoorlijk inert zijn. “Kunnen wij niet ook dergelijke materialen maken, met sensorische en responsieve eigenschappen? Dat is wat ik met het ERC-project wil onderzoeken.”
Met haar ERC-project gaat Aubin Tam het eerste fotosynthetische levende materiaal op basis van microalgen maken met een dynamische, via licht aanpasbare vorm. Het project opent volgens haar mogelijkheden voor een nieuwe klasse van materialen met levensechte functionaliteiten, zoals vormverandering en lichtgevoeligheid. Ze ziet volop toepassingen, onder andere in de robotica.
Sabina Caneva is geïnteresseerd in biofysische fenomenen op de kleinste schaal. “Wij richten ons op de ontwikkeling van ultrasensitieve nano-elektromechanische systemen (NEMS”, schrijft ze op haar website. “We bestuderen fundamentele vragen en gaan uitdagingen aan in de nanobiologie, waaronder moleculaire diagnostiek en biomoleculair transport over celmembranen.”
Een manier om ruimtesondes afstanden van miljarden kilometers te laten overbruggen, en mogelijk zelfs nieuwe sterrenstelsels te laten bezoeken, is door gebruik te maken van grote zeilen van uiterst lichte en sterk reflecterende materialen, met een dikte van een duizendste van die van een mensenhaar. Grote zeilen dus, met “nanoschaal” dikte.
Binnen het EARS-project, waaraan een uitzonderlijk hoge startsubsidie van 2,1 miljoen euro is toegekend, gaat Richard Norte werken aan dergelijke lichtgewicht zeilmaterialen. “Daarmee zouden zeer kleine ruimtesondes in de vorm van microchips met geïntegreerde camera’s, sensoren en communicatiesystemen over enorme afstanden kunnen worden voortbewogen met behulp van krachtige aardse lasers”, vertelt de onderzoeker. Hiervoor is een nieuw soort nanotechnologie nodig. Lees hier een uitgebreid artikel van Delta over het onderzoek van Norte.
Beton is van nature bros en dat is een probleem. Belangrijke constructies, zoals kerncentrales, moeten een beetje vervormbaar zijn, anders brokkelen ze uiteen na een aardbeving. Meestal worden stalen staven of vezels gebruikt om beton te wapenen en meer vervormbaar te maken.
Branko Šavija wil nieuwe composieten maken met beton. Hij wil zogenaamde auxetische materialen van beton maken met behulp van 3D-printtechnieken. Auxetische materialen vertonen een onverwacht gedrag als zij worden blootgesteld aan mechanische spanningen en rek. Bij belasting krimpt het auxetische materiaal, maar als het materiaal wordt uitgerekt, wordt het dikker en zet het uit als een spons.
Comments are closed.