,,Als je een nieuwe Waalbrug wilt bouwen is het handig om te weten hoe laat de file er staat en hoe lang hij duurt”, aldus Peter van Bekkum, afgestudeerd bij de sectie verkeerskunde van de vakgroep infrastructuur bij Civiele Techniek.
,,Maar in oude modellen werd nooit informatie gegeven over de tijd waarop files ontstaan en verdwijnen.”
,,De oude modellen zijn statisch, ze kennen geen tijdsverloop. Ze nemen alleen een spits-situatie, dus enkel het drukste moment van de dag. Er zijn twee manieren waarop je ook het verloop over de dag kunt modelleren. De ene is dat je helemaal opnieuw begint met modelleren, en de tweede dat je aan het statische model voor verschillende tijden doorrekent. Dat laatste hebben wij gedaan. Eigenlijk voeg je aan het tweedimensionale model een as toe die je de tijd-as noemt. Zo krijg je een driedimensionaal model.”
Van Bekkum laat in enkele seconden op zijn computerscherm een animatie zien waarin de files rond Den Haag en Delft ontstaan en weer verdwijnen. ,,Daar heeft de computer zo’n twintig uur op staan rekenen. Dat komt door het grote aantal wegen. Het unieke van mijn afstudeerproject is ook dat we veel meer kleine wegen hebben meegenomen.”
Dat is een bewuste keuze, volgens Van Bekkum. Het is een nog ongeteste hypothese van zijn professor, Hamerslag, dat de vertraging die iemand in de stad oploopt ongeveer evengroot is als de vertraging door files op de snelwegen. Daarom is in dit model ook lagere orde wegen meegenomen.
,,Dat was wel enkele maanden werk”, verzucht Van Bekkum, die een soort student-assistentschap kreeg aangeboden bij de provincie Zuid-Holland. De voorzitter van zijn vakgroep had daar al goede contacten en zo konden ze de gegevens krijgen van alle wegen, hun lengte en ligging. Natuurlijk waren die computerfiles niet compatibel met het model van Van Bekkum. En omdat het om zo’n 1700 knooppunten met 4700 verbindingen ging, een grootte die nog nooit eerder is geprobeerd, was het bijzonder veel werk om die bestanden om te zetten.
Stadsverkeer
Van Bekkum legt uit dat het uitzoeken van de reisroutes van mensen geen sinecure is. ,,Je hebt een tabel nodig, de zogenaamde Herkomst-Bestemming matrix. Daarin kun je zien waar alle mensen vertrekken, en naar toe gaan. Het vervelende is dat over de wegen in de regio die je modelleert niet alleen mensen reizen uit de regio zelf, maar ook mensen die van buiten naar een bepaalde bestemming in de regio willen, of mensen die vanuit de regio naar een andere plaats rijden.”
Hij vervolgt: ,,De lastigste groep zijn de reizigers die van een bestemming buiten de regio naar een bestemming buiten de regio reizen. Het lijkt misschien wel zo dat je niet veel met die mensen te maken hebt, maar er zijn wel degelijk mensen uit Brabant die naar Amsterdam reizen en gebruik maken van de snelweg langs Den Haag. Als je die niet meeneemt in je modelonderschat je je files.”
,,Dan moet je alle mensen ook een bepaalde route toedelen. In principe ga je ervan uit dat iedereen de route neemt die het minste tijd kost. Maar dan heb je een grote kans dat bij drukte ook op precies die weg een file komt te staan, zodat die weg niet langer het minste tijd kost. Er zullen dus ook mensen op andere wegen gaan rijden.”
Zijn model heeft nog een aantal nadelen. Zo heeft hij geen verkeerslichten gemodelleerd, toch niet onbelangrijk bij de moddelering van stadsverkeer. Maar de huidige stand van de techniek laat het niet toe om voor hele stad de capaciteiten van de wegen met verkeerslichten te modelleren. Op dit moment wordt er vooral veel geïnvesteerd in onderzoek en oplossingen voor snelwegen. Daar zal de komende tijd verandering in moeten komen.
Van Bekkum: ,,Het model blijkt in ieder geval de hoofdwegen goed te modelleren. Helaas heeft het invoeren en bewerken van de gegevens teveel tijd gekost, zodat ik de kleinere wegen niet heb kunnen vergelijken met de werkelijke situatie. Werk zat dus voor verder onderzoek.”
Een oplossing voor de files biedt het model niet, volgens Van Bekkum. ,,Meer wegen betekent volgens mij dat je autorijden aantrekkelijker maakt, dus dat meer mensen gaan autorijden. Het enige wat helpt is zoveel wegen afsluiten dat mensen vanzelf in de trein stappen.”
,,Als je een nieuwe Waalbrug wilt bouwen is het handig om te weten hoe laat de file er staat en hoe lang hij duurt”, aldus Peter van Bekkum, afgestudeerd bij de sectie verkeerskunde van de vakgroep infrastructuur bij Civiele Techniek. ,,Maar in oude modellen werd nooit informatie gegeven over de tijd waarop files ontstaan en verdwijnen.”
,,De oude modellen zijn statisch, ze kennen geen tijdsverloop. Ze nemen alleen een spits-situatie, dus enkel het drukste moment van de dag. Er zijn twee manieren waarop je ook het verloop over de dag kunt modelleren. De ene is dat je helemaal opnieuw begint met modelleren, en de tweede dat je aan het statische model voor verschillende tijden doorrekent. Dat laatste hebben wij gedaan. Eigenlijk voeg je aan het tweedimensionale model een as toe die je de tijd-as noemt. Zo krijg je een driedimensionaal model.”
Van Bekkum laat in enkele seconden op zijn computerscherm een animatie zien waarin de files rond Den Haag en Delft ontstaan en weer verdwijnen. ,,Daar heeft de computer zo’n twintig uur op staan rekenen. Dat komt door het grote aantal wegen. Het unieke van mijn afstudeerproject is ook dat we veel meer kleine wegen hebben meegenomen.”
Dat is een bewuste keuze, volgens Van Bekkum. Het is een nog ongeteste hypothese van zijn professor, Hamerslag, dat de vertraging die iemand in de stad oploopt ongeveer evengroot is als de vertraging door files op de snelwegen. Daarom is in dit model ook lagere orde wegen meegenomen.
,,Dat was wel enkele maanden werk”, verzucht Van Bekkum, die een soort student-assistentschap kreeg aangeboden bij de provincie Zuid-Holland. De voorzitter van zijn vakgroep had daar al goede contacten en zo konden ze de gegevens krijgen van alle wegen, hun lengte en ligging. Natuurlijk waren die computerfiles niet compatibel met het model van Van Bekkum. En omdat het om zo’n 1700 knooppunten met 4700 verbindingen ging, een grootte die nog nooit eerder is geprobeerd, was het bijzonder veel werk om die bestanden om te zetten.
Stadsverkeer
Van Bekkum legt uit dat het uitzoeken van de reisroutes van mensen geen sinecure is. ,,Je hebt een tabel nodig, de zogenaamde Herkomst-Bestemming matrix. Daarin kun je zien waar alle mensen vertrekken, en naar toe gaan. Het vervelende is dat over de wegen in de regio die je modelleert niet alleen mensen reizen uit de regio zelf, maar ook mensen die van buiten naar een bepaalde bestemming in de regio willen, of mensen die vanuit de regio naar een andere plaats rijden.”
Hij vervolgt: ,,De lastigste groep zijn de reizigers die van een bestemming buiten de regio naar een bestemming buiten de regio reizen. Het lijkt misschien wel zo dat je niet veel met die mensen te maken hebt, maar er zijn wel degelijk mensen uit Brabant die naar Amsterdam reizen en gebruik maken van de snelweg langs Den Haag. Als je die niet meeneemt in je modelonderschat je je files.”
,,Dan moet je alle mensen ook een bepaalde route toedelen. In principe ga je ervan uit dat iedereen de route neemt die het minste tijd kost. Maar dan heb je een grote kans dat bij drukte ook op precies die weg een file komt te staan, zodat die weg niet langer het minste tijd kost. Er zullen dus ook mensen op andere wegen gaan rijden.”
Zijn model heeft nog een aantal nadelen. Zo heeft hij geen verkeerslichten gemodelleerd, toch niet onbelangrijk bij de moddelering van stadsverkeer. Maar de huidige stand van de techniek laat het niet toe om voor hele stad de capaciteiten van de wegen met verkeerslichten te modelleren. Op dit moment wordt er vooral veel geïnvesteerd in onderzoek en oplossingen voor snelwegen. Daar zal de komende tijd verandering in moeten komen.
Van Bekkum: ,,Het model blijkt in ieder geval de hoofdwegen goed te modelleren. Helaas heeft het invoeren en bewerken van de gegevens teveel tijd gekost, zodat ik de kleinere wegen niet heb kunnen vergelijken met de werkelijke situatie. Werk zat dus voor verder onderzoek.”
Een oplossing voor de files biedt het model niet, volgens Van Bekkum. ,,Meer wegen betekent volgens mij dat je autorijden aantrekkelijker maakt, dus dat meer mensen gaan autorijden. Het enige wat helpt is zoveel wegen afsluiten dat mensen vanzelf in de trein stappen.”
Comments are closed.