De olympisch actieve TU-studenten presteerden niet slecht in China. Kanoër Robert Bouten haalde de finale, roeiers Olivier Siegelaar en Peter Wiersum werden vierde met de Holland Acht en hockeyinternational Ronald Brouwer is nog in de race voor een olympische medaille.
Van alle aan de TU gelieerde deelnemers aan de Olympische Spelen is Ronald Brouwer – promovendus bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en spits van het Nederlands hockeyteam – als enige nog altijd actief in China. Niet geheel onverwacht plaatste de mannenploeg zich voor de kruisfinales, na een succesvolle reeks poulewedstrijden, waarin vier van de vijf duels werden gewonnen. Alleen Australië hield Oranje op een gelijkspel (2-2). Brouwer kwam overigens tot vandaag niet aan scoren toe. Afhankelijk van de uitslag van de kruisfinale, donderdag 21 augustus tegen Duitsland, speelt het team komende zaterdag om het goud danwel het brons tegen Spanje of, opnieuw, Australië.
Wildwaterslalomkanoër Robert Bouten moest er al vroeg in de Spelen vol tegenaan. De eerste acties op het water verliepen niet naar volle tevredenheid voor de student werktuigbouwkunde. Tijdens één van zijn eerste twee runs raakte hij met zijn schouder een poortje waar hij tussendoor moest varen. Inclusief de twee strafseconden eindigde hij als veertiende, net genoeg om een dag later de halve finale te mogen varen. Zo moeizaam als de Zoetermeerder zich daarvoor plaatste, zo soeverein werkte hij zichzelf de top tien in. Daardoor had hij recht op een finaleplaats. Bouten werd vijfde en mocht bovendien zijn eindtijd (88.40 seconden) meenemen de finale in, wat hem een goede uitgangpositie opleverde. Toch was de race naar eigen inzicht niet optimaal geweest: “Ik bleef in een bak hangen waar je normaliter doorheen schiet. Dat kost tijd.”
In de finale verliep zijn run lange tijd goed, totdat hij op tweederde van de 300 meter lange baan een poortje miste. Mede dankzij de 50 strafseconden die daarvoor staan moest hij genoegen nemen met een negende plaats. De Duitser Alexander Grimm won het goud. “Als vijfde de finale in komen was echt ongekend”, blikte Bouten content terug. “Met iets meer dan één seconde afstand van het podium lag ik in de finale aan de start. Dan kan je één ding doen en dat is al het risico nemen om dat gat te dichten. Dat risico nam ik, maar het lukte net niet. Jammer, maar ik heb een gigantische wedstrijd gehad.”
Ook voor Indra Angad-Gaur was het toernooi snel afgelopen. De 34-jarige floretschermster, die in de jaren tachtig lange tijd op het sportcentrum schermde bij Prometheus, liep de Olympische Spelen eerder driemaal mis. De in China debuterende ‘veterane’ begon met een zege op de Egyptische El Gamma (13-4), maar werd in de tweede ronde gewipt door de voormalige wereldkampioene Margherita Granbassi uit Italië (6-11). Zelf vond Angad-Gaur desondanks dat ze het niet slecht had gedaan: “Het is een heel moeilijke tegenstandster, ze is echt fucking goed”, liet ze in de pers optekenen.
De roeiers van de Holland Acht, onder wie Lagaaier Olivier Siegelaar op boeg en Proteër Peter Wiersum als stuurman, sloten het olympisch toernooi met gemengde gevoelens af. De in de finale als vierde gefinishte boot viel weliswaar buiten de prijzen, maar wie twee maanden geleden hardop had laten weten dat de acht in Beijing úberhaupt aan de start zou verschijnen, had ongetwijfeld op meewarige blikken kunnen rekenen.
De boot liep voor geen meter, totdat een sterk gereviseerde bezetting leidde tot kwalificatie op de valreep. De twee Delftse studenten plukten daarvan de vruchten, want zij werden kort voor aanvang van de Spelen als vervangers aan de boot toegevoegd. Vanwege rugproblemen miste Siegelaar de herkansingsrace (voor plaatsing voor de finale), maar de werktuigbouwkundestudent was op tijd hersteld om de finale te roeien. Op het water bleken wereldkampioen Canada (goud), Groot-Brittannië (zilver) en Amerika (brons) te snel voor de Holland Acht.
Wildwaterkanovaarder Robert Bouten was dolblij met zijn plaatsing bij de beste tien in zijn klasse. Toen hij in de finale een poortje miste waren de medaillekansen verkeken.(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Van alle aan de TU gelieerde deelnemers aan de Olympische Spelen is Ronald Brouwer – promovendus bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en spits van het Nederlands hockeyteam – als enige nog altijd actief in China. Niet geheel onverwacht plaatste de mannenploeg zich voor de kruisfinales, na een succesvolle reeks poulewedstrijden, waarin vier van de vijf duels werden gewonnen. Alleen Australië hield Oranje op een gelijkspel (2-2). Brouwer kwam overigens tot vandaag niet aan scoren toe. Afhankelijk van de uitslag van de kruisfinale, donderdag 21 augustus tegen Duitsland, speelt het team komende zaterdag om het goud danwel het brons tegen Spanje of, opnieuw, Australië.
Wildwaterslalomkanoër Robert Bouten moest er al vroeg in de Spelen vol tegenaan. De eerste acties op het water verliepen niet naar volle tevredenheid voor de student werktuigbouwkunde. Tijdens één van zijn eerste twee runs raakte hij met zijn schouder een poortje waar hij tussendoor moest varen. Inclusief de twee strafseconden eindigde hij als veertiende, net genoeg om een dag later de halve finale te mogen varen. Zo moeizaam als de Zoetermeerder zich daarvoor plaatste, zo soeverein werkte hij zichzelf de top tien in. Daardoor had hij recht op een finaleplaats. Bouten werd vijfde en mocht bovendien zijn eindtijd (88.40 seconden) meenemen de finale in, wat hem een goede uitgangpositie opleverde. Toch was de race naar eigen inzicht niet optimaal geweest: “Ik bleef in een bak hangen waar je normaliter doorheen schiet. Dat kost tijd.”
In de finale verliep zijn run lange tijd goed, totdat hij op tweederde van de 300 meter lange baan een poortje miste. Mede dankzij de 50 strafseconden die daarvoor staan moest hij genoegen nemen met een negende plaats. De Duitser Alexander Grimm won het goud. “Als vijfde de finale in komen was echt ongekend”, blikte Bouten content terug. “Met iets meer dan één seconde afstand van het podium lag ik in de finale aan de start. Dan kan je één ding doen en dat is al het risico nemen om dat gat te dichten. Dat risico nam ik, maar het lukte net niet. Jammer, maar ik heb een gigantische wedstrijd gehad.”
Ook voor Indra Angad-Gaur was het toernooi snel afgelopen. De 34-jarige floretschermster, die in de jaren tachtig lange tijd op het sportcentrum schermde bij Prometheus, liep de Olympische Spelen eerder driemaal mis. De in China debuterende ‘veterane’ begon met een zege op de Egyptische El Gamma (13-4), maar werd in de tweede ronde gewipt door de voormalige wereldkampioene Margherita Granbassi uit Italië (6-11). Zelf vond Angad-Gaur desondanks dat ze het niet slecht had gedaan: “Het is een heel moeilijke tegenstandster, ze is echt fucking goed”, liet ze in de pers optekenen.
De roeiers van de Holland Acht, onder wie Lagaaier Olivier Siegelaar op boeg en Proteër Peter Wiersum als stuurman, sloten het olympisch toernooi met gemengde gevoelens af. De in de finale als vierde gefinishte boot viel weliswaar buiten de prijzen, maar wie twee maanden geleden hardop had laten weten dat de acht in Beijing úberhaupt aan de start zou verschijnen, had ongetwijfeld op meewarige blikken kunnen rekenen.
De boot liep voor geen meter, totdat een sterk gereviseerde bezetting leidde tot kwalificatie op de valreep. De twee Delftse studenten plukten daarvan de vruchten, want zij werden kort voor aanvang van de Spelen als vervangers aan de boot toegevoegd. Vanwege rugproblemen miste Siegelaar de herkansingsrace (voor plaatsing voor de finale), maar de werktuigbouwkundestudent was op tijd hersteld om de finale te roeien. Op het water bleken wereldkampioen Canada (goud), Groot-Brittannië (zilver) en Amerika (brons) te snel voor de Holland Acht.
Wildwaterkanovaarder Robert Bouten was dolblij met zijn plaatsing bij de beste tien in zijn klasse. Toen hij in de finale een poortje miste waren de medaillekansen verkeken.(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Comments are closed.